Nieuwsbegrip 6 april 2020

Welkom

  • Wat gaan we doen?
  • Nieuwsbegrip d.m.v. een LessonUp
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom

  • Wat gaan we doen?
  • Nieuwsbegrip d.m.v. een LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Wat moet je doen?

  • Open de tekst in Teams-T2b-Begrijpend lezen
  • De tekst staat bij Bestanden en bij Posts
  • Ook staat de tekst in de studiewijzer bij Magister

Slide 2 - Diapositive

Wat moet je doen?
  • Beantwoord de vragen in de LessonUp 
  • Let op: je geeft JOUW EIGEN antwoorden
  • Ben je klaar? Sluit de les af
  • Mevrouw Nuis kan precies zien of je aan het werk bent (geweest)

Slide 3 - Diapositive

Een aantal opmerkingen vooraf
  • Lees de tekst zorgvuldig
  • Maak de opdrachten zelfstandig  en formuleer je eigen antwoorden
  • Bij iedere opdracht kun je meerdere keren een antwoord geven;
  • Jouw eerste antwoord telt
  • Je voortgang - dus ook hoe lang je met bepaalde vragen bezig bent geweest EN of je antwoorden opnieuw hebt ingevuld, kan mevrouw Nuis bekijken!

Slide 4 - Diapositive

Heb je de tekst voor je?
  • Ja
  • Dan kun je NU beginnen!
  • Nee 
  • Regel dat dan snel; dan kun je aan de slag!
  • In Teams bij Begrijpend Lezen - 

Slide 5 - Diapositive


Beantwoord de onderstaande 2 vragen

Slide 6 - Question ouverte


Beantwoord de onderstaande 2 vragen

Slide 7 - Question ouverte


Beantwoord de onderstaande vraag

Slide 8 - Question ouverte

Lees de zin ‘De coronacrisis … proces echter versneld (r. 3)’. Welk proces wordt hier bedoeld?
A
de coronacrisis
B
het invoeren van gebarentolken op televisie
C
samenwerken met andere landen
D
service verlenen aan doven en slechthorenden

Slide 9 - Quiz

Wat betekent 'usance' (r.9)
A
de aanwezigheid
B
de drukte
C
het gebruik
D
tolken

Slide 10 - Quiz

Wat was halverwege 2019 al mogelijk?
A
Alle Jeugdjournaals met tolk bekijken
B
Helemaal geen journaals met tolk bekijken
C
Journaal en Jeugdjournaal van 's ochtends met tok bekijken
D
Journaals van de vorige dag met tolk bekijken

Slide 11 - Quiz

De schrijver van deze tekst schrijft dat hij het niet kan beoordelen.
Wat kan hij niet beoordelen?
A
Of ‘hamsteren’ in de Nederlandse Gebarentaal bestaat.
B
Of Irma Sluis een landelijke coryfee is.
C
Of Nederlandse Gebarentaal moeilijk is.
D
Of tolk Irma Sluis het uitstekend doet.

Slide 12 - Quiz

Welke twee taalfamilies worden genoemd in het stukje Gebarentaal?
(Meer antwoorden goed.)
A
de Amerikaanse familie
B
de familie van Groot-Brittannië, Australië en Nieuw-Zeeland
C
de Franse familie
D
de Nederlandse familie

Slide 13 - Quiz

Wat is een ander woord voor ‘spraakafzien’ (r. 65)?
A
geen moeite doen
B
lezen
C
liplezen
D
luisteren

Slide 14 - Quiz

Wat is jouw mening over gebarentolken?
Leg je antwoord duidelijk uit!

Slide 15 - Question ouverte

Hoe heb jij deze les gemaakt?
A
Uitstekend
B
Goed
C
Matig
D
Onvoldoende

Slide 16 - Quiz

Klaar?
  • Ben je klaar?
  • Sluit LessonUp af 
  • Je bent klaar voor vandaag!

Slide 17 - Diapositive