Waar wil jij wonen Arnhem?

Steden
in je eigen omgeving
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Steden
in je eigen omgeving

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
BK
• Je weet wat de kenmerken van een stad zijn 
• Je weet hoe steden in Nederland zijn ontstaan 
• Je weet hoe de steden in Nederland zich ontwikkeld hebben tot de steden van nu.

Slide 2 - Diapositive

Wat is een stad?

Slide 3 - Carte mentale

Verstedelijking 
steden groeien aan elkaar vast

Slide 4 - Diapositive

Een stad heeft 3 kenmerken: 
  1. Er wonen veel mensen
  2. Die mensen wonen dicht bij elkaar
  3. Er zijn veel stedelijke functies (=taken)

Slide 5 - Diapositive

Stedelijke functies
  • veel huizen 
  • veel soorten werk
  • groot vervoersnetwerk
  • veel voorzieningen 

Slide 6 - Diapositive

Voorzieningen 
  • Voorzieningen zijn diensten waar jij gebruik van kan maken.
  • Een dienst is iets waar jij voor betaalt.
  • Maar steden en dorpen hebben niet dezelfde voorzieningen.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Waar ontstaan steden NIET?
A
Op een kruising van handelswegen
B
Bij fabrieken
C
Op plekken waar mooi uitzicht is
D
Op plekken waar veel ruimte is

Slide 9 - Quiz

DORP
STAD
huisarts 
Ikea 
H&M
Albert Heijn
snackbar 
groenteboer 

Slide 10 - Question de remorquage

Infrastructuur
Voorzieningen

Een nederzetting
Mensen gaan bij elkaar wonen
Het station aan de rand
Openbaar vervoer
De politie

Slide 11 - Question de remorquage

Slide 12 - Vidéo

De opbouw van steden
Steden zijn sterk gegroeid. (steden die groeien)
 binnenstad: oudste deel van de stad. Oude gebouwen, smalle straten.
 stadscentrum: veel winkels, kantoren en restaurants.
  woonwijken, verdeeld in buurten.
 bedrijventerreinen: rand van de stad. Kantoren, fabrieken, winkels.

 aan elkaar gegroeide plaatsen = agglomeratie

Slide 13 - Diapositive

Model van een stad

1. Historische binnenstad/stadscentrum - kantoren
2. oude woonwijken - industrie
3. nieuwe woonwijken - ruimte

Slide 14 - Diapositive

oude woonwijken
binnenstad 
nieuwe wijken

Slide 15 - Question de remorquage

Elke tijd zijn eigen wijk
 voor 1870: 
 - hout en baksteen
  - in de binnenstad 

 na 1870: 
 - beton
  - goedkope rijtjeshuizen en huizen met meer verdiepingen
  - veel mensen trokken naar de stad (urbanisatie)

Slide 16 - Diapositive

Hoe wonen mensen in de stad?
 Na WOII: In de steden meer flats en rijtjeshuizen met tuin.

Na 1970: Grotere huizen met tuin en veel parkeerruimte
- veel mensen gingen buiten de stad wonen (suburbanisatie)

En nu ? (vergrijzing)

Slide 17 - Diapositive

De stad uit
vertrekredenen
om de stad uit te gaan: 
      - drukte, verkeersoverlast  en criminaliteit 
vestigingsredenen  om buiten de stad te wonen: 
   - groen, rust, station en snelweg 

Door mobiliteit (= mogelijkheden om je te verplaatsen)
konden mensen de stad uit (bv. trein, auto).

Slide 18 - Diapositive

De stad uit
Veel vertrekkers uit de stad
     groeikernen

(= gemeenten die veel huizen mochten bouwen).

Slide 19 - Diapositive

De stad in
Forens = iemand die in een andere plaats werkt dan dat hij woont.
 Bereikbaarheid = hoe makkelijk je op een plek kunt komen om te werken, winkelen, enz.


Slide 20 - Diapositive

Iemand die voor zijn werk van zijn woonplaats naar een ander gemeente reist is een:
A
reiziger
B
toerist
C
migrant
D
forens

Slide 21 - Quiz

Pas ...............groeiden de eerste moderne..............Dat komt doordat in die tijd allerlei...............werden...................Veel mensen die in de .............werkten, raakten hun baan kwijt. In de ............. aan de rand van de stad was wel werk.
rond 1870
uitgevonden
fabrieken
machines 
steden
landbouw

Slide 22 - Question de remorquage

Het aantal mensen verandert
Aantal mensen in een gebied verandert door:

 geboorte: aantal geboorten per 1.000 inwoners = geboortecijfer
 sterfte: aantal sterfgevallen per 1.000 inwoners = sterftecijfer

Immigranten: mensen die zich vestigen
Migranten: mensen die vertrekken

Slide 23 - Diapositive

de stad verandert
De samenstelling van de bevolking verandert
 Veranderingen in de bevolking :
minder kinderen, meer ouderen. 
Jonge en hoogopgeleide mensen vertrekken uit dorpen ver van de steden.
Meer mensen met andere culturen in steden

Slide 24 - Diapositive

De regels in de trein

  • Je hoeft niet bij je klasgenoten te zitten maar wel bij de leerlingen en docenten van school
  • We eten geen chips onderweg en drinken niet uit blikjes
  • Telefoon en oortjes mogen gebruikt worden.
  • Afval doen we in de afvalbakken ( anders mogen we niet mee terug !!)
  • Zorg ook vandaag weer dat je met je groepje bij elkaar blijft en de opdrachten samen maakt


Slide 25 - Diapositive

Arnhem
  • We gaan om 9:00 uur richting het station
  • Onze trein vertrekt om 09:20 uur
  • Bij aankomst in Arnhem ga je zo snel mogelijk bij je mentor staan
  • Je hoort dan wanneer je met je groepje mag vertrekken om de route te lopen
  • Open de route op Google Maps
  • Om kwart voor 3 (14.45) terug zijn bij station !

Via deze link kan je de route openen in de google maps app

Slide 26 - Diapositive