M1 Lezen H6 tekst en afbeeldingen

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Tekst
H6 Lezen: 
Tekst en afbeeldingen
les 1

Slide 2 - Diapositive


Terugblik:

Wat waren de 5 doelen van een tekst?

Slide 3 - Diapositive


Deze les:

  • Instructie
  • Samen opdracht 1
  • Daarna zelfstandig aan de slag

Slide 4 - Diapositive

Deze afbeelding staat in
de uitleg bij medicijnen.

Weet jij wat hij betekent?
A
deze pil moet je tijdens het eten innemen
B
deze pil moet je doormidden snijden voordat je hem doorslikt

Slide 5 - Quiz

Deze afbeelding staat in
de uitleg bij medicijnen.

Weet jij wat hij betekent?
A
deze pil beïnvloedt het rijgedrag
B
deze pil helpt tegen wagenziekte

Slide 6 - Quiz

Deze afbeelding staat in
de uitleg bij medicijnen.

Weet jij wat hij betekent?
A
deze pil moet je innemen na het plassen
B
van deze pil moet je veel plassen

Slide 7 - Quiz


Lesdoel:


Ik kan informatie uit afbeeldingen halen die bij teksten staan

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Tekst en afbeeldingen

Vaak staan er afbeeldingen bij een tekst, zoals foto’s, tekeningen, schema’s, (land)kaartjes en tabellen. 
Die afbeeldingen staan er met een bepaald doel:

1: De schrijver wil extra informatie geven, zodat de lezer de tekst beter begrijpt. Hij zet bijvoorbeeld informatie uit de tekst overzichtelijk in een schema of tabel. Of hij laat op een landkaartje zien waar de plek ligt die in de tekst genoemd wordt.

2: De schrijver wil de tekst leuker maken. Hij kiest een afbeelding die bij de tekst past en die de aandacht van de lezer trekt.

Slide 10 - Diapositive

Bekijk en lees tekst (blz 143)


Zeven dingen die je nog niet wist over snot

Slide 11 - Diapositive

Bekijk tekst 1 (blz 143)

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
neuspeuteren
B
hoe je neus werkt
C
snuiten
D
snot

Slide 12 - Quiz


Wat voor soort tekst is dit?
A
artikel van internet
B
een gebruiksaanwijzing
C
een krantenbericht
D
een reclametekst

Slide 13 - Quiz

Wat is het doel van tekst 1?
A
De schrijver wil je amuseren.
B
De schrijver wil je iets laten doen.
C
De schrijver wil zijn mening geven.
D
De schrijver wil je informeren.

Slide 14 - Quiz

Bij welk weetje staat geschreven waar snot goed voor is?
A
weetje 1
B
weetje 2
C
weetje 3
D
weetje 4

Slide 15 - Quiz

Wat is een ‘loopneus’ (weetje 4)?

Slide 16 - Question ouverte

Zelfstandig maken:
opdracht 1.6 t/m 1.10
en opdracht 2 (143-145)

Slide 17 - Diapositive


Je kunt beter je neus ophalen dan hem snuiten (weetje 5). Waarom is dit jammer voor de mensen om je heen?

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het doel van de foto bij deze tekst?
A
de foto geeft extra informatie
B
de foto is bedoeld om de tekst leuker te maken

Slide 19 - Quiz

Bij welk weetje staat geschreven waar snot goed voor is?
A
weetje 4
B
weetje 5
C
weetje 6
D
weetje 7

Slide 20 - Quiz


Als je nog een passende afbeelding bij de tekst moet zoeken, wat voor afbeelding zou dit dan zijn?

Slide 21 - Question ouverte


Wat is het doel van jouw afbeelding?

Slide 22 - Question ouverte


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat is het huiswerk:

Slide 23 - Diapositive

Huiswerk:

Maken:
opdracht 4
blz. 145

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive