Proeftoets 2 Havo blok 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Tips om de toets te leren

1. Bekijk de gele stukken

2. Websites om te oefenen:

     www.cambiumned.nl 

     www.jufmelis.nl

     www.redekundig.nl 

     It's Learning : vak Nederlands proeftoets maken

3. Filmpjes om naar te kijken

Lees de zin hieronder. Noteer de bijstelling in de zin.

De tentoonstelling in het Rijksmuseum, een expositie van achttiende-eeuwse
prenten, is erg interessant.

1. De tentoonstelling in het Rijksmuseum is erg interessant
2. De tentoonstelling in het Rijksmuseum
3. is erg interessant
4. een expositie van achttiende-eeuwse prenten

Lees de zin hieronder. Breid het onderstreepte zinsdeel uit met een bijstelling.

Gisteren ben ik met de bus naar de stad gegaan.

Lees de zin hieronder. Noteer de vragende voornaamwoorden.

Wat voor feest is het, wie komen er?

1. Wat voor
2. Wat voor, wie
3. Wie komen er?
4. Wat voor feest is het?

Lees de zin hieronder. Noteer de aanwijzende voornaamwoorden.

Deze telefoon is veel duurder dan die.

1. deze, die
2. deze telefoon
3. die
4. deze

Dit is alles wat ik heb gehoord.

Wat =

1. aanwijzend voornaamwoord
2. betrekkelijk voornaamwoord
3. onbepaald voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Ik heb die jongens nog nooit gezien.


die=

1. aanwijzend voornaamwoord
2. betrekkelijk voornaamwoord
3. onbepaald voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Heeft niemand iets van Julia gehoord?
niemand =

1. aanwijzend voornaamwoord
2. betrekkelijk voornaamwoord
3. onbepaald voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Wat heb je gisteren gedaan?

Wat =

1. Vragend voornaamwoord
2. betrekkelijk voornaamwoord
3. onbepaald voornaamwoord
4. aanwijzend voornaamwoord

We weten nog niet wat we gaan doen.

wat =

1. vragend voornaamwoord
2. aanwijzend voornaamwoord
3. betrekkelijk voornaamwoord
4. onbepaald voornaamwoord

Het verhaal dat je me verteld hebt, heeft indruk op me gemaakt.


dat =

1. vragend voornaamwoord
2. betrekkelijk voornaamwoord
3. aanwijzend voornaamwoord
4. onbepaald voornaamwoord

De slimme zakenman … (verduisteren) het geld dat hij heeft … (verdienen)
met zijn handeltje.

1. verduisterd, verdient
2. verduisterd, verdiend
3. verduistert, verdiend
4. verduistert, verdient

De rechercheur rust pas als de verdachte zijn aandeel in de zaak …
(erkennen).

1. erkent
2. erkend

Vorige week … (relaxen) ik nog met een drankje aan het zwembad.

1. relaxtte
2. relaxde
3. relaxte
4. relaxede

Floor heeft de pagina net zo lang … (refreshen) tot ze het nieuws zag.

1. gerefresht
2. gerefreshdt
3. gerefreshed
4. gerefreshet

................ eten wij altijd frietjes met sla.

1. 's zaterdags
2. 's Zaterdags

In de .............................. droegen zowel mannen als vrouwen een pruik.

1. pruikentijd
2. Pruikentijd

Noteer de afgeleide woordvormen
een … (revolutie) besluit

Noteer de afgeleide woordvormen
een … (hebben) jongen

Tekstdoel?

1. informeren
2. uitleg geven
3. overhalen
4. amuseren

Voorbeelden tekstdoel
Overtuigen

0

Tekst 2

Insecten eten is gezond

http://www.nu.nl/lifestyle/3422156/insecten-eten-gezond.html

www.nu.nl

Geef de hoofdgedachte van deze tekst.

1. In Europa eten ze geen insecten
2. Je kan beter insecten eten dan vlees
3. Insecten eten is gezond en beter voor het milieu.
4. Insecten eten is gezond

Tips om de toets te leren

1. Bekijk de gele stukken

2. Websites om te oefenen:

     www.cambiumned.nl 

     www.jufmelis.nl

     www.redekundig.nl 

     It's Learning : vak Nederlands proeftoets maken

3. Filmpjes om naar te kijken