Hoofdstuk 5 Paragraaf 1 - BTW

BTW
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

BTW

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag leren
-Wat is BTW?
-Waarom betalen we BTW?
-Rekenen met BTW.

Slide 2 - Diapositive

Wat is BTW?
Het is belasting die de winkelier moet optellen bij het product of dienst. Het geld wat de consument aan BTW (belasting toegevoegde waarde) betaald, moet de winkelier weer afdragen aan de overheid. 

Slide 3 - Diapositive

Wanneer betaal je BTW?
Als je iets koopt betaal je BTW.

-BTW staat voor Belasting over de Toegevoegde Waarde.
-Ander woord voor BTW is omzetbelasting.
-De BTW is in 2019 van 6% naar 9% gegaan. 

Slide 4 - Diapositive

BTW
Belasting over de toegevoegde waarde.

Slide 5 - Diapositive

0%,9% en 21 % BTW
Op de meeste producten betaal je 21% BTW van de verkoopprijs.

Voor basisbehoeften als levensmiddelen, geneesmiddelen maar ook boeken betaal je 9 % BTW.

0% BTW betaal je over exportgoederen.

Slide 6 - Diapositive

Indirecte belasting
Als je iets koopt dan betaal je indirecte belasting.
Voorbeeld
Je koopt een brood bij de AH. 
Je rekent af bij de kassa van de AH. 
De AH draagt vervolgens het betaalde btw bedrag af aan de overheid. 
Je betaalt dus btw via de AH aan de overheid (dus indirect).

Slide 7 - Diapositive

Consumentenprijs
Als consument betaal je de prijs van het product inclusief BTW (dus met BTW), we noemen dat de consumentenprijs.

Slide 8 - Diapositive

Ezelsbruggetjes  inclusief en exclusief
Inclusief: is met BTW
(het woordje in geeft aan dat het er al in zit.)

Exclusief: is zonder BTW 
(je ex hoort niet meer bij je, dus het zit er niet in). 

Slide 9 - Diapositive

Consumentenprijs
Verkoopprijs + BTW= consumentenprijs

Voorbeeld:
Verkoopprijs = €11,40
BTW= 21%

Dus: Consumentenprijs is 11,40 x 1,21 = €13,79

Slide 10 - Diapositive

De consumentenprijs is de verkoopprijs...
A
inclusief toegevoegde waarde
B
inclusief belasting over de toegevoegde waarde
C
exclusief toegevoegde waarde
D
exclusief belasting over de toegevoegde waarde

Slide 11 - Quiz

Je wilt iets kopen voor €55,00 exclusief BTW. Het BTW-tarief is 21%. Wat is de consumentenprijs?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

De consumentenprijs van een watermeloen is €5,30 (inclusief 9% BTW). Bereken de prijs exclusief BTW.

Slide 14 - Question ouverte

De consumentenprijs van een laptop is €459,80 (inclusief 21 % BTW). Bereken de prijs exclusief BTW.

Slide 15 - Question ouverte

De consumentenprijs van een doos koekjes is €1,59. De BTW is 9%. Bereken de verkoopprijs exclusief BTW.

Slide 16 - Question ouverte

Je koopt een fiets. De consumentenprijs is €744,15 de BTW is 21%. Bereken de verkoopprijs exclusief BTW.

Slide 17 - Question ouverte

De consumentenprijs van een doos koekjes is €1,59. De BTW is 9%. Bereken hoeveel je aan BTW betaalt als je deze koekjes koopt.

Slide 18 - Question ouverte

In een folder zie je een telefoon voor €158,99 inclusief 21% btw. Bereken wat de verkoopprijs exclusief btw is.

Slide 19 - Question ouverte

De verkoopprijs van een auto is €12.500 inclusief 21 % BTW. Bereken het bedrag van de BTW dat in de consumentenprijs verwerkt zit.

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Lien