Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica zinsdelen par.1 .2
WELKOM
3 Kader
Welkom bij Nederlands!
1 / 16
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
WELKOM
3 Kader
Welkom bij Nederlands!
Slide 1 - Diapositive
Programma
Introductie grammatica
Slide 2 - Diapositive
Zinnen ontleden
Hoe doe je dat eigenlijk? Hou deze volgorde aan!
persoonsvorm
gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp*
meewerkend voorwerp*
bijvoeglijke bepaling*
Slide 3 - Diapositive
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?
Slide 4 - Question ouverte
Persoonsvorm (pv)
Het werkwoord in de zin dat verandert als je:
- de zin van tijd verandert (dus van tt naar vt of andersom)
of
- de zin van getal verandert (dus van ev naar mv of andersom)
Als je van de zin een vraagzin maakt, komt de pv vooraan de zin te staan.
Slide 5 - Diapositive
Persoonsvorm (pv)
Jan Willem gaat vandaag vissen in de rivier.
Nienke heeft twee honden en één kat gekocht via Marktplaats.
Meike woont met haar zus in een flatje in Amsterdam.
Mijn oudste neef Joep heeft vier kinderen, twee jongens en twee meisjes.
Slide 6 - Diapositive
Wat is het gezegde van een zin?
Slide 7 - Question ouverte
Gezegde (gez.)
pv en alle andere werkwoorden uit de zin.
Aanstaande vrijdag ga ik met mijn vrienden eten in een restaurant in het centrum van Amsterdam.
Wanneer zou je op vakantie willen gaan?
Slide 8 - Diapositive
Hoe vind je het onderwerp in een zin?
Slide 9 - Question ouverte
Onderwerp (ow)
Het onderwerp van de zin is dat deel van de zin dat ook verandert als je de zin van getal verandert.
Het onderwerp is het antwoord op de vraag wie of wat + gezegde.
Mijn vader en moeder zijn al twintig jaar niet verhuisd.
Slide 10 - Diapositive
Hoe vind je het lijdend voorwerp in de zin?
Slide 11 - Question ouverte
Lijdend voorwerp (lv)
Het lijdend voorwerp is het antwoord op de vraag wie of wat + gezegde + onderwerp.
Janita heeft gisteren aan haar vriendin Annemiek een boek gegeven.
Marco bekijkt 's avonds vaak filmpjes op zijn telefoon.
Slide 12 - Diapositive
Hoe vind je het meewerkend voorwerp in een zin?
Slide 13 - Question ouverte
Meewerkend voorwerp (mv)
woordgroep waar je aan (en soms voor) voor kunt zetten en kunt weglaten.
Janita heeft gisteren aan haar vriendin Annemiek een boek gegeven.
Ik heb de gemeente een brief gestuurd over de wegwerkzaamheden bij ons in de straat.
Slide 14 - Diapositive
Hoe vind je een bijwoordelijke bepaling in een zin?
Slide 15 - Question ouverte
Bijwoordelijke bepaling (bwb)
geeft antwoord op vragen als: waar, wanneer, hoe, waarheen, waarvandaan, waardoor, waarom...
Gisteren heeft hij nog een keer zijn rijexamen gedaan.
Janneke gaat 's avonds zwemmen.
Slide 16 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
SCC M4 L4 zinsleer bwb
Octobre 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Grammatica zinsdelen par.1 .2
Novembre 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
SCC D1 L5 zinsleer (herhaling)
Août 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L17 Zinsdelen
Mars 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Grammatica zinsdelen paragraaf 1.2
Mai 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
SCC M4 L3 zinsleer (herhaling)
Mars 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
T21 - Zinsleer: herhaling
Octobre 2023
- Leçon avec
47 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 5 (21 september 2024)
Septembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12