Les 6: methodiek

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Methodiek 

Les 6 

Vorige keer.. 

Hebben wij geleerd wat de uitgangspunten zijn van bekende pedagogen... 

Aan het einde van de les: 

• kun je de vier pedagogische uitgangspunten benoemen
• kun je uitleggen wat een pedagogische visie inhoudt.
  
• kun je voorbeelden noemen van pedagogisch stromingen 
• Kun je uitleggen wat de pedagogische stromingen inhouden

Toets: 4 juli!! 

Wat moet je leren? 

Methodiek: Module 1, hoofdstuk 2

Pedagogisch klimaat: Module 1, hoofdstuk 2  

En let op! Theorie uit de powerpoints!

Opvoeden en methodisch werken

Vier pedagogische uitgangspunten: 

• Veiligheid bieden 
• Uitdaging bieden om persoonlijke ontwikkeling te stimuleren 
• sociale competenties stimuleren 
• Normen en waarden overdragen 
• Hoe doe jij dit al op je BPV? 

Problemen in de opvoeding 

• Als pedagogische medewerker deel je de opvoeding met ouders en collega’s
  
• Sluit aan bij wensen en behoeften van ouders
  
• Geen probleem in de opvoeding, geen noodzaak tot interventie
  

Wat is een interventie? 

Interventie betekent letterlijk: tussenkomst. De leerkracht grijpt in, met als doel het gedrag van de leerling of de omstandigheden te beïnvloeden. De interventie kan gericht zijn op het sociale gedrag, het cognitieve gebied of de motivatie. Een interventie kan op school-, klas- of kindniveau worden ingezet.

Wat is een interventie? 

• Een interventie is gericht op een bepaald probleem (problemen in de groep, samenwerking of gedrag) 
• Interventie altijd in samenspraak met ouders/verzorgers 
• Passen bij het kind 

Soorten interventies 

Preventieve interventie	Curatieve interventie
Zet je in om een probleem te voorkomen. Vooral gericht op ouders en tot doel hun opvoedingsvaardigheden verbeteren. Voor kinderen ook mogelijk, denk hierbij aan weerbaarheid versterken.	In te grijpen bij problemen die al aanwezig zijn (probleem oplossend) Bijvoorbeeld wanneer er zich thuis crisissituaties afspelen of kindermishandeling plaatsvindt.

Interventies en probleemgebieden

Psychosociaal functioneren: stemmingen, gedrag, angsten of verslaving

Gezondheid en lichamelijk functioneren:  obesitas, roken of ongezond eten

Ontwikkelingsfuncties: taal, spraak, motoriek of schoolprestaties

Gezin op opvoedingsomgeving: opvoedingsproblemen en/of armoede

Omgeving kind: Invloed vrienden of blootstelling drug/wapens

Horizontale / verticale groepen

Horizontale groepen: Kinderen van één dezelfde leeftijd bij elkaar voorbeeld: babygroep, dreumesgroep, peutergroep.

Verticale groepen: verschillende leeftijd groepen door elkaar voorbeeld: kinderen van 0-4 jaar bij elkaar.

Opendeuren beleid: Kinderen van verschillende leeftijden samen te laten spelen 

voorbeeld: Speeluur voor alle klassen hetzelfde en hierbij bij elkaar mogen kijken/spelen

Pedagogische stroming 

Een pedagogische stroming is een theorie over opvoeding, ontwikkeld door een deskundige. 

Oplossingsgericht opvoeden 

Ook wel gentleparenting genoemd 

'kijken naar wat wel goed gaat, je richt je op krachten en sterke kanten'

Oplossingsgericht opvoeden

Kenmerk: taalgebruik tussen opvoeder en kind. 

Bestaat uit vragen die het kind uitnodigen om zijn eigen talenten, oplossingen en doelen te benoemen

Stel dat jij de juf of de meester was, wat zou je dan in de klas anders doen? 

Onderwijsvernieuwing

Basisscholen zoeken manieren om het onderwijs aan te laten sluiten bij de wereld waarin leerlingen leven en zullen gaan leven. 

voorbeeld: 21e eeuwse vaardigheden 

Onderwijsvernieuwing 

Natuurlijk leren: volgens deze manier van deken is niet de lesmethode leidend, maar de interesse, keuze en het niveau van het kind. 

Ontwikkelingsgericht onderwijs: bereiden leerlingen voor op deelname aan de samenleving van morgen. Doen ze door te werken vanuit zinvolle en uitdagende thema's 

Ervaringsgericht onderwijs: gaat uit van de betrokkenheid van de leerlingen door aan te sluiten bij hun leefwereld en met veel ruimte voor eigen keuzes. 

Tips en tops

Tijd voor de oefentoets 

Volgende week...

Toets!!!!