Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Thema 3: de bloedsomloop
Slide 1 - Diapositive
Noem minstens 3 dingen die in je bloed zitten
Slide 2 - Question ouverte
BS 1 Bloed
Slide 3 - Diapositive
Doel BS 1
* Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies
Slide 4 - Diapositive
Begrippen BS 1
Bloedplasma
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
Fibrinogeen
Hemoglobine
Bloedstolling
Fibrine
Trombose
Slide 5 - Diapositive
Bloed
55% bloedplasma
45% vaste bestanddelen
(bloedcellen en
bloedplaatjes)
Slide 6 - Diapositive
Bloedplasma
91% water
7% (plasma) eiwitten
2% opgeloste stoffen in water
(zuurstof, zouten, voedingsstoffen,
koolstofdioxide, afvalstoffen)
Slide 7 - Diapositive
Plasma-eiwitten
Bijv. fibrinogeen.
Dit eiwit is nodig voor de bloedstolling.
Slide 8 - Diapositive
Bloedcellen en
bloedplaatjes
94,2% Rode bloedcellen
0,1% Witte bloedcellen
5,7% Bloedplaatjes
Slide 9 - Diapositive
Rode bloedcellen
Bevatten hemoglobine voor het vervoer van zuurstof en koolstofdioxide (CO2).
Hebben geen celkern
5.000.000 per ml (mm3)
Slide 10 - Diapositive
Een mens heeft 5 liter bloed. Hoeveel rode bloedcellen heeft een mens?
Slide 11 - Question ouverte
Witte bloedcellen
Hebben een celkern
Hebben geen vaste vorm (kunnen tussen cellen door kruipen)
Maken ziekteverwekkers onschadelijk
7.000 per ml (mm3)
Slide 12 - Diapositive
Waarom is het handig dat witte bloedcellen tussen cellen door kunnen kruipen?
Slide 13 - Question ouverte
Witte bloedcellen
Verschillende typen witte bloedcellen met ieder een eigen taak in de afweer (BS5).
Slide 14 - Diapositive
Witte bloedcellen
Bij een ontsteking zorgen witte bloedcellen ervoor dat een bacterie wordt opgeruimd door deze in te sluiten.
Pus/ etter is dode witte bloedcellen met dode bacteriën en vocht.
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Bloedplaatjes
Zijn geen cellen maar delen van kapotte cellen (dus ook geen celkern)
Zijn betrokken bij de bloedstolling
300.000 per ml (mm3)
Slide 17 - Diapositive
Welke twee bestanddelen van bloed heb je nodig om bloed te laten stollen?
A
Witte bloedcellen en hemoglobine
B
Rode bloedcellen en fibrinogeen
C
Bloedplaatjes en fibrinogeen
D
Bloedplasma en hemoglobine
Slide 18 - Quiz
Bloedstolling
Fibrinogeen wordt omgezet in fibrinedraden waar bloedplaatjes aan blijven plakken. In het netwerk blijven vervolgens ook rode bloedcellen hangen: stolling/ korstvorming
Slide 19 - Diapositive
Korstvorming
Een korstje is een mooie afsluiting van een wond. Onder de korst wordt de huid hersteld.
Slide 20 - Diapositive
Trombose
Als bloed binnen een bloedvat stolt ontstaat een bloedprop. Deze prop kan losschieten en een ander bloedvat afsluiten. Als dit een slagaders is gaat er geen bloed meer naar een orgaan (hersenen/ hart)
Slide 21 - Diapositive
Doel BS 1
* Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies
Slide 22 - Diapositive
Ik heb de lesdoelen gehaald
A
Ja
B
Deels
C
Nee
Slide 23 - Quiz
Samenvattingen
Maak een document aan in Google docs/ Word.
Verzamel hier in alle samenvattingen van de verschillende basisstoffen per hoofdstuk. Dit wordt je leerdocument voor de toets. Je kunt de samenvatting ook in het boek maken en een foto in het document plakken (handig bij schema's).
De samenvatting lever je wekelijks in in Classroom (steeds hetzelfde document dus)
Slide 24 - Diapositive
Samenvatting BS 1 (opdracht 4)
timer
5:00
Eerst 5 minuten in stilte, daarna mag je overleggen/ vragen stellen.
Als je klaar bent begin je aan de opdrachten (huiswerk)
Slide 25 - Diapositive
Huiswerk
Opdracht 1 t/m 8 van BS 1
Opdracht 4 is de samenvatting, die lever je in via Classroom.