ACTIVITEIT 4: DE BEVELEN VAN EEN AGENT

ACTIVITEIT 4: DE BEVELEN VAN EEN AGENT
ACTIVITEIT 4: DE BEVELEN VAN EEN AGENT
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
VerkeerLager onderwijs

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

ACTIVITEIT 4: DE BEVELEN VAN EEN AGENT
ACTIVITEIT 4: DE BEVELEN VAN EEN AGENT

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Om ervoor te zorgen dat het verkeer vlot verloopt, zijn er een aantal zaken die ons helpen zodat iedereen in het verkeer weet wat wel of niet mag. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kan je hier voorbeelden
van geven?

Slide 3 - Carte mentale

 (Verkeersregels, verkeersborden, wegmarkeringen,
verkeerslichten, een agent
We leren vandaag de tekens van een agent begrijpen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We gaan even naar buiten...

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een agent kan drie houdingen aannemen, elk met een verschillende betekenis.
Weten jullie nog welke?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De agent houdt twee armen horizontaal gestrekt.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De agent houdt twee armen horizontaal gestrekt.
Je moet stoppen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je mag doorrijden. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eén arm in de lucht.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weggebruikers die nog
op het kruispunt zijn,
moeten het verlaten.

Slide 11 - Diapositive

Voordat een agent zich
draait, zal hij/zij eerst
zijn/haar arm in de lucht
steken, zodat de
weggebruikers het
kruispunt kunnen
verlaten.
Soms maakt een agent nog andere bewegingen. 

• Wanneer een agent met een rode lamp in de richting van een
bestuurder zwaait, moet die bestuurder stoppen.
• Wanneer een agent met zijn armen op en neer zwaait, wil hij/zij duidelijk maken dat je trager moet rijden.
• Wanneer een agent draaiende bewegingen met zijn/haar arm maakt, geeft hij/zij aan dat je sneller moet rijden.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soms geven de verkeersborden of de verkeerslichten iets anders aan dan het bevel van de agent. Je nadert bv. een kruispunt en de verkeerslichten staan op rood. 

De agent staat op dat ogenblik met gestrekte armen, gelijk
met jouw rijrichting. Hij/zij geeft dus aan dat je mag doorrijden. 

Wat doe je?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke volgorde moet je deze volgen?

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De bevelen van een agent gaan voor op alle verkeerstekens,-borden en -lichten.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een agent is heel belangrijk.
Wat doet hij/zij nog buiten het verkeer regelen?

Slide 16 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions