Nask 2, scheikunde Tl4

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

§1.1 indeling van stoffen

stofeigenschappen.

Fase van een stof

H2O(l)       CO2(g)       NaCl(aq)   Al(s)

l = liquid    s=solid

aq = aqua

atomen en moleculen

moleculen

opgebouwd uit meerdere atomen

CO₂                              H₂O

C₆H₁₂O₆    Glucose

ontleedbare stof = verbinding

kun je ontleden

ontledingsreactie: 

Uit 1 beginstof ontstaan 2 of meer andere stoffen.

beginstof -> stof A + stof B + .............

Ontleedbare stoffen bestaan uit verschillende soorten atomen.

water (l)  -> waterstof (g) + zuurstof(g)

niet-ontleedbare stof

bestaat maar uit 1 soort atomen.

Alle metalen bestaan uit losse atomen.

Au (s)       Fe (s)    Mg(s)

BrINClHOF      O₂ (g)    H₂ (g)   Br₂(l)

C (s)

 moleculen: aleen niet-metaal atomen

metalen: alleen metaal atomen

zouten: een metaalatoom + een niet- metaal atoom

atomen

Binas

atoommassa  (u),  massagetal

(uiterst klein beetje: 10 ^-27₎

atoomnummer

atoom:    kern en elektronen wolk

elektronen

zweven om de kern heen

hebben (bijna) geen massa

hebben een lading:    -1

atoom kern

2 soorten deeltjes

protonen  :  lading 1+  , massa 1 u

neutronen:  lading 0 , massa 2 u

3 soorten deeltjes in 1 atoom

electronen:     lading -1        massa 0 u         in de buitenkant/schil

protonen:     lading +1      massa  1 u          in de kern                               

neutronen:   lading 0           massa 1 u           in de kern                            

binas:

atoomnummer = aantal protonen

atoommassa = aantal protonen en neutronen

lading 0 = evenveel protonen als elektronen

C   koolstof

atoomnummer 6

atoommassa 12

lading 0

binas

Fluor  F^-

hoeveel protonen ? (= atoomnummer)

hoeveel neutronen?

Hoeveel elektronen?

§1.4 ionen en zouten

ion = geladen deeltje,       + of - geladen

electronen teveel of electronen te weinig

Cl^-          S^2-

_{K⁺            Ca²⁺}

 alle metaal atomen en waterstof H

kunnen elektronen afstaan,      worden + ionen

aluminium ion      Al³⁺

calcium ion              Ca²⁺

zilver ion                Ag+

ijzer (II) ion  Fe²⁺       ijzer(III) ion      Fe³⁺

^waterstof     H⁺

niet metaal atomen

kunnen  elektronen opnemen,  negatieve ionen

Chloride       Cl^-

Bromide       Br^-

Oxide      O^2-

Sulfide       S^2-

negatieve en positive ionen vormen zouten

ZOUT:   VASTE STOF, HOOG SMELTPUNT, KORRELIG

3 SOORTEN STOFFEN

METALEN

Mg (s)

MOLECULAIRE STOFFEN  (alleen niet metaal atomen)

C₆H₁₂O₆ (s)         H₂O

ZOUTEN     (metaal- en  niet metaal atomen)

NaCl        CaO

Molecuul, moleculaire stof

Bestaat uit alleen niet-metaal atomen.

- ide

- chloride       - fluoride         - oxide       - sulfide

mono      1                         di       2                        tri     3

tetra  4                         penta   5

voorbeeld

koolstofdioxide

koolstofmono-oxide

zwaveltrioxide

difosforpentaoxide

waterstofmonochloride

massa van een molecuul (of zout)

BINAS

atoommassa

H₂O           2   H-atomen      +     1   O-atoom

P₂O₅        2 P-atomen    +    5   O-atomen

molecuulmassa = massa van alle atomen optellen

massa  percentage

deel / geheel x 100%

Wat is het massapercentage koolstof  in koolstofdioxide?

1:  Wat is het geheel = massa van het hele molecuul

2:  Wat is  het deel = massa van alle koolstofatomen in het molecuul.

les 2

https://quizlet.com/join/VpyVu3uW5

ijzer uit ijzererts

(Fe₂O₃)

Cokes =

koolstof = C

reactie A: C + O₂ -> CO

reactie B: 3 CO + Fe₂O₃ -> 2 Fe + 3 CO₂

alluminium uit bauxiet

Blokschema: in de blokjes worden de processen genoemd