Terugblik advertentie, affiche en flyer + verwijzen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1
Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
timer
15:00
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Advertentie
Affiche
Flyer
Krant, tijdschrift, internet
Bushokje, raam
Uitdelen, huis-aan-huis, winkels
Slide 5 - Question de remorquage
advertentie
affiche
flyer
Slide 6 - Question de remorquage
Wat is het belangrijkste doel van een advertentie, affiche en flyer?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 7 - Quiz
Waarmee controleer je jezelf of alle informatie erin staat?
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
play.kahoot.it
Slide 10 - Lien
Lesdoel
Wat kan je straks?
- Zorgen voor een goede samenhang in je tekst.
- Op de juiste manier verwijzen.
Slide 11 - Diapositive
Verwijzen
Met verwijswoorden verwijs je naar andere woorden.
Verwijswoorden verwijzen meestal naar een woord dat al eerder genoemd is of wijzen vooruit naar een woord dat nog genoemd gaat worden.
Kijk maar eens naar de volgende zin:
Slide 12 - Diapositive
Voorbeeldzin zonder verwijzingen
Siem heeft zin in de vakantie. Siem gaat dan samen met Siems ouders een weekje weg. Siems vader heeft Siem verteld dat ze naar Kreta gaan.
Je ziet het: de tekst is op deze manier niet zo fijn om te lezen. Ook is hij erg saai. Daarom kun je beter een tekst schrijven mét verwijswoorden.
Slide 13 - Diapositive
Voorbeeldzin mét verwijswoorden
Siem heeft zin in de vakantie. Hij (pers. vnw - ow) gaat dan samen met zijn ouders (bezit. vnw) een weekje weg. Zijn vader (bezit. vnw) heeft hem (pers. vnw. geen ow) verteld dat ze naar Kreta gaan.
Voorbeelden van verwijswoorden die verwijzen naar personen zijn: 'hij', 'zij', 'ze', 'hem', 'haar' en 'zijn'