lastige verwijswoorden 9 maart

Benoem de zinsdelen

Had de talentvolle acteur vorige week zijn belangrijke prijs aan zijn ouders willen geven?
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Benoem de zinsdelen

Had de talentvolle acteur vorige week zijn belangrijke prijs aan zijn ouders willen geven?

Slide 1 - Diapositive

Bedenk een zin met daarin een wg, ow, lv, mv en een bwb.

Slide 2 - Question ouverte

Ik kan de zinsdelen in de zin benoemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Sondage

proefwerk
Formuleren De Brug: blz. 250 – 253:
- verbanden tussen zinnen
- trappen van vergelijking (beter dan/als ik/mij)
- lastige verwijswoorden (hen/hun, dat/wat, waarmee/met wie)

Let op: Heel groot deel van de toets gaat over dit deel!!!


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

voorzetsels
Voorzetsels geven een plaats, reden of tijd aan. 

Naast de winkel is een grote parkeerplaats.
Volgens de leerling is de toets uitgesteld. 
De school is vanwege de sneeuw gesloten. 
De leerlingen deden tijdens de les erg hun best. 

Slide 6 - Diapositive

verwijswoorden: hen, hun (en ze)
Ik heb ... gevraagd mee te gaan. 

Ik heb aan ... gevraagd mee te gaan. 

Slide 7 - Diapositive

3. daar/waar + voorzetsel
De vriend waarop ik vertrouw
De vriend op wie ik vertrouw

Regel: 
  • Naar mensen verwijs je met een voorzetsel + wie (met wie, op wie, van wie)
  • Naar dieren en dingen verwijs je met daar/waar + voorzetsel (waarmee, waarvan)

Slide 8 - Diapositive

De docent ... wordt gesproken is al een tijdje ziek.

Slide 9 - Question ouverte

Het vliegtuig ... ik vlieg, heeft een uur vertraging.

Slide 10 - Question ouverte

De hond ... ik houd.

Slide 11 - Question ouverte

Het meisje ... hij houdt.

Slide 12 - Question ouverte

Waaraan kun je een hoofdzin
herkennen?

Slide 13 - Carte mentale

Waaraan kun je een bijzin
herkennen?

Slide 14 - Carte mentale

Welke nevenschikkende
voegwoorden ken je?

Slide 15 - Carte mentale

Bedenk een samengestelde zin met deze structuur:
hz + hz

Slide 16 - Question ouverte

tikkie moeilijker
Pas je zelfbedachte samengestelde zin aan zodat die zin een zin wordt met als opbouw HZ + BZ.

Slide 17 - Diapositive

Ik kan de structuur van een samengestelde zin herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Dit wil ik graag nog oefenen
zinsdelen benoemen
samengestelde zinnen
allebei
geen van beide

Slide 19 - Sondage

Dit wil ik graag nog oefenen
hen/hun
die/deze/dat/dit
allebei
geen van beide

Slide 20 - Sondage

Dit wil ik graag nog oefenen
verbanden tussen zinnen
als/dan ik/mij
allebei
geen van beide

Slide 21 - Sondage

Dit wil ik graag nog oefenen
wie of waar plus het juiste voorzetsel
herkennen van het voegwoord in een samengestelde zin
allebei
geen van beide

Slide 22 - Sondage

dinsdag
Maken oefentoets.

Probeer de lesstof alvast goed door te nemen. 

Slide 23 - Diapositive

proefwerk
1. Formuleren De Brug: blz. 250 – 253
2. Grammatica De Brug zinsdelen blz. 242 – 245  (zinsdelen benoemen: pv/ow/wg/lv/mv/bwb) 
3. Samengestelde zinnen + voegwoorden (Grammatica H5)

Slide 24 - Diapositive

proefwerk
woordenboek niet toegestaan

let op spelling: puntenaftrek

Slide 25 - Diapositive