Thema 7 BS 3 Ecosystemen

Hoofdstuk 7 Ecologie
7.3 Ecosystemen
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 7 Ecologie
7.3 Ecosystemen

Slide 1 - Diapositive

Een wulk heeft soms een zeeanemoon op zijn schelp.
De wulk wordt beschermd door de netels van de anemoon.
De anemoon snoept mee van het eten van de wulk.
A
We noemen dit commensalisme.
B
We noemen dit concurrentie.
C
We noemen dit mutualisme.
D
We noemen dit parasitisme.

Slide 2 - Quiz

Concurrentie
Commensalisme
Mutualisme
Parasitisme

Slide 3 - Question de remorquage

Leerdoelen
  1. Je kunt de voedselrelaties en de informatienetwerken in een ecosysteem beschrijven
  2. Je kunt de energiestroom door een ecosysteem beschrijven

Slide 4 - Diapositive

Voedselketen
Een voedselketen geeft de voedselrelaties in een ecosysteem weer. De voedselketen geeft aan hoe een reeks populaties met elkaar verbonden zijn. 

Slide 5 - Diapositive

Voedselweb
  • In een ecosysteem lopen diverse voedselketens door elkaar
  • De diverse voedselketens vormen dan een voedselweb

  • Planten beschermen zichzelf tegen vraat van insecten d.m.v. signaalstoffen. De signaalstoffen worden opgevangen door de planten in de omgeving die vervolgens gifstoffen produceren tegen de insecten.

Slide 6 - Diapositive

Energiestromen
  • Elke schakel in een voedselketen heet een trofisch niveau.
  • In het eerste niveau bevinden zich de autotrofen. Zij produceren organische stoffen uit anorganische stoffen d.m.v. fotosynthese.
  • De autotrofen worden daarom de producenten genoemd.
  • De overige trofische niveau's worden consumenten genoemd.

Om de positie binnen de voedselketen aan te geven wordt in de trofische niveau's van de consumenten aangegeven in welke orde ze zitten.

  • De 1e groep consumenten worden de consumenten van de 1e orde genoemd. De 2e groep consumenten van de 2e orde etc. 

Slide 7 - Diapositive

Consument 3e orde
Consument 2e orde
Consument 1e orde
Producenten
Fytoplankton
Kleine vissen
Leguaan
Slang
Toppredator

Slide 8 - Question de remorquage

Energiestromen
  • Opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen wordt assimilatie genoemd.
  • Bij assimilatie wordt energie vastgelegd.
  • De afbraak van grote organische moleculen naar kleine moleculen wordt dissimilatie genoemd. 
  • Bij dissimilatie komt energie vrij. 
  • Producenten kunnen glucose vormen vanuit anorganische stoffen. Dit noemen we koolstofassimilatie. 
  • Bij voortgezette assimilatie wordt van glucose nog grotere organische stoffen gevormd zoals vetten, eiwitten en koolhydraten.
  • Voor voortgezette assimilatie hebben planten en dieren mineralen nodig

Slide 9 - Diapositive

Waar halen producenten de energie vandaan dat nodig is voor de koolstofassimilatie?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de chemische formule van fotosynthese?
+
+
H2O (water)
CO2 (koolstofdioxide)
C6H12O6 (glucose)
O2 (zuurstof)

Slide 11 - Question de remorquage

Energiestromen

Slide 12 - Diapositive

Assimilatie
Dissimilatie
Verbranding
Opbouw
van o.a. glucose
Fotosynthese
Afbreken eiwit in losse  aminozuren

Slide 13 - Question de remorquage

Afvaleters
  • Dode resten van organismen kunnen worden gegeten door afvaleters (detrivoren). 
  • De afvaleters zijn net als alle andere dieren consumenten in de voedselketen.

Slide 14 - Diapositive

Reducenten
De overgebleven dode resten worden door bacteriën en schimmels (reducenten) afgebroken tot anorganische stoffen (koolstofdioxide, water, mineralen). Dit proces heet mineralisatie. Producenten hebben de mineralen weer nodig voor de assimilatie. Reducenten sluiten dus de kringloop.

Slide 15 - Diapositive

Kringloop van stoffen

Slide 16 - Diapositive

Lezen blz. 178-181
Tekstbegripsvragen:
1. Wat betekend het begrip assimilatie?
2. Welke groep in de voedselkringloop is verantwoordelijk voor de koolstofassimilatie?
3. Welke groepen in de voedselkringloop doen aan voortgezette assimilatie?
4. Welke groepen in de voedselkringloop doen aan dissimilatie?
5. Welke groep in de voedselkringloop zorgt dat de producenten mineralen krijgen voor voortgezette assimilatie?


timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

Klaar?
Na 10 minuten gaan we de opdracht bespreken.

Ben je eerder klaar? Maak alvast opdracht 15 en 16

Slide 18 - Diapositive

Bespreken blz. 178-181
Tekstbegripsvragen:
1. Wat betekend het begrip assimilatie?
2. Welke groep in de voedselkringloop is verantwoordelijk voor de koolstofassimilatie?
3. Welke groepen in de voedselkringloop doen aan voortgezette assimilatie?
4. Welke groepen in de voedselkringloop doen aan dissimilatie?
5. Welke groep in de voedselkringloop zorgt dat de producenten mineralen krijgen voor voortgezette assimilatie?


Slide 19 - Diapositive

Piramiden en stromen in ecosytemen
De organismen per trofisch niveau kun je weergeven in een ecologische piramide.

In de afbeelding zie je het aantal organismen en het totale gewicht van alle organische stoffen (Biomassa) per trofisch niveau.

Slide 20 - Diapositive

piramide van aantallen
piramide van aantallen

Slide 21 - Diapositive

piramide van biomassa

Slide 22 - Diapositive

Piramide van aantallen
Piramide van biomassa

Slide 23 - Question de remorquage

Energiestroom
  • In een voedselpiramide wordt een deel van de biomassa doorgegeven aan het volgende trofische niveau.
  • Bij iedere stap gaat energie verloren door dissimilatie, afgestorven weefsel en onverteerd weefsel (ontlasting).

Slide 24 - Diapositive

Waar horen venus vliegenvallen bij?
A
producenten
B
consumenten 2e orde
C
afvaleters
D
reducenten

Slide 25 - Quiz

Welke voedselketen is op de juiste manier genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quiz

Welke processen vinden plaats in producenten?
A
alleen dissimilatie
B
alleen assimilatie
C
dissimilatie en assimilatie
D
geen van allen

Slide 27 - Quiz

Welke processen vinden plaats in consumenten?
A
alleen dissimilatie
B
alleen assimilatie
C
dissimilatie en assimilatie
D
geen van allen

Slide 28 - Quiz

Dit is een piramide van ...
A
aantallen
B
biomassa

Slide 29 - Quiz

In een voedselketen bevatten de consumenten van de eerste orde meer vastgelegde energie dan de consumenten van de tweede orde.
De afbeelding is een weergave van het patroon van energiestromen in een ecosysteem.


Welke groep of groepen organismen kunnen deel uitmaken van trofisch niveau n?
A
producenten
B
consumenten
C
afvaleters
D
reducenten

Slide 30 - Quiz

Huiswerk
Maken opdracht 15 t/m 21

Slide 31 - Diapositive