AGAA C5 week 6: Hartinfarct

leerdoelen
Aan het eind van de les weet je:
•    Wat de belangrijkste kenmerken en verschijnselen zijn van een hartinfarct;
•    Welke behandelingen mogelijk zijn zonder medicijnen;
•    Welke medicijnen gebruikt worden bij de behandeling van een hartinfarct;
•    Wat de eigenschappen zijn van de veelgebruikte medicijnen bij de behandeling van een hartinfarct;

Aan het eind van de les kan je:
•    Voorlichting geven aan een patiënt die voor het eerst een geneesmiddel na een hartinfarct;
•    Voorlichting geven over niet - medicamenteuze adviezen na het krijgen van een hartinfarct;
•    De signalen die je ziet bij het aanschrijven van een middel gebruikt na een hartinfarct;

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Geneesmiddelkennis ApothekersassistentenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

leerdoelen
Aan het eind van de les weet je:
•    Wat de belangrijkste kenmerken en verschijnselen zijn van een hartinfarct;
•    Welke behandelingen mogelijk zijn zonder medicijnen;
•    Welke medicijnen gebruikt worden bij de behandeling van een hartinfarct;
•    Wat de eigenschappen zijn van de veelgebruikte medicijnen bij de behandeling van een hartinfarct;

Aan het eind van de les kan je:
•    Voorlichting geven aan een patiënt die voor het eerst een geneesmiddel na een hartinfarct;
•    Voorlichting geven over niet - medicamenteuze adviezen na het krijgen van een hartinfarct;
•    De signalen die je ziet bij het aanschrijven van een middel gebruikt na een hartinfarct;

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

waarvoor dienen kransslagaders?

Slide 3 - Question ouverte

wat is een hartinfarct en wat is het probleem als dit te lang duurt?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

welke geneesmiddelgroepen worden er in de film genoemd?

Slide 6 - Question ouverte

Welke verschijnselen treden op bij een hartinfarct bij de man?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Vidéo

hoe herken je een hartinfarct bij de vrouw?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

voor wie is hartrevalidatie goed?

Slide 11 - Question ouverte

wie kunnen betrokken zijn bij hartrevalidatie?

Slide 12 - Question ouverte

hoeveel heropenames en hoeveel sterfte wordt door hartrevalidatie vookomen?
A
35 en 35%
B
35 en 50%
C
50 en 35%
D
50 en 50%

Slide 13 - Quiz

wat zijn de twee doelen van hartrevalidatie?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Vidéo

wat moet je doen als iemand acuut een hartinfarct krijgt?

Slide 16 - Question ouverte

heer Jansen krijgt na een infarct amlodipine en bisoprolol dit hoort bij welke stap in de behandeling?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quiz

welke middelen dienen (vrijwel) altijd gegeven te worden in de herstelfase na een hartinfarct?
A
acetylsalicylzuur en simvastatine
B
felodipine en acenocoumarol
C
acetylsalicylzuur en morfine
D
fenprocoumon en atorvastatine

Slide 18 - Quiz

noem vier leefregels die gegeven worden aan iemand na een myocardinfarct

Slide 19 - Question ouverte

welke zaken komen aan de orde bij hartrevalidatie?

Slide 20 - Question ouverte

casus mevrouw A (59 jaar)
atorvastatine 20 mg ,1 dd 1
isosorbidemononitraat, 60 mg 1 dd 1
nitroglycerinespray, zo nodig 1 dosis
ramipril 5 mg, 1 dd 1
bisoprolol 5 mg, 1 dd 1

beantwoord de vragen op de volgende twee dia's over deze casus

Slide 21 - Diapositive

bekijk de medicatie van mevrouw A.
welke belangrijke groep middelen ontbreekt hier?

Slide 22 - Question ouverte

waarom wordt isosorbidemononitraat niet gedurende de hele dag gebruikt?

Slide 23 - Question ouverte

noem de drie meest belangrijke zaken die je hebt geleerd

Slide 24 - Question ouverte