23 mei 2Ta : Grammatica Spelling koppelteken + tussenletter

Welkom!
ma 23 mei
  • Je telefoon in de kast
  • Ga rustig zitten op je vaste plek  
  • Pak alvast je boek en je schrift                          

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
ma 23 mei
  • Je telefoon in de kast
  • Ga rustig zitten op je vaste plek  
  • Pak alvast je boek en je schrift                          

Slide 1 - Diapositive

min. 0-2
Welkom bij deur
Telefoons
Deur dicht
 Wat gaan we doen?

  • Spelling: tussenletter
  • Huiswerk nakijken + oefenen
  • DVT stof
  • Lezen / Lijsterboek
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

min. 2-3
Spelling 
Tussenletter  H. 4. (p. 124-125) 

Slide 3 - Diapositive

min. 15
Tussenletter
H. 4. (p.124-125) startopdracht
  1. beresterk - berensterk 
  2. brekebeen - brekenbeen 
  3. gerstebier - gerstenbier
  4. maneschijn - manenschijn
  5. secondewijzer - secondenwijzer
  6. stationchef - stationschef
  7. suikersoort  - suikerssoort
  8. takkewijf - takkenwijf

Slide 4 - Diapositive

min. 38-49

Tussenletter
H. 4. (p. 124-125) 
Tussenletters in samenstellingen
tussen-s:
  • als je een s hoort(passagierslijst)
  • dubbele s als je s hoort bij vervanging (passagiersschip, passagierslijst)

Slide 5 - Diapositive

min. 38-49

Tussenletter
H. 4. (p. 124-125) 
Tussenletters in samenstellingen
tussen-n:
  • zelfstandig nw met meervoud op -en (berenkuil, vriendendienst)

Slide 6 - Diapositive

min. 38-49

Tussenletter
H. 4. (p.124-125) 
Geen tussen-n:
  • geen meervoud (roggebrood, benzinelucht)
  • er is maar één van (zonnestraal)
  • meervoud op -s (asperges > aspergesoep,
    ziekten/ziektes > ziektekiem.
  • geen zelfstandig naamwoord (blindedarm, huilebalk)
  • versterkt een bijvoeglijk naamwoord: boordevol
  • (deel v.d.) samenstelling niet oorspronkelijke letterlijke betekenis herkenbaar (apekool)

Slide 7 - Diapositive

min. 38-49

Tussenletter
H. 4. (p.124-125) 
Geen tussen-n:
  • geen meervoud (roggebrood, benzinelucht)
  • er is maar één van (zonnestraal)
  • meervoud op -s (asperges > aspergesoep,
    ziekten/ziektes > ziektekiem.
  • geen zelfstandig naamwoord (blindedarm, huilebalk)
  • versterkt een bijvoeglijk naamwoord: boordevol
  • (deel v.d.) samenstelling niet in oorspronkelijke letterlijke betekenis herkenbaar (apekool)

Slide 8 - Diapositive

min. 38-49

Tussenletter
H. 4. (p. 124) opdracht 1 
  1. beresterk 
  2. brekebeen 
  3. gerstebier 
  4. maneschijn 
  5. secondewijzer 
  6. stationschef 
  7. suikersoort  
  8. takkewijf 

Slide 9 - Diapositive

min. 38-49

Tussenletter
H. 4. (p. 125) opdracht 2
  1.  aanvangsalaris – onjuist; je zegt aanvangstijd, dus er moet een tussen-s in: aanvangssalaris 
  2. apentrots – onjuist; apetrots is een versterking van het bijvoeglijk naamwoord trots, dus zonder tussen-n 
  3. bessensap – juist; bes heeft alleen een meervoud op -en
  4. blessureleed – juist; blessure heeft alleen een meervoud op -s
  5. drinkenbroer – onjuist; het eerste deel van het woord is geen zelfstandig nw (ww: drinken), dus drinkebroer 

6 druktemaker – juist; drukte heeft geen meervoud, dus geen tussen-n 

7 ontbijtsspek – onjuist; het is ook ontbijtbord en ontbijtbuffet, dus geen tussen-s: ontbijtspek 

8 personeelsstop – juist; je zegt ook personeelskamer, dus er moet eveneens een tussen-s in personeelsstop 

9 rodekool – juist; het eerste deel (rode) is een bijvoeglijk naamwoord, dus geen tussen-n 

10 ruggesteun – onjuist; rug heeft alleen maar een meervoud op -en, dus er moet een tussen-en in: ruggensteun 

11 spinnenwiel – onjuist; het eerste deel is niet van het zelfstandig naamwoord spin, maar van het werkwoord spinnen, dus geen tussen-en: spinnewiel; maar: spinnenweb 

12 theatersport – juist; bij theater gebruik je meestal het enkelvoud: theaterbezoek, theatervoorstelling 

