Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
aangeboren aandoeningen
"fout" in chromosomen of genen
- te veel chromosomen: syndroom van Down
- genen zijn beschadigd.
Slide 3 - Diapositive
Syndroom van Down
Ontstaan
In een geslachtscel komt het 21e chromosoom dubbel voor.
Die geslachtscel bevat 24 chromosomen.
De bevruchte eicel bevat 47 chromosomen.
2
Trimosie
Trimosie: Het 21e chromosoom komt 3x voor
Tri=3
1
Slide 4 - Diapositive
Vlokkentest
Slide 5 - Diapositive
vlokkentest
vruchtwaterpunctie
Slide 6 - Diapositive
Bij echoscopie worden chromosomen van een ongeboren kind onderzocht.
A
goed
B
fout
Slide 7 - Quiz
Echoscopie
Door middel van geluidsgolven wordt het embryo zichtbaar gemaakt op het scherm.
Alleen abnormale vormen
kunnen worden gesignaleerd
Slide 8 - Diapositive
Een andere methode van erfelijkheidsonderzoek bij ongeboren kinderen is een vruchtwaterpunctie. Wat probeert men bij een vruchtwaterpunctie op te sporen?
A
Eventuele afwijking in de bouw van de placenta.
B
Eventuele afwijking in de chromosomen van cellen die in het vruchtwater voorkomen.
C
Eventuele groeistoornissen bij het embryo
D
Eventuele schadelijke stoffen die in het vruchtwater kunnen komen.
Slide 9 - Quiz
In de afbeelding zie je een vorm van erfelijkheidsonderzoek.
Wat zie je?
A
een NIPT test
B
een vlokkentest
C
een vruchtwaterpunctie
D
Hier telt men bacteriën
Slide 10 - Quiz
Mutaties
Slide 11 - Diapositive
kanker
Soms vinden mutaties plaats in genen die de celdeling regelen.
Hierdoor kunnen cellen zich ongeremd gaan delen, dit zorgt voor een gezwel(tumor).
Als de tumor snel groeit spreek je van kanker.
Mutagene stoffen kunnen kankerverwekkend zijn.
Slide 12 - Diapositive
Uit welke stof bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Genen
C
Mutaties
D
Draden
Slide 13 - Quiz
Mutaties
Mutaties: veranderingen in de basen volgorde van het DNA.
Oorzaak
kopieerfout door/of invloeden van buitenaf (straling, alcohol)
Slide 14 - Diapositive
Mutaties vinden plaats in ....
A
Alle lichaamscellen
B
Geslachtscellen
C
Delende cellen
D
Oude cellen
Slide 15 - Quiz
Door mutaties ontstaat variaties in het genotype?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Bij kanker gaat een cel zich ongeremd delen door mutaties.
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quiz
leukemie = kanker van witte bloedcellen
Aanmaak van teveel (onrijpe) witte bloedcellen
Gevolg:
Te weinig goede bloedcellen -zuurstof tekort
- infecties
- bloedingen
Slide 18 - Diapositive
dominant of recessief
dominant = overheersend: bijvoorbeeld A
recessief = ondergeschikt: bijvoorbeeld a
Dominant homozygoot: AA
Dominant heterozygoot: Aa
Recessief (dus homozygoot) aa
Slide 19 - Diapositive
Intermediair fenotype
beide genen even sterk
Rood leeuwenbekje = ArAr
Wit leeuwenbekje = AwAw
Roze leeuwenbekje = ArAw
Slide 20 - Diapositive
Aw Aw
Aw Ar
Ar A r
homozygoot
homozygoot
heterozygoot
Slide 21 - Diapositive
aa is:
A
Homozygoot
B
Homozygoot recessief
C
Homozygoot dominant
D
Heterozygoot
Slide 22 - Quiz
A
heterozygoot
B
homozygoot dominant
C
homozygoot recessief
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Vidéo
Slide 25 - Vidéo
Beantwoord de 2 sleepvragen
Dominant
recessief
BB en BB
BB en Bb
Bb en Bb
Het gen van het Usher syndroom is
Mogelijk genotype van de ouders
Slide 26 - Question de remorquage
Twee planten met gele tomaten worden met elkaar gekruist. Hoe groot is de kans op nakomelingen met rode tomaten? Rood is dominant
Wat is dominant?
Schrijf dat op. Je weet nu ook wat recessief is. Schrijf dit op.
Schrijf de letters ook op.
Schrijf nu alle mogelijkheden op, met homozygoot/heterozygoot erbij
Wat is dominant? Roodis dominant
Geel is recessief
Rood: R
Geel: r
Mogelijkheden:
RR homozygoot dominant rood
Rr heterozygoot rood
rr homozygoot recessief geel
2
Lees de vraag goed:
geel x geel
kk x kk
Zet dit in een kruisingsschema Er kan alleen kk ontstaan
3
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%
Slide 27 - Quiz
biotechnologie
Slide 28 - Diapositive
https:
Slide 29 - Lien
Veranderen van genotype
Genetische modificatie
Een organisme dat genetisch gemodificeerd is heet: transgeen
Slide 30 - Diapositive
Insuline is een vb van een medicijn dat dankzij de biotechnolgie door bacterien wordt gemaakt. Diabetes patienten gebruiken dit om het suikergehalte in het bloed te regelen.
Slide 31 - Diapositive
Moderne biotechnologie
Organismen krijgen nieuwe eigenschappen doordat hun DNA wordt veranderd. ==> Genetische modificatie
Slide 32 - Diapositive
Het veranderen van erfelijke eigenschappen in een organisme noem je:
A
kruisen
B
selectie
C
inseminatie
D
genetische modificatie
Slide 33 - Quiz
30 Streep de foute woorden door.
De kleine veranderingen in het DNA van het Y-chromosoom zijn ontstaan door genetische MODIFICATIES / MUTATIES. Deze veranderingen worden doorgegeven door EICELLEN / LICHAAMSCELLEN / ZAADCELLEN.
A
Modificaties/eicellen
B
Mutaties/zaadcellen
C
Eicellen/zaadcellen
D
Zaadcellen/modificatie
Slide 34 - Quiz
De cel en genen veranderen van planten, om ze te verbeteren noem je?