Les 2: taal en dorwerking opdr 4 t/m 6

brugklas Klassieke Talen
les 2: de taal van de Romeinen in het heden
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

brugklas Klassieke Talen
les 2: de taal van de Romeinen in het heden

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Vragen over de taal en cultuur van de Romeinen en de doorwerking daarvan kunnen beantwoorden.

Slide 2 - Diapositive

Planning
  1. Start 
  2. Herhaling inleiding Latijn blz 4 t/m 7
  3. Huiswerk bespreken 
  4. uitleg+maken opdrachten 5 t/m 6


  5. Afronding

Slide 3 - Diapositive

Latijn wordt weleens een 'dode taal' genoemd. Leg uit waarom het Latijn toch nog overal om ons heen 'leeft'.

Slide 4 - Question ouverte

Herhaling blz 4 t/m 7
  • Latijn is een 'dode taal' maar taal en cultuur van Romeinen toch nog veel om ons heen;
  • Denk aan bogen, bakstenen, woorden als aquaduct, agenda, examen, computer;
  • Taal van de Romeinen heet Latijn naar het gebied van de Latini (de streek Latium) rondom Rome. 
  • Rome gesticht op 21 april 753 v.Chr... schijnt.
  • Latijn lange tijd een wereldtaal/ lingua franca van Europa tot ± 1800 en heeft zo invloed gehad op moderne talen als Frans, Spaans etc.

Slide 5 - Diapositive

huiswerk bespreken
Opdracht 1
  • Veel moeilijke woorden in het Nederlands komen uit het Latijn en zul je beter leren begrijpen --> door Latijn breid je dus je woordenschat uit.
  • Ook in veel andere talen veel woorden uit het Latijn, waardoor je die talen makkelijker zult leren of begrijpen;
  • Romeinen hebben ook veel invloed gehad op de Westerse cultuur, die je door je kennis van de taal en cultuur van Romeinen beter zult begrijpen;
  • Romeinen hebben diverse beroemde, mooie en invloedrijke verhalen en teksten achtergelaten, die heel belangrijk zijn geweest voor latere schrijvers of gewoon heel mooi zijn om te lezen. 

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 2 en 3
  • Opdracht 2a: Colosseum, gebruikt voor gladiatorgevechten;
  • Opdracht 2b: bogen, helemaal rond, losstaand in de stad i.p.v. tegen een berg
  • Opdracht 2c: zuilen, godenbeelden, sierlijsten, geometrische vormen, marmer/ rijke steensoort

Opdracht 3
  • Eboracum = York / Noviomagus = Nijmegen / Augusta Treverorum = Triër / Olisipo = Lissabon
  • Roma = Rome / Alexandria = Alexandrië / Byzantium = Istanbul / Forum Hadriani = Voorburg 

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 4
  1.  Er zijn meerdere manieren om je doel te bereiken;
  2. Grootse projecten kosten tijd/ wees geduldig;
  3. Heel oud!
  4. Onzin/ Onbegrijpelijk
  5. Ik kwam, ik zag, ik overwon!
  6. Door de moeilijkheden naar de sterren (± na regen komt zonneschijn)
  7. Ik worstel en kom boven (spreuk van Zeeland)
  8. Animus Sanus In Corpore Sano = een gezonde geest in een gezond lichaam

Slide 8 - Diapositive

In welke talen kun jij tot 10 tellen?

Slide 9 - Carte mentale

Opdracht 5
sex

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 5
  • Opdracht 5b: Latijn, Italiaans, Spaans, Frans = Romaanse talen / Nederlands en Duits = Germaanse talen / Engels

  • Opdracht 5c: Italiaans, Spaans, Frans (en Roemeens en Portugees) zijn min of meer rechtstreeks uit het Latijn ontstaan. De overige talen hebben wel invloed van het Latijn gekend, maar zijn onafhankelijk van het Latijn ontstaan.

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 6
  • 6a: Martius, Aprilis, Maias, Junius, Julius, Augustus, September, Octobres, November, December, Januarius, Febrarius;
  • Waarom zou het jaar bij de Romeinen nou zijn begonnen in maart i.p.v. januari? 
  • 6b: Laatste maand van het oorspronkelijke Romeinse jaar: logisch om aan het eind een dag extra te plakken als dat nodig is;
  • 6c: Septem = 7, Octo = 8, Novem = 9, Decem = 10, dus 2 maanden eerder dan bij ons omdat het jaar nu niet in maart maar al in januari begint. 
  • 6d: Lente, Zomer, Herfst en Winter. 

Slide 12 - Diapositive

Terugblik op de Lesdoelen
  • Vragen over de taal en cultuur van de Romeinen en de doorwerking daarvan kunnen beantwoorden.
  • In het Latijn kunnen tellen + doorwerking van de Latijnse namen voor getallen kunnen herkennen

  • Huiswerk volgende les maken opdracht 5+6

Slide 13 - Diapositive

Wat heb je van deze les geleerd of wat ga je van deze les onthouden?

Slide 14 - Question ouverte

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage