7/12: argumenteren 6.1

Welkom
Pak alvast: Nieuw Nederlands en schrift
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom
Pak alvast: Nieuw Nederlands en schrift

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Lezen
Uitleg en opdrachten bij 6.1


Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van de les
... kan je onderscheid maken tussen feitelijke en waarderende argumenten;
... kan je argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen en begrijpen

Slide 3 - Diapositive

Verschillende argumenten
'Omdat Nederland behoort tot de twintig meest welvarendste landen van de wereld, zouden we in ons land meer vluchtelingen moeten toelaten.'

'We moeten meer vluchtelingen toelaten. Het is immers onze morele plicht om medemensen te helpen.'

Slide 4 - Diapositive

Feitelijk en waarderend
  • Feitelijk = objectief. Te controleren, waar of onwaar!
  • Waarderend = subjectief. Wenselijk, gepast, goed of slecht, etc. 
  • Waarderend argument moet je vaak verder ondersteunen

Slide 5 - Diapositive

Feitelijk of waarderend?
  • 'Ik vind een telefoon onmisbaar, want zonder telefoon zou ik echt ongelukkig zijn.'
  • 'Ik vind dat je het WK 2022 niet kunt kijken, want het is een toernooi over de rug van omgekomen arbeiders.'
  • 'Amsterdam is een goede stad voor een ckv-excursie, omdat de stad veel verschillende musea heeft.'

Slide 6 - Diapositive

Tegenargument en weerlegging
Niet eens met iemands argumentatie? Dan kan je twee dingen doen:
  • Ingaan op het standpunt en een tegenargument inbrengen, 
  • Ingaan op het argument en dat weerleggen. (= onjuistheid aantonen, met tegenbewijs komen, ontkrachten, etc.)

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld
Stel, mijn standpunt + argument is: 'Grey's anatomy is een goede serie, want er komen veel verschillende verhaallijnen aan bod.' Iemand die het daar niet mee eens is, kan zeggen:
  • Het is geen goede serie, want de acteurs kunnen voor geen meter acteren. = tegenargument
  • En die verschillende verhaallijnen dienen puur ter opvulling. = weerlegging

Slide 8 - Diapositive

Tegenargument en weerlegging
1. 'Aangezien het een oplossing voor het fileprobleem is, moet iedereen meer met de trein reizen.'
Reactie:
2. Met de trein ben je veel langer onderweg
3. In grote delen van Nederland is er helemaal geen fileprobleem.

- Wat is het standpunt en het gegeven argument in zin 1?
- Wat is het tegenargument? Wat is de weerlegging?

Slide 9 - Diapositive

Oefenen
  • Maak opdracht 1 bij 'feitelijk en waarderend'
  • Maak opdracht 3 en 5 bij 'tegenargument en weerlegging'
  • Blz. 192-194
  • Lastig? Zie de theorie op blz. 192-193
  • Je mag samenwerken
  • 15 minuten. Niet klaar = huiswerk

Slide 10 - Diapositive

Vrijdag
Huiswerk: opdracht 1, 3 en 5
Toets bespreken
Laatste presentaties
Oeroeg moet dinsdag uit zijn!

Slide 11 - Diapositive