Didactiek - presenteren

Didactiek - presenteren
 Didactiek - hoofdstuk 9 - presenteren
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BewegingsonderwijsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Didactiek - presenteren
 Didactiek - hoofdstuk 9 - presenteren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik:
Waaruit bestaat succesvol presenteren?

Slide 2 - Question ouverte

Succesvol presenteren:

- voorbereiden
- verbale communicatie
- non-verbale communicatie
Voorbereiding
Een succesvolle presentatie begint met een goede voorbereiding. Voor een goede voorbereiding is het belangrijk om jezelf de volgende vragen te stellen:

- Wie zijn de deelnemers of toehoorders?
- Welk effect wil ik bereiken, wat is het doel van de presentatie?
- Hoe stem ik de boodschap optimaal af op de doelgroep en het doel?
- Hoe bouw ik de presentatie op?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het belang van je positie ten opzichte van de deelnemers
1. Kies bewust je afstand ten opzichte van de groep. Bij een grote groep neem je wat meer afstand dan bij een kleine groep deelnemers.
2. Houd rekening met lichtinval, zon, wind en afleidende prikkels.
3. Denk na waar jij je deelnemers plaatst tijdens je uitleg, informatie. 
4. Laat je ze staan of zitten? Zet je ze op één lijn of in een halvekringopstelling?
5. Kies bewust je positie ten opzichte van de groep. Vraag je af of staan of zitten het best is. In de meeste gevallen heeft staan de voorkeur. Je kunt je dan vrijuit bewegen en dat komt actiever over.
Wissel af en toe van positie, zodat iedereen betrokken blijft

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aandacht vragen en aandacht houden
1. Maak duidelijke afspraken. Spreekt de lesgever, dan houden de deelnemers hun mond.
2. Wacht zelf met spreken tot de deelnemers stil zijn en controleer voordat je begint of iedereen luistert.
3. Probeer de aandacht van de groep te krijgen door: te wachten, te zwijgen zachter te praten, de blik van enkele deelnemers te vangen
de naam van een niet-oplettende deelnemer hardop te noemen
4. een signaal te geven (in je handen klappen, ‘stop’ zeggen, iets verrassends te doen).

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de belangrijkste factoren voor succesvol presenteren die in het filmpje naar voren komen?

Slide 7 - Question ouverte

Het filmpje geeft het belang van aandacht, houding en stem aan. 
Het laat zien dat de non-verbale aspecten het belangrijkst zijn en dat het ‘wat’ het minst belangrijk is. 
Er worden 3 tips gegeven:
Je aandacht richten.Op je houding letten.Je stem helemaal benutten.
Vervolgens worden deze punten uitgewerkt. Bijvoorbeeld hoe je de aandacht kunt richten en kunt vasthouden (cirkels van aandacht).
Bij de houding gaat het over belangrijke aspecten van de basishouding (hoofd rechtop, borst omhoog, schouders ontspannen, knieën los) en over het gebruik van je hele lichaam (gebaren en mimiek).
Bij het stemgebruik komen onder andere goed articuleren en zorgen voor variatie aan de orde.
Verbale communicatie

Verbale communicatie kent twee aspecten:

taalgebruik
stemgebruik.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor wat betreft het taalgebruik is het belangrijk om de volgende richtlijnen in acht te nemen:

- Stem het taalgebruik af op de doelgroep (leeftijd, intelligentie, ervaring, kennis).
- Hanteer de regel: hoe concreter hoe beter.
- Houd het kort.
- Maak gebruik van voorbeelden.
- Let op de hoeveelheid informatie die je geeft. Twee boodschappen zijn al meer dan - voldoende.
- Spreek correct Nederlands, vermijd in de regel dialect.
- Articuleer duidelijk.
- Controleer of je duidelijk bent overgekomen. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een aantal belangrijke richtlijnen voor een goed stemgebruik zijn:

- Maak gebruik van intonatie, waardoor je accenten in je verhaal     legt en het geheel levendiger wordt. Vooral jonge kinderen zijn erg   gevoelig voor het spannend brengen van een verhaal.
- Gebruik eenvoudige en begrijpelijke taal; spreek in korte zinnen,   zorg voor een logische zinsopbouw en een logische opbouw van je   verhaal.
- Spreek enthousiast.
- Wissel af in volume en toonhoogte.
- Spreek rustig en duidelijk, zodat je goed verstaanbaar bent.
- Je mag best je stem verheffen om bijvoorbeeld de aandacht te   vragen. Als je de aandacht hebt, spreek je weer wat zachter.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt er allemaal onder non-verbale communicatie?

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Non-verbale communicatie
De belangrijkste non-verbale aspecten van presenteren zijn:
 

uiterlijk
lichaamshouding
gezichtsuitdrukking, oogcontact
arm- en handgebaren.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Non-verbale communicatie
Een aantal richtlijnen voor een juiste lichaamshouding zijn:
- Sta rechtop en ontspannen: laat zien dat je open en oprecht bent en er zin in hebt. 
- Sta op twee benen, leun niet op één been.
- Je handen langs het lichaam kan je het gevoel geven een houten Klaas te zijn, maar toch is deze houding in de meeste gevallen te verkiezen boven de andere.
- Verander zo nu en dan van houding, kom dynamisch en actief over. Lesgeven vraagt een actieve houding van de lesgever

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Bedenk drie praktijkvoorbeelden die te maken hebben met de volgende richtlijnen:

hoe concreter hoe beter
kort maar krachtig
aansluiten bij de belevingswereld.

Slide 14 - Diapositive

a. Hoe concreter, hoe beter (‘Loop naar het wandrek’ in plaats van ‘Loop naar de overkant’).
b. Kort maar krachtig (‘Op mijn teken gaat iedereen daar op de bank zitten’).
c. Aansluiten bij de belevingswereld (‘De blauwe vloer is een zee vol met haaien. Als je daarin komt, ben je af’).
Eigen vaardigheid
De eigen vaardigheid van de sport- en bewegingsleider is om meerdere redenen belangrijk:


voorbeeld 
motivatie 
acceptatie 
inleven 
hulpverlenen. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeldfunctie
De lesgever als model
Je bent een belangrijk rolmodel voor de SB-deelnemers. Leren van een goed voorbeeld heet modeling of model-leren.

Beroepshouding van de lesgever
Bepaalde waarden en normen zijn belangrijk in verband met een goede beroepsuitoefening. Waarden en normen gekoppeld aan een beroep, noemen we beroepshouding. Bijvoorbeeld betrokkenheid en echtheid.

Slide 16 - Diapositive


Voorbeeld

Voor een sport- en bewegingsleider is het belangrijk dat hij beschikt over een goede eigen vaardigheid. Een goed eigen voorbeeld is belangrijk voor de ondersteuning van het leerproces. We onthouden ongeveer 20% van wat we horen en 30% van wat we zien. Laten we een goed voorbeeld vergezeld gaan van een uitleg (zien en horen), dan stijgt dit percentage naar 50%. Dit geeft het belang van werken met voorbeelden aan. Hoe beter de eigen vaardigheid van de lesgever is, hoe beter hij iets kan voordoen.

Motivatie
Een goede eigen vaardigheid van de lesgever kan vooral voor jeugdige deelnemers een motiverende functie hebben. De lesgever kan een rolmodel worden.

Acceptatie
Een goed voorbeeld kan de sport- en bewegingsleider krediet geven. Hierdoor wordt hij door een bepaalde groep sporters beter geaccepteerd als lesgever. Jongeren, en zeker bepaalde groepen probleemjongeren, zijn hier gevoelig voor.

Inleven
Een lesgever die zelf een leerproces heeft doorgemaakt om bepaalde bewegingsvaardigheden onder de knie te krijgen, kan zich verplaatsen en zich inleven in het leerproces van de deelnemer.

Hulpverlenen
Door het ontwikkelen van een goede eigen vaardigheid in het hulpverlenen is de lesgever in staat om op een goede manier de bewegingsuitvoering van een sporter te ondersteunen en de veiligheid te waarborgen (bijvoorbeeld vangen bij het uitvoeren van turntechnieken). Dit vergroot het vertrouwen dat de deelnemers in de lesgever hebben en komt de kracht van zijn presentatie ten goede.
openheid
flexibiliteit
betrouwbaarheid
omgaan met emoties
klantgerichtheid
distantie.
Noem 3 redenen waarom het belangrijk is om een goede eigen vaardigheid te hebben en leg deze uit:

Slide 17 - Question ouverte

voorbeeld
motivatie
acceptatie
inleven
hulpverlenen.
Opdracht
Maak opdracht 13 in boom digitaal of in het boek?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions