Theater1

Theater!
  • Wat is theater?
  • Welke theatervormen?
  • Theaterkenmerken

> doel van de les:
theaterbegrippen leren kennen en kunnen toepassen (Culturele Activiteit 3)
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Theater!
  • Wat is theater?
  • Welke theatervormen?
  • Theaterkenmerken

> doel van de les:
theaterbegrippen leren kennen en kunnen toepassen (Culturele Activiteit 3)

Slide 1 - Diapositive

Wat is theater?

Slide 2 - Diapositive

Theater?

Slide 3 - Carte mentale

 Is dit theater? 

Slide 4 - Diapositive

Is dit theater?

Slide 5 - Diapositive

Is dit theater? 

Slide 6 - Diapositive

Is dit theater?

Slide 7 - Diapositive

Is dit theater? 

Slide 8 - Diapositive

Is dit theater?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

A stelt X voor terwijl S toekijkt

1. Maker en kijker zijn tegelijk aanwezig
2. Theater vindt plaats in de tijd en ruimte van het hier en nu
3. Theater is niet te herhalen: elke voorstelling is anders
Het is moeilijk te bepalen, maar...!

Slide 11 - Diapositive

Bekijk het filmpje op de volgende pagina. Beredeneer aan de hand van de vuistregel van theater of dit theater is of niet.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

Culturele Activiteit


Welke vormen van theater zijn er?

Slide 14 - Diapositive

Theatervormen

  • Cabaret
  • Locatietheater
  • Bewegingstheater
  • Muziektheater
  • Teksttoneel

Slide 15 - Diapositive

Theatervormen







locatietheater

Slide 16 - Diapositive

Theatervormen






bewegings-
theater

Slide 17 - Diapositive

Theatervormen







muziektheater

Slide 18 - Diapositive

Theatervormen







teksttoneel

Slide 19 - Diapositive

Culturele Activiteit


Waar kun je op letten als je een voorstelling bekijkt?

Slide 20 - Diapositive

Voorstelling
Gezichtsuitdrukking
Intonatie
Mise-en-scène
Gestileerde speelstijl
Scenografie
De inhoud van een theaterstuk: de vier w's geven hierbij houvast.
Mimiek
Verschillende manieren waarop je je stem kan gebruiken.
De manier waarop spelers het speelvlak opkomen en afgaan, en hun plaatsing op het toneel.
Wanneer acteurs heel nadrukkelijk acteren - niet natuurlijk.
Theatervormgeving: alle middelen die het toneelbeeld bepalen. Decor, licht, kostuums, rekwisieten (objecten). 

Slide 21 - Question de remorquage

Kenmerken van theater:
  • Voorstelling
  • Lichaam
  • Stemgebruik
  • Mise en scene
  • Speelstijl
  • Theatervormgeving

Slide 22 - Diapositive