IEP moeilijke opdrachten

IEP moeilijke opdrachten
Herhaling van de moeilijke opdrachten uit de oefen IEP
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

IEP moeilijke opdrachten
Herhaling van de moeilijke opdrachten uit de oefen IEP

Slide 1 - Diapositive

Vul de goede vorm in van het woord tussen haakjes
Johan had nog nooit zo'n .......................... hond gezien. (braaf)

Vul de goede vorm in van het woord tussen haakjes. Gebruik de tegenwoordige tijd. 


Je ..................... veel te hard met je fiets over de stoep. (rijden)

Slide 2 - Diapositive

Vul het meervoud in van het woord tussen haakjes.
Hugo heeft tijdens zijn vakantie ........................................ in het wild gezien. (kangoeroe)


Vul de goede vorm in van het werkwoord tussen haakjes. Gebruik de verleden tijd.
Doordat alles zo snel ging, .......................................... wij onze spullen. (vergeten)

Slide 3 - Diapositive

Vul de goede vorm in van het woord tussen haakjes. 
In Rome liep mijn vader met meerdere ...................... om zijn nek. (camera)


Vul de goede vorm in van het woord tussen haakjes. Gebruik de verleden tijd. 
Voordat hij naar Groningen verhuisde, ......................... Amin elke week. (sporten)

Slide 4 - Diapositive

Laurien gaat een hele dag fietsen met haar neef. Ze huren allebei een stadsfiets. 
Hoeveel moeten Laurien en haar neef samen betalen?


Slide 5 - Diapositive

Je ziet hieronder de plattegrond van het eiland Lier. 
Wat is de oppervlakte van het eiland Lier?


Slide 6 - Diapositive

Meester Laurens koopt 8 pakken hagelslag. Hoeveel moet meester Laurens betalen?

Slide 7 - Diapositive

In een pan zit 4/5 liter soep. Josie schept 3/10 uit de pan. Hoeveel soep blijft er over?

Slide 8 - Diapositive

Welk cijfer geeft de tienden aan?
341,65

Slide 9 - Diapositive

Shiva heeft een tekening op schaal gemaakt van de Eiffeltoren. In het echt is de Eiffeltoren 324m hoog.  
Op welke schaal heeft Shiva de Eiffeltoren getekend?

Slide 10 - Diapositive

Meester Koen zet een trefbalveld uit. Het veld moet 240 m2 groot worden. Het speelveld is 12m breed. 
Hoeveel meter is de omtrek van het speelveld?

Slide 11 - Diapositive

Aan een talentenjacht doen 80 zangers mee. Na de eerste ronde zijn er nog 28 zangers over.

Hoeveel procent van de zangers is na de eerste ronde nog over?

Slide 12 - Diapositive

Wie heeft gemiddeld per dag de meeste bloembollen verkocht?

Slide 13 - Diapositive

Bouchra krijgt elke week zakgeld op haar rekening gestort. Haar ouders storten elke week 2,50 euro. Haar oma stort elke week 1,75 euro. 




Hoeveel zakgeld krijgt Bouchra in totaal één jaar?

Slide 14 - Diapositive

1 2/3 + 2 5/6 =

Slide 15 - Diapositive

Reza doet met haar familie een speurtocht. Ze staan bij de holle boom. Ze lopen richting de stad. 
In welke richting lopen Reza en haar familie?

Slide 16 - Diapositive

Amber gaat fruit kopen op de markt. Ze heeft 6 euro. Ze koop 400 g frambozen. Met de rest van het geld koopt ze blauwe bessen. 

Hoeveel gram blauwe bessen kan Amber kopen?

Slide 17 - Diapositive

Dierentuin ZooLife heeft 3 olifanten. Eén olifant eet 160 kg voedsel per dag. 
Hoeveel kilogram voedsel heeft de dierentuin per week nodig voor de 3 olifanten?

Slide 18 - Diapositive