Slide 10 - Diapositive

min. 38-49

Tussenletter
H. 4. (p. 125) opdracht 2
  • 6. druktemaker – juist; drukte heeft geen meervoud
  • 7. ontbijtsspek – onjuist; het is ook ontbijtbord en ontbijtbuffet, dus geen tussen-s: ontbijtspek 
  • 8. personeelsstop – juist; je zegt ook personeelskamer
  • 9. rodekool – juist; het eerste deel (rode) is een bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Diapositive

min. 38-49

Tussenletter
H. 4. (p. 125) opdracht 2
  • 10. ruggesteun – onjuist; rug heeft alleen meervoud op -en, dus er moet een tussen-en in: ruggensteun 
  • 11. spinnenwiel – onjuist; het eerste deel is niet van het zelfstandig naamwoord spin, maar van het werkwoord spinnen, dus geen tussen-en: spinnewiel (wel: spinnenweb)
  • 12. theatersport – juist; vervanging theateropleiding

Slide 12 - Diapositive

min. 38-49

Tussenletter
H. 4. (p. 125) opdracht 3
  1. aardewerk 
  2. blindedarm 
  3. dwingeland 
  4. eikenboom 
  5. etagewoning 
  6. groenteboer 

Slide 13 - Diapositive

min. 38-49

Tussenletter
H. 4. (p. 125) opdracht 3
  • 7. krantenkop 
  • 8. leeuwendeel 
  • 9. Onze-Lieve-Vrouwekerk 
  • 10. stekeblind 
  • 11. tarwemeel 
  • 12. vitaminegebrek 

Slide 14 - Diapositive

min. 38-49

Tussenletter
H. 4. (p. 125) opdracht 4
  1. baggerschip (baggerboot)
  2. filiaalchef (filiaalmedewerker)
  3. landingssnelheid (landingsbaan)
  4. luchtspiegeling (luchttoevoer)
  5. parlementszetel (parlementslid)
  6. verkiezingsstrijd (verkiezingsposter)
  7. vissersschuit (vissersboot)
  8. woningschaarste (woningnood)

Slide 15 - Diapositive

min. 38-49

Tussenletter
H. 4. (p. 125) opdracht 5
  1. apenkool – onjuist: apekool (niet letterlijk herkenbaar) 
  2. duimenlot – onjuist: duimelot (niet letterlijk herkenbaar) 
  3. ellenboog – onjuist: elleboog (niet letterlijk herkenbaar) 
  4. flierefluiter – juist: niet letterlijk herkenbaar
  5. gemeentegrens – juist: meervoud op -n en op -s, dus geen tussen-en: gemeentegrens 
  6. huizehoog – onjuist: uitzondering! Het is een versterking, maar het linkerdeel geeft een ‘maat’ aan (vergelijk: mijlenver, urenlang): huizenhoog 

7 ladenkast – onjuist; lade heeft zowel een meervoud op -n als een meervoud op -s, dus geen tussen-en: ladekast 

8 ledemaat – juist; niet (meer) als samenstelling herkenbaar 

9 madelief – juist; niet (meer) als samenstelling herkenbaar 

10 reuzesprong – onjuist: reus heeft alleen een meervoud op –en: reuzensprong; maar reuzeleuk 

11 ruggenspraak – onjuist; niet (meer) als samenstelling herkenbaar: ruggespraak 

12 schattenbout – onjuist; niet (meer) als samenstelling herkenbaar: schattebout 

Slide 16 - Diapositive

min. 38-49

Tussenletter
H. 4. (p. 125) opdracht 5
  • 7. ladenkast – onjuist; lade heeft meervoud op -n op -s, dus geen tussen-n: ladekast 
  • 8. ledemaat – juist (niet letterlijk herkenbaar) 
  • 9. madelief – juist (niet letterlijk herkenbaar) 
  • 10. reuzesprong – onjuist: meervoud op –en: reuzensprong 
  • 11. ruggenspraak – onjuist (niet letterlijk herkenbaar) ruggespraak 
  • 12 schattenbout – onjuist (niet letterlijk herkenbaar) schattebout 

Slide 17 - Diapositive

min. 38-49

DVT 

Slide 18 - Diapositive

min. 15
DVT
Stof voor de DVT toets:
  • De brug (p. 247-249) nw gez en bwb
  • Grammatica H. 1 (p.28-29) wg en lv wederkerende werkwoorden
  • Grammatica H. 4 (p.118-119) Samengestelde zinnen
  • Spelling H.1 (p. 34-35) Leestekens
  • Spelling H. 3 (p.94-95) Koppelteken, weglatingsstreepje
  • Spelling H. 4. (p.124-125) Tussenletters

Slide 19 - Diapositive

min. 38-49

Lezen


Lijsterboek (15 min.)

Slide 20 - Diapositive

min. 49-54

Morgen DVT-toets
  • Zie SOM voor overzicht stof

Neem je Lijsterboek mee

Slide 21 - Diapositive

min. 54-55
Huiswerk in SOM
Hoe vonden jullie het zelf (beurt geven aan onrustige leerling).
Afsluiting
  • Pak je spullen in
  • Ruim je tafel op
  • Wacht op je stoel tot de bel gaat
  • Na de bel mag je je telefoon pakken
  • Fijne dag!

Slide 22 - Diapositive

Min. 60