11.2: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Hoofdstuk 11: voeding & vertering
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 11: voeding & vertering

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?

-Herhalen
-Uitleg basisstof 11.2 
-Aan het (huis) werk


Slide 2 - Diapositive

Verteringssappen bevatten enzymen. Wat zijn enzymen?
A
indicatoren
B
slotjes voor sleutels
C
stoffen die processen versnellen
D
stofjes die het beste werken bij 37 graden

Slide 3 - Quiz

Meer enzymen leiden tot hogere enzymactiviteit
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 4 - Quiz

Welke bewering klopt over de enzymactiviteit en de temperaturen P, Q en R?
A
Bij alle drie de temperaturen is de enzymactiviteit gelijk.
B
Bij temperatuur P en R werken de enzymen optimaal.
C
Bij temperatuur Q werken de enzymen optimaal.

Slide 5 - Quiz

Welk enzym werkt het beste bij 33 graden?
A
x (rood)
B
y (groen)
C
z (paars)
D
ze zijn allemaal gelijk

Slide 6 - Quiz

Wat is conserveren?
A
Omstandigheden ongunstig maken voor schimmels en bacteriën
B
Het vermeerderen van schimmels en bacteriën
C
Voedsel zo snel mogelijk verteren
D
Omstandigheden verbeteren voor schimmels en bacteriën

Slide 7 - Quiz

Wat is GEEN manier van conserveren?
A
Drogen
B
Pasteuriseren
C
Vacuüm verpakken
D
Ontdooien

Slide 8 - Quiz

Op plaats P trekken de......................... zich samen.
De darm wordt daardoor...........................
Op plaats Q trekken de ........................... zich samen.
De voedselbrok gaat daardoor...............................
In de afbeelding zie je een voedselbrok in de darm. Hoe werkt de darmperistaltiek?

Sleep de juiste antwoorden naar de zinnen.
Nauwer
Kringspieren
Van Q naar P
Van P naar Q
Lengtespieren
Wijder

Slide 9 - Question de remorquage

Wat is een oorzaak van voedselvergiftiging?
A
Iets verkeerds eten
B
Voedsel in de diepvries bewaren
C
Verhitten van voedsel
D
Giftige stoffen die ontstaan bij de afbraak van voedsel door bacteriën en schimmels

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen
-Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezels in voedingsmiddelen noemen.
-Je kunt zes groepen voedingsstoffen met hun functies en kenmerken noemen.

Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Vezels zorgen voor een verzadigd gevoel

Slide 13 - Diapositive

Voedingsstoffen
Belangrijke stoffen die ons lichaam nodig heeft.

Ons verteringsstelsel breekt voedingsmiddelen af in stoffen die het lichaam kan opnemen.


Slide 14 - Diapositive

Functies van voedingsstoffen
  • Bouwstoffen: bouw/vervanging cellen
  • Brandstoffen: leveren energie
  • Reservestoffen: opslag 

Vitamine en mineralen:
  • Beschermende stoffen: 
    helpen ziekten te voorkomen

Slide 15 - Diapositive

Eiwitten
Belangrijke bouwstoffen.

Cellen bestaan uit veel eiwitten zoals enzymen.

Eiwitten worden niet opgeslagen in je lichaam.

Slide 16 - Diapositive

Koolhydraten
Glucose, suiker en zetmeel.

Koolhydraten zijn een belangrijke brandstof maar ook reserve- en bouwstof.

Glucose kan worden omgezet in vet /glycogeen en opgeslagen als reservestof

Slide 17 - Diapositive

Vetten
Vetten zijn een brandstof en bouwstof. 

Als een lichaam te veel vet binnenkrijgt wordt het opgeslagen als reserve stof.

Slide 18 - Diapositive

Vetten
Verzadigd --> Verkeerd 
  • Dierlijke vetten
  • Minder gezond
  • Brandstof
Onverzadigd --> Oke
  • Plantaardige vetten (en vis)
  • Gezond
  • Bouwstof

Slide 19 - Diapositive

Water
Water is een bouwstof, wordt gebruikt voor het vervoeren van stoffen in het lichaam.

Ook cellen bestaan voor een groot deel uit water.

Slide 20 - Diapositive

Mineralen/zouten
Je lichaam heeft mineralen nodig als bouwstof en beschermende stoffen.

Calcium is een bouwstof voor botten.
IJzer is nodig voor het maken van rode bloedcellen.

Slide 21 - Diapositive

Vitaminen
Vitaminen zijn bouwstoffen en beschermende stoffen.

Een tekort aan vitamine maakt je ziek.


Slide 22 - Diapositive

Aantekening
4 functies: bouwstof, brandstof, beschermende stof, reserve stof.
Voedingsmiddelen: alles dat je eet of drinkt
6 voedingsstoffen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen
voedingsvezel: Plantaardige stof die mensen niet kunnen verteren; bevordert de darmbewegingen en de stoelgang.

Slide 23 - Diapositive

Aan het (huis)werk

Lees blz. 21 t/m 24
Mk bs 11.2: opdr. 1, 2, 3, 4 (wb) 5, 8

Oefen 
















https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Verteringsstelsel/verteringsstelsel.htm

Slide 24 - Diapositive