A.c.I.

A.c.I.
Hoe herken je een A.c.I. en hoe vertaal je deze?
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

A.c.I.
Hoe herken je een A.c.I. en hoe vertaal je deze?

Slide 1 - Diapositive

Nederlands
Moeder hoort de kinderen komen of
Moeder hoort dat de kinderen komen
Ik zie de sneeuw vallen of
Ik zie dat de sneeuw valt
De leerlingen voelen de bui hangen.....

Slide 2 - Diapositive

Latijn zelfde constructie als Engels

I want you to do your homework
I want you to go home

Slide 3 - Diapositive

Latijn: A.c.I.
Accusativus cum infinitivo:
een accusativus samen met een infinitivus
persoonsvorm in de hoofdzin
de accusativus en infinitivus zijn hiervan afhankelijk

Slide 4 - Diapositive

Wanneer een A.c.I.?
Na werkwoorden die betekenen: waarnemen, weten, menen, zeggen, geëmotioneerd zijn en na onpersoonlijke uitdrukkingen (apparet, constat) 
Werkwoorden waarna je in het Nederlands “dat” krijgt
Een accusativus én een infinitivus die afhankelijk zijn van een
persoonsvorm van één van bovenstaande woorden.

Slide 5 - Diapositive

Hoe vertaal je een A.c.I.?
Bijzin ingeleid met “dat”
De accusativus wordt het onderwerp van de bijzin
De infinitivus wordt de persoonsvorm: let op de tijd van de persoonsