M3 Quiz Produceren

Welkom bij Economie in Mavo 3
Laatste les voor PTA-week
P21: Produceren
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Economie in Mavo 3
Laatste les voor PTA-week
P21: Produceren

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

  • Start + Welkom
  • Leerdoelen

  • Oefentoets bespreken
  • Quiz spelen

  • Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  • Wat de stof is voor de PTA-toets
  • Hoe je dit het beste kunt leren 
  • Welke begrippen of onderwerpen je nog goed moet
      bekijken voor de toets
  • Welke sommen je nog moet oefenen

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk Bespreken

Slide 4 - Diapositive

Vragen?
VRAGEN?

Slide 5 - Diapositive

Quizzzz

Slide 6 - Diapositive

Arbeidsproductiviteit neemt toe door goede scholing.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Wat is kapitaalintensief?
A
Mensen doen vooral het werk.
B
Machines doen vooral het werk.

Slide 8 - Quiz

Welke beweringen zijn juist?
Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
Een zelfstandige kan personeel in dienst hebben.
B
Als zelfstandige heb je zekerheid over je werk en je inkomen.
C
In een eenmanszaak werkt maar één person.
D
De eigenaar van een eenmanszaak is eigen baas.

Slide 9 - Quiz

De productiecapaciteit wordt bepaald door ...
A
de arbeidsproductiviteit
B
het aantal mensen dat in een bedrijf werkt
C
de kapitaalgoederen die worden gebruikt
D
de snelheid van werken

Slide 10 - Quiz

Eindproducten zijn duurder dan grondstoffen door de toegevoegde waarde.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Welke beloning hoort bij welke productiefactor?
Sleep de beloningen naar de juiste plek.
ondernemersschap
natuur
arbeid
kapitaal
salaris
rente
pacht
huur
winst

Slide 12 - Question de remorquage

Hoe bereken je de nettowinst?
A
omzet - bedrijfskosten
B
brutowinst - bedrijfskosten
C
omzet - brutowinst
D
omzet - brutowinst - bedrijfskosten

Slide 13 - Quiz

Waar kijk je naar om het marktaandeel te kunnen bepalen?
A
Naar de afzet, niet naar de omzet
B
Naar de afzet x prijs, niet naar de omzet
C
Naar de omzet, niet naar de afzet
D
Naar de afzet óf de omzet

Slide 14 - Quiz

Wat is NIET van invloed op de arbeidsproductiviteit?
A
scholing
B
arbeidsvoorwaarden
C
arbeidsverdeling
D
productiefactoren

Slide 15 - Quiz

Nettowinst kan stijgen door ...
(er zijn meerdere antwoorden goed)
A
een lagere verkoopprijs.
B
succesvolle reclame.
C
hogere bedrijfskosten.
D
een lagere inkoopprijs.

Slide 16 - Quiz

Hoe produceert een timmerman?
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief

Slide 17 - Quiz

Wat bereken je met de formule afzet x prijs?
A
omzet
B
toegevoegde waarde
C
nettowinst
D
brutowinst

Slide 18 - Quiz

Hieronder staan vier voorbeelden van productie. 

Is er sprake van formele productie of van informele productie? Sleep de voorbeelden naar het juiste vak.
formele productie
informele productie
De buurman legt in zijn tuin een nieuw gazon aan.
De gemeentelijke plantsoenendienst maakt het park schoon. 
Een fabrikant maakt een nieuw model smartphone. 
Een timmerman beunt bij in de avonduren. 

Slide 19 - Question de remorquage


Wat is juist?
A
omzet - verkoopwaarde = nettowinst
B
omzet - inkoopwaarde = nettowinst
C
omzet - bedrijfskosten = nettowinst
D
omzet - inkoopwaarde = brutowinst

Slide 20 - Quiz

De omzet van de kledingwinkel van Tevin is
€ 35.000, de inkoopwaarde is € 15.000 en de kosten zijn € 7.500. De brutowinst is:
A
€ 20.000
B
€ 12.500
C
€ 2.500
D
€ 75.000

Slide 21 - Quiz

En de winnaar is ..............

Slide 22 - Diapositive

Vragen?
VRAGEN?

Slide 23 - Diapositive

Check lesdoelen

  • Je weet wat de stof is voor de PTA-toets
  • Je weet hoe je dat het beste kunt leren
  • Je weet welke begrippen je al kent en welke begrippen je 
      nog moet bestuderen
  • Je weet welke sommen je nog moet oefenen

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive