Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Oefenen Hst 5 Taalkundig ontleden
Oefenen Hst 5
Pak je telefoon erbij
1 / 31
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
31 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Oefenen Hst 5
Pak je telefoon erbij
Slide 1 - Diapositive
Welke woordsoort is het dikgedrukte woord:
Ik vlieg
naar
de maan
A
voorzetsel
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 2 - Quiz
Welke woordsoort is het dikgedrukte woord:
Ik vlieg naar de
maan
A
voorzetsel
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 3 - Quiz
Welke woordsoort is het dikgedrukte woord:
Ik vlieg naar de
maan
A
voorzetsel
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 4 - Quiz
Welke woordsoort is het dikgedrukte woord:
Je hebt
witte
druiven en rode.
A
voorzetsel
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 5 - Quiz
Welke woordsoort is het dikgedrukte woord:
Je hebt witte druiven en
rode.
A
voorzetsel
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 6 - Quiz
Welke woordsoort is het dikgedrukte woord:
Er kan er maar
een
de beste zijn
A
voorzetsel
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 7 - Quiz
Welke woordsoort is het dikgedrukte woord:
Zulke
goede ideeën heeft hij niet vaak
A
voornaamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 8 - Quiz
Welke woordsoort is het dikgedrukte woord:
Hele
goede ideeën heeft hij niet vaak
A
voornaamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 9 - Quiz
Welke woordsoort is het dikgedrukte woord:
Volgens mij komt het vaccin tegen Corona te
laat.
A
voornaamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 10 - Quiz
Welke woordsoort is het dikgedrukte woord:
Misschien komt het wel
nooit.
A
voornaamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 11 - Quiz
Welke woordsoort is het dikgedrukte woord:
Briljante
wetenschappers zijn er mee bezig.
A
voornaamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 12 - Quiz
Is de volgende zin lijdend of bedrijvend?
President Trump wordt goed verzorgd in het Witte Huis
A
lijdend
B
bedrijvend
Slide 13 - Quiz
Is de volgende zin lijdend of bedrijvend?
Het Corona virus is hem 'gegeven' op een gezellig feestje in zijn achtertuin
A
lijdend
B
bedrijvend
Slide 14 - Quiz
Is de volgende zin lijdend of bedrijvend?
Ik denk dat President Trump het virus weer graag doorgeeft aan Vicepresident Biden
A
lijdend
B
bedrijvend
Slide 15 - Quiz
Is de volgende zin lijdend of bedrijvend?
Ik schat hem wel zo onsympathiek in.
A
lijdend
B
bedrijvend
Slide 16 - Quiz
Is de volgende zin lijdend of bedrijvend?
Stel dat het jou overkomt?
A
lijdend
B
bedrijvend
Slide 17 - Quiz
In welke wijs is de volgende zin opgesteld?
Ga in quarantaine, idioot!
A
aantonende
B
gebiedende
C
aanvoegende
Slide 18 - Quiz
In welke wijs is de volgende zin opgesteld?
Opdat hij niet ziek wordt!
A
aantonende
B
gebiedende
C
aanvoegende
Slide 19 - Quiz
In welke wijs is de volgende zin opgesteld?
Op het journaal is te zien dat in Nederland een record aantal besmettingen heeft plaatsgevonden.
A
aantonende
B
gebiedende
C
aanvoegende
Slide 20 - Quiz
In welke wijs is de volgende zin opgesteld?
Op het journaal is te zien dat in Nederland een record aantal besmettingen heeft plaatsgevonden.
A
aantonende
B
gebiedende
C
aanvoegende
Slide 21 - Quiz
Welke werkwoordsvorm is het dikgedrukte woord?
Op het journaal is te zien dat in Nederland een record aantal besmettingen heeft
plaatsgevonden.
A
infinitief
B
onvoltooid deelwoord
C
voltooid deelwoord
Slide 22 - Quiz
Welke werkwoordsvorm is het dikgedrukte woord?
Stotterend
kwam hij tot de conclusie dat hij fout zat.
A
infinitief
B
onvoltooid deelwoord
C
voltooid deelwoord
Slide 23 - Quiz
Welke soort werkwoord is het dikgedrukte woord?
Hij
kwam
tot de conclusie dat hij fout zat.
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
Slide 24 - Quiz
Welke soort werkwoord is het dikgedrukte woord?
Hij
zal
tot de conclusie moeten komen dat hij fout zat.
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
Slide 25 - Quiz
Welke soort werkwoord is het dikgedrukte woord?
Zij
wil
later advocaat worden, daarom doet ze zo haar best.
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
Slide 26 - Quiz
Welke soort werkwoord is het dikgedrukte woord?
Zij
wordt
later advocaat, daarom doet ze nu zo haar best.
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
Slide 27 - Quiz
Welk woord in de volgende zin is de infinitief?
Al moet ik me het schompes werken, ik word advocaat!
A
werken
B
word
C
advocaat
D
schompes
Slide 28 - Quiz
Welk woord in de volgende zin is het voltooid deelwoord?
Hij had al bedacht: dat wordt een gelopen race
A
gelopen
B
bedacht
C
wordt
D
race
Slide 29 - Quiz
Welk werkwoord in de volgende zin is het voltooid deelwoord?
Hij had al bedacht: "dat wordt een gelopen race".
A
gelopen
B
bedacht
C
wordt
D
race
Slide 30 - Quiz
EINDE!
Slide 31 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Oefeningen woordsoorten + zinsleer
il y a 3 jours
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
LV&MV
Février 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhaling woordleer
Avril 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoorden - zelfstandige naamwoorden - bijvoeglijke naamwoorden
Février 2024
- Leçon avec
45 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhalingstoets Nederlands
Décembre 2020
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhaling trim 1
Décembre 2018
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
ma 31 okt herhaling grammatica
Octobre 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2 HV Grammatica (zinsdelen)
Février 2022
- Leçon avec
48 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2