4.1 Consumptie

Behoeften
Er zijn twee soorten behoeften:
  • Basisbehoeften
  • Overige behoeften.
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Behoeften
Er zijn twee soorten behoeften:
  • Basisbehoeften
  • Overige behoeften.

Slide 1 - Diapositive

Behoeften:
mensen hebben behoefte aan goederen en diensten, dit noemen we behoeften.
Er zijn basisbehoeften (primaire behoeften) en luxebehoeften (secundaire behoeften). Normale behoeften die je niet nodig hebt om in leven te blijven horen ook bij de secundaire behoeften.

Slide 2 - Diapositive

Consumenten kopen:
* goederen (deze zijn tastbaar, kun je aanraken)

* diensten (deze zijn niet tastbaar, kun je niet aanraken)

Slide 3 - Diapositive

Niet-tastbaar en tastbaar 

Slide 4 - Diapositive

Schaarste

Slide 5 - Diapositive

Schaarse goederen
Vrije goederen

Slide 6 - Diapositive

Vrije goederen
Zeewater, zonlicht en wind zijn niet schaars, het zijn vrije goederen.
Vrije goederen zijn vrij beschikbaar en er hoeven geen middelen ingezet te worden om ze te verkrijgen. Je hoeft er dus niet voor te betalen.

Slide 7 - Diapositive

Giraal geld en chartaal geld
Chartaal geld = muntjes en biljetten (hint begint met de c van contant/cash)
Giraal geld = geld op een bankrekening

Slide 8 - Diapositive

Functies van geld
Ruilmiddel
Rekenmiddel
Spaarmiddel

Slide 9 - Diapositive

Directe ruil en 
indirecte ruil

Goederen tegen goederen ruilen = directe ruil.

Geld tegen een product  'ruilen' = indirecte ruil.
Directe ruil

Slide 10 - Diapositive

Nationaal inkomen


Het nationaal inkomen zijn alle inkomens van de inwoners van ons land bij elkaar opgeteld.



Nationaal inkomen

Slide 11 - Diapositive

Inkomen uit arbeid:

  • Loon/Salaris
  • Vakantietoeslag
  • Eindejaarsuitkering
  • Loon in Natura
  • Prestatieloon

Inkomen uit bezit:

  • Huur
  • Pacht
  • Winst
  • Rente
  • Dividend

Slide 12 - Diapositive

Soorten inkomens
Inkomen uit arbeid
Inkomen uit bezit
Overdrachtsinkomen (zonder iets te doen)

Slide 13 - Diapositive

overdrachtsinkomen
inkomen zonder tegenprestatie dat je ontvangt van de overheid





Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Wet koop op afstand
Bij aankopen via internet of een telefoon geldt de Wet koop op afstand. Je hebt een bedenktijd van 7 werkdagen nadat je het product thuis hebt ontvangen.

Slide 16 - Diapositive

Warenwet
Warenwet zegt dat een product niet schadelijk mag zijn voor je gezondheid of veiligheid
NVWA controleert of iederen zich aan
de warenwet houdt!

Slide 17 - Diapositive

Koopovereenkomst

Slide 18 - Diapositive

Reclame
Reclame:
  1. Commerciële reclame (doel om producten te verkopen):
  • Soms in de vorm van sluikreclame (verborgen reclame)!
   2. Ideële reclame (reclame om gedrag te veranderen)
https://www.youtube.com/watch?v=gVpAsUDJYRM 

Slide 19 - Diapositive

Koopgedrag
Je koopgedrag is de manier waarop je aankopen doet.

Je koopgedrag wordt bepaald door factoren als:
  • je persoonlijke smaak;
  • reclame;
  • de verkoper;
  • je vrienden en familie;
  • je budget.

Slide 20 - Diapositive

Koopgedrag jongeren
  • makkelijk te beïnvloeden
  • gezien hun leeftijd nog lang klant kunnen blijven
  • veel geld te besteden hebben
  • thuis veel invloed hebben op wat hun ouders kopen.

Slide 21 - Diapositive

Marketingmix


Slide 22 - Diapositive

Betalen
  • Betalen met contant geld
  • Elektronisch betalen (telefoon, internetbankieren etc)
  •  Creditcard (je betaalt een maand lang niks en betaalt het later terug. Je leent in feiten dus tijdelijk geld van een bank) Daarom heet het ook credit (een lening)

Slide 23 - Diapositive

Geldfuncties

Slide 24 - Diapositive

Je kunt geld op een bankrekening zetten
  • Als er geld op je bankrekening staat, heb je een creditsaldo. 


  • Als je rood staat, heb je een debetsaldo. Wat is een debetsaldo eigenlijk?

Slide 25 - Diapositive

Redenen om te sparen
Sparen voor een doel
Sparen uit voorzorg
Sparen voor rente

Slide 26 - Diapositive

Spaarmotieven
Er zijn drie redenen om te sparen:

  • sparen voor de rente;
  • sparen voor een doel;
  • sparen uit voorzorg.

Slide 27 - Diapositive

Enkelvoudige interest
Bij enkelvoudige interest wordt alleen interest berekend over het beginkapitaal.

Slide 28 - Diapositive

Samengestelde interest
Bij samengestelde interest krijg je niet alleen interest over het beginkapitaal maar ook over de eerder bijgeschreven rente.

Slide 29 - Diapositive

Hoogte rentebedrag afhankelijk van:
  • Hoogte van het spaarbedrag
  • Rentepercentage
  • Looptijd (hoelang zet je het geld op een rekening)
  • Opnamekosten die je soms moet betalen (als je geld opneemt) 

Slide 30 - Diapositive

2.4 Leren budgetteren (deel 1)
Budgetteren:
  • het op elkaar afstemmen van je inkomsten en uitgaven

Slide 31 - Diapositive

2.4 Leren budgetteren (deel 1)
Budgetteren:
  • het op elkaar afstemmen van je inkomsten en uitgaven

Slide 32 - Diapositive

Waarom zou je lenen?
Leenmotieven
Leenmotieven zijn redenen om te lenen:
  • Je hebt een tijdelijk geldtekort
  • Je moet een onvoorziene uitgave betalen.
  • Je wil nu iets hebben en niet eerst sparen.

Slide 33 - Diapositive


Maandtermijn lening
is rente en aflossing

Aflossen = geld terugbetalen 
dat je hebt geleend.
Rente=geld dat je extra betaald om het te mogen lenen

Slide 34 - Diapositive

leenvormen
                  1. persoonlijke lening
                   2. doorlopend krediet
3. huurkoop
                   4. koop op afbetaling 

Slide 35 - Diapositive

Kopen op afbetaling
Een zeer veel voorkomende vorm van CONSUMPTIEF KREDIET is kopen op afbetaling. 
Vaak betaal je dan een deel, bv 20% aan en de resterende 80% betaal je in termijnen terug. Er zijn twe vormen van koop op afbetaling die je moet kennen:
1. de standaard koop op afbetaling
2. huurkoop

Slide 36 - Diapositive

Persoonlijke lening
Persoonlijke lening: het geleende bedrag krijg je in één keer in handen en betaal je terug in vaste termijnen voor aflossing en rente.


Slide 37 - Diapositive

Koop op afbetaling

Slide 38 - Diapositive

Huurkoop en leasing
Huurkoop: eigenaar na betaling laatste termijn
Leasing: huur van duurzaam gebruiksgoed over langere tijd

Slide 39 - Diapositive

Doorlopend krediet
  • Maximumbedrag/kredietlimiet
  • In één keer of in delen
  • Alleen interest over wat je leent
  • Termijnen afbetalen
  • Mag weer opnieuw opnemen

Slide 40 - Diapositive

Doorlopend krediet.
Je mag tot een afgsproken bedrag lenen. Als je dan weer aflost dan mag je dat daarna weer lenen.

Slide 41 - Diapositive

Soorten uitgaven
Inkomsten
€    
Uitgaven
€   
Loon
1.250
Boodschappen
400
Huurtoeslag
340
Huur
1.050
Rente
5
Kleding
125
Totaal
€ 1.595
Totaal
€ 1.575
Soorten Uitgaven:
Dagelijkse uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven

Slide 42 - Diapositive

Wat kan je uitgeven?
Vaste lasten                                                                                                Regelmatig terugkerende uitgaven.

Huishoudelijke uitgaven                                                                            dagelijkse boodschappen en uitgaven voor                                persoonlijke verzorging

Slide 43 - Diapositive

Incidentele uitgaven
Dit zijn onverwachte uitgaven.
Voor deze uitgaven moet vaak gespaard worden,
bijvoorbeeld een reparatie aan de auto

Slide 44 - Diapositive

NIBUD
Nibud = Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

  • onderzoek naar inkomsten en uitgaven van mensen
  • advies geven over omgaan met geld

Slide 45 - Diapositive

Reserveren
Reserveren = sparen 

Slide 46 - Diapositive

Budgetteren
het op elkaar afstemmen van je inkomsten en uitgaven

Slide 47 - Diapositive