In deze lessonup behandel je de stof van periode 1. Je kunt aan de hand van deze lessonup jouw proceso (leerproces) zien van Spaans. Je kunt zien wat er goed gaat, wat je begrijpt, wat je nog niet begrijpt of nog beter kunt doen.
Succes!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Proceso - GRM
In deze lessonup behandel je de stof van periode 1. Je kunt aan de hand van deze lessonup jouw proceso (leerproces) zien van Spaans. Je kunt zien wat er goed gaat, wat je begrijpt, wat je nog niet begrijpt of nog beter kunt doen.
Succes!
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Los verbos regulares
Slide 3 - Diapositive
de 3 onregelmatige ww
Slide 4 - Diapositive
Koppel de lidwoorden met de woordjes
el
la
los
las
....... libro
... familia
... cuadernos
... ciudades (steden)
Slide 5 - Question de remorquage
ciudad
canción
profesora
playa
edad
bolígrafo
libro
instituto
chicos
ejercicio
semanas
Mannelijke woordjes
Vrouwelijke woordjes
Slide 6 - Question de remorquage
.... hermana de Laura vive en Utrecht. Su casa es muy bonita. (welk lidwoord moet bij de puntjes komen?)
A
una
B
la
C
las
D
el
Slide 7 - Quiz
El Amadeus tiene muchos alumnos. ... instituto (school) es bastante grande.
A
el
B
los
C
un
D
la
Slide 8 - Quiz
Harry Potter es ... libro. (welk lidwoord?)
A
el
B
la
C
un
D
los
Slide 9 - Quiz
Barcelona es ... ciudad. Es ... ciudad muy bonita. Tiene ... playa. (welk lidwoord kan bij de drie?)
A
una
B
la
C
el
D
un
Slide 10 - Quiz
Vocabulario periode 1 (zet in de mindmap zoveel mogelijke woorden van periode 1 in het Spaans)
Slide 11 - Carte mentale
¿Dónde…?
¿Cuándo…?
¿Cómo…?
¿Cuánto/a/
os/as…?
¿Por qué…?
¿Quién/
quiénes…?
Waar...?
Wanneer...?
Hoe...?
Hoeveel...?
Waarom...?
Wie...?
Oefen met vraagwoorden
Slide 12 - Question de remorquage
Vervoeg de regelmatige ww: Yo ... (1.vivir) en Holanda y yo .... (2.hablar) holandés. Ahora yo .... (3.aprender) español. Yo ... (4.escuchar) música en español y ... (5.leer) mucho. Yo ... (6.charlar) mucho con amigos.
Slide 13 - Question ouverte
Vervoeg de regelmatige ww: Mi profesora .... (1.hablar) español conmigo. Ella ... (2.vivir) en Holanda. Nosotros ... (3.escribir) en nuestro cuaderno. En el recreo nosotros ... (4.comer) y ella ... (5.trabajar)
Slide 14 - Question ouverte
Vervoeg de onregelmatige ww: Mi país ... (1.llamarse) Argentina. Yo ... (2.llamarse) Laura y ... (3.tener) trece años. Argentina ... (4. ser) un país grande. El país ... (5. tener) muchos habitantes. Yo ... (6.ser) de Argentina.