Examen training 1: note taking and present simple

• Engels
• MBO
• Studiejaar 1

Welcome back!

Book B

P. 132

Present simple
He ..... (to call)

1. call
2. calls

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.

1. start
2. starts

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.

1. talk
2. talks

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.

1. wear
2. wears

(to walk) present simple
He ....... in the park.

(to teach) present simple
She ..... English.

(to cry) present simple
The baby ..... .

(to be)
He ..... my brother.

1. am
2. are
3. is

(to be)
We ..... at school.

1. am
2. are
3. is

(to be)
Where ..... I?

1. am
2. are
3. is

Gesprek over leer-/werkbedrijf waar jij werkt.

Voor het examen Engels Gesprekken voeren A2 voer je met een medewerker van een Engelstalig bedrijf, waarbij je informatie geeft over je bedrijf.

De gespreksleider speelt de medewerker van een Engelstalig bedrijf.

Gesprek over leer-/werkbedrijf waar jij werkt.

Het gesprek moet ongeveer 4 minuten duren.

De volgende punten moeten aan bod komen tijdens het gesprek:

1. Spreek de medewerker van het Engelstalige bedrijf aan.

2. Stel jezelf voor.

3. Bied aan iets te vertellen over het bedrijf/de instelling waar je werkt.

4. Vertel wat jouw bedrijf/instelling doet.

5. Reageer op de vraag hoeveel medewerkers er bij het bedrijf/de instelling werken.

6. Reageer op de vraag sinds wanneer het bedrijf/de instelling bestaat.

7. Vertel wat je eigen mening is over het bedrijf/de instelling.

8. Nodig de medewerker uit om een keer langs te komen.

9. Leg uit waar het bedrijf/de instelling gevestigd is.

10. Neem afscheid van de medewerker.

Presentatie over BPV aan een groep internationale studenten

Het doel van je presentatie is je publiek te informeren over jouw BPV. Je bereidt hiervoor een PowerPoint of Prezy.

Presentatie over BPV aan een groep internationale studenten

Inhoud

De volgende punten moeten aan bod komen:

1. Stelt jezelf voor.

2. Waar heb je stage gelopen?

3. Geef een beschrijving van het bedrijf/de instelling.

4. Vertel wanneer en hoe lang je stage gelopen hebt.

5. Vertel op welke dagen je stage hebt gelopen.

6. Vertel wat je werkzaamheden waren tijdens de stage en hoe je die hebt aangepakt.

7. Vertelt wat het belangrijkste is wat jij geleerd heeft en waarom jij dat belangrijk vindt.

8. Vertel wat je vindt van de stage.