Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Woordenschat
Slide 1 - Diapositive
Woord strategieën
Als je de betekenis van een woord niet kent, zijn er verschillende strategieën om achter te betekenis te komen.
Slide 2 - Diapositive
Een betekenis zoeken
Soms weet je niet wat een woord betekent, maar kan je de betekenis (omschrijving) in de tekst vinden.
Slide 3 - Diapositive
Zo zoek je een betekenis
Zoek de betekenis tussen haakjes of tussen komma's in dezelfde zin.
Zoek de betekenis in de volgende zin.
Zoek de betekenis in de vorige zin.
Slide 4 - Diapositive
Oefenen
Marleen werd een vedette, een beroemd persoon, door het winnen van de olympische medaille.
Alle acteurs waren naar de première van de film gekomen. Acteurs zijn vaak aanwezig als een film voor de eerste keer vertoond wordt.
De jonge profvoetballer laat zijn zaken regen door iemand anders. Deze manager werkt ook voor andere voetballers.
Slide 5 - Diapositive
Noteer de betekenis van 'present' uit de zin: 'Als je deze maand elke gymles present (aanwezig) bent, trakteer ik op een broodje', zei de mentor op de groepsapp.
Slide 6 - Question ouverte
Noteer de betekenis van 'coach' uit de zin: Iedere nieuwe leerling op onze school heeft een vaste begeleider uit een hogere klas. Zo'n coach helpt met allerlei schoolzaken.
Slide 7 - Question ouverte
Noteer de betekenis van 'hype' uit de zin: De nieuwste hype is dat jongens en mannen rokken dragen. Zoiets nieuws wat ineens sterk de aandacht trekt, is meestal tijdelijk.
Slide 8 - Question ouverte
Noteer de betekenis van 'letterlijk' uit de zin: Je moet de theorie letterlijk, precies zoals het er staat, overschrijven.
Slide 9 - Question ouverte
Aan de slag
Je gaat opdracht 2 t/m 6 maken in je schrift.
Dit mag je zelfstandig doen, maar je mag ook samenwerken in een tweetal
De opdrachten staan bij de bronnen in de studiewijzer