17. 13 nov: gedicht en stijlfiguren

Communiceren doe je samen 2
Welkom havo 4

Op tafel:
Map/schrift, pen, theorieboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Communiceren doe je samen 2
Welkom havo 4

Op tafel:
Map/schrift, pen, theorieboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
  • Huiswerk bespreken gedicht
  • Stijlfiguren
Vandaag woensdag 13 november:

Slide 2 - Diapositive

Planning periode 1:

Communicatie
2 Onderwerp en hoofdgedachte
3 Tekstsoorten
4 Inleiding, kern en slot
(5 Tekststructuur)
6 Alinea's en verbanden
8 Bronnenonderzoek



Taal
9 Framing

Literatuur
Literair boek lezen
Literair gedicht lezen 
Stijlfiguren pg. 158-159


In PTO 1 geef je antwoorden bij een leestekst én schrijf je een boekopdracht. 

Slide 3 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Gedichten - poëzie

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Vraag:
Waarom dichten mensen? 

Schrijf je antwoord op. 
timer
1:30

Slide 6 - Diapositive

Huiswerk bespreken
Waarom heet het gedicht ‘Mi have een droom’?

Wanneer is het gedicht geschreven? 

Slide 7 - Diapositive

Beeldspraak
Beeldspraak is een vorm van taalgebruik waarin met een 'beeld' op een figuurlijke manier omschreven wordt wat iemand letterlijk bedoelt. 

Slide 8 - Diapositive

Metafoor

Voorbeeld:
Je gedraagt je als een kleuter.
Je kamer ziet eruit als een varkensstal.
  • Uitleg: Je vergelijkt iets met elkaar. 
Lyrisch ik

Voorbeeld: 
Zelf zoeken in het gedicht...


  • Uitleg: De dichter is de ik-persoon in het gedicht.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag:
Schrijf de antwoorden in je schrift (theorieboek pg 148)

a. Noem uit het fragment minstens 3 voorbeelden van woorden met buitenlandse invloeden.
b. Wat voor soort beeldspraak is 'glas' in regel 4?
c. Verklaar de metafoor 'bokitoos' (regel 9).
d. Wat is de droom van het lyrisch ik?
timer
8:00

Slide 11 - Diapositive

Antwoorden bespreken:
  • 4 a Bijvoorbeeld: Het woord ‘stitti’ (regel 3) zal waarschijnlijk teruggaan op ‘city’, ‘sjoef habibi’ (regel 5) is Marokkaans voor ‘Kijk dan, schatje!’ (Shouf Shouf Habibi! was de titel van een Nederlandse film uit 2004) en ‘takki, takki, poep’ lijkt te verwijzen naar een soort zelfgemaakt Afrikaans.
  • b ‘Glas’ verwijst naar het raam. Het raam is een metafoor voor het leven binnenshuis van de oude man.

Slide 12 - Diapositive

Antwoorden bespreken:
  • c ‘Bokito’ is een gorilla die in Diergaarde Blijdorp verblijft. Hij kwam in 2007 in het nieuws toen hij ontsnapte uit zijn verblijf en een vrouw, die hem bijna dagelijks bezocht, zwaar verwondde. De metafoor verwijst naar jonge mannen die machogedrag vertonen. 

Slide 13 - Diapositive

Antwoorden bespreken:
d De droom van het lyrisch ik is dat Rotterdam weer wordt zoals de stad vroeger was. Met de titel van het gedicht verwijst de dichter overigens naar de gevleugelde woorden ‘I have a dream’ in de beroemde rede van Martin Luther King op 28 augustus 1963, waarin hij opkwam voor de rechten van de gekleurde bevolking van Amerika.

Slide 14 - Diapositive

Waarom stijlfiguren?
Benadrukken
Creatief taalgebruik

Slide 15 - Diapositive

climax
Voorbeeld:
slenteren, lopen, rennen, racen
slenteren, lopen, rennen, stilstaan (anti)
Uitleg: 
Climax



Anticlimax
Voorbeeld:
slenteren, lopen, rennen, racen
  • Uitleg: Een reeks van drie (of meer) waarin de inhoud steeds sterker wordt.


Voorbeeld:
slenteren, lopen, rennen, stilstaan
  • Uitleg: Een reeks van drie (of meer) waarin de inhoud steeds sterker wordt, maar de laatste in het rijtje tegenvalt. 

Slide 16 - Diapositive

Hyperbool
Voorbeeld: 
'iedereen rijdt door rood licht.'
'de hele wereld is tegen me'
'ik sta hier al dagenlang op je te wachten'
  • Uitleg: sterke overdrijving

Slide 17 - Diapositive

Paradox
Voorbeeld:
Het geluid van de stilte
Nu is het verleden van de toekomst
  • Uitleg: schijnbare tegenstelling

Slide 18 - Diapositive

Retorische vraag
Voorbeeld: Denk je dat ik gek ben of zo? Dat zeg je toch niet?

  • Uitleg: Een vraag die geen antwoord wil, maar zelf al sturend is naar het antwoord

Slide 19 - Diapositive

antithese
voorbeeld: 
Ik blijf je trouw in goede en slechte dagen, in armoede en rijkdom, in ziekte en gezondheid.
  • uitleg: tegenstelling / samenvoeging van tegengestelde woorden

Slide 20 - Diapositive

tricolon
voorbeeld: 
Rust, Richting en Rendement
Bloed, Zweet en Tranen 
Veni, vidi, vici (ik kwam, zag en overwon) van Julius Ceasar.
  • uitleg: opsomming in drieën

Slide 21 - Diapositive

Eufemisme
Voorbeeld: 
om een moeilijk onderwerp te vermijden:
de neus poederen (wc-bezoek dames)
het tijdelijke voor het eeuwige verwisselen (overlijden)
maar ook:
financiële ombuigingen - bezuinigen
  • Uitleg: verzachtende uitdrukking



Slide 22 - Diapositive

Understatement
Voorbeeld: 
Na een grove belediging: 'dat kan ook wel wat aardiger'

  • uitleg: afgezwakte uitdrukking

Slide 23 - Diapositive

Spot (3 soorten)
ironie is licht: 'sorry dat ik altijd zo vroeg begin' (docent tegen laatkomende leerling)
sarcasme is harder: 'ga de eendjes voeren of zo' (tegen een straatverkoper die blijft aandringen)
cynisme is heel erg hard: 'heb je dat allemaal op de huishoudschool geleerd of was je altijd al zo dom?'
*disclaimer: dit zijn verzonnen voorbeelden, alleen voor uitleg!*

Slide 24 - Diapositive

Repetitio
Voorbeeld: 
Nooit, nooit, nooit neem ik een hond;
Nooit, nooit, nooit neem ik een hond!
Ik neem geen Duitse herder, geen boxer en geen kees
Geen poedel en geen teckel en ook geen pekinees.
(Hans Dorresteijn)
  • Uitleg: herhaling 

Slide 25 - Diapositive

chiasme
voorbeeld: 
Denkend aan de dood kan ik niet slapen, En niet slapend denk ik aan de dood (J.C. Bloem)
  • uitleg: kruisstelling: in een tegengestelde volgorde volgen er overeenkomsten

Slide 26 - Diapositive

litotes
voorbeeld: 
Hij woont daar niet onaardig (over een groot huis met veel luxe)
  • uitleg: omschrijving van een woord door het ontkennen van het tegenovergestelde

Slide 27 - Diapositive

Aan de slag 
Zoek uit wat het verschil is tussen ironie, sarcasme, cynisme en parodie (vormen van spot). 

Slide 28 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Gedicht - Mi have een droom 

Ramsey Nasr (1974, Rotterdam)
2009-2013 Dichter des Vaderlands

dichter, schrijver, essayist, acteur, regisseur, librettist en vertaler.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Begrippen uit deze les
climax
anticlimax
hyperbool
paradox
retorische vraag
antithese
tricolon

Slide 31 - Diapositive