Werkwoorden: woorden die je kan doen

Werkwoorden
Woorden die je kan DOEN!
Ik kan ...............
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsLager onderwijs

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Werkwoorden
Woorden die je kan DOEN!
Ik kan ...............

Slide 1 - Diapositive

Je kent al heel wat woordjes die kan DOEN: 
Ik kan slapen.
Ik kan dromen.
Ik kan eten.
Ik kan vliegen.
Ik kan tonen.
Ik kan dragen.
Ik kan lachen.

Slide 2 - Diapositive

1

Slide 3 - Vidéo

00:42

* KLAPPEN *
Kan je dit doen?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

* Vouw het blad in vier. *

Welk woord is hier een werkwoord?
A
Vouw
B
het
C
blad
D
vier

Slide 5 - Quiz

Wat doen ze? 
SLEEP het werkwoord naar de juiste prent.
koken
voetballen
zappen
slapen

Slide 6 - Question de remorquage

Werkwoord
Geen werkwoord
zwemmen
schouders
struikelen
alpaca
koken
Kerstmis

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Vidéo

Wat is het werkwoord?
* De bakker bakt lekkere broodjes. *

Slide 9 - Question ouverte

De
verkoper
glimlacht.
Werkwoord
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Question de remorquage