HV1t - Leesvaardigheid 2, 3 en 4 - les 8
1 / 22
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Welke vijf tekstdoelen ken je/moet je kennen?
Slide 6 - Carte mentale
Noem een voorbeeld van een amuserende tekst.
Slide 7 - Carte mentale
Noem een voorbeeld van een activerende tekst.
Slide 8 - Carte mentale
Waar of niet waar?
Een activerende tekst lijkt op een overtuigende tekst, maar het gaat een stapje verder: de schrijver wil niet alleen dat je het met hem/haar eens bent, hij/zij wil ook dat je iets (niet) gaat DOEN.
Een activerende tekst lijkt op een overtuigende tekst, maar het gaat een stapje verder: de schrijver wil niet alleen dat je het met hem/haar eens bent, hij/zij wil ook dat je iets (niet) gaat DOEN.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
In welke tekstsoort staan voornamelijk feiten?
A
overtuigende tekst
B
beschouwende tekst
C
activerende tekst
D
informerende tekst
Slide 10 - Quiz
Wat is het
tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen
Slide 11 - Quiz
Wat is het
tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen
Slide 12 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
beschouwen
Slide 13 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
beschouwen
Slide 14 - Quiz
Wat is
het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen
Slide 15 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen
Slide 16 - Quiz
Wat is het
tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen
Slide 17 - Quiz
Wat is het
tekstdoel ?
A
informeren
B
overtuigen
C
amuseren
D
beschouwen
Slide 18 - Quiz
Wat is
het tekstdoel?
A
informeren
B
beschouwen
C
activeren
D
overtuigen
Slide 19 - Quiz
Sleep de tekstdoelen naar de juiste afbeeldingen.
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
Beschouwen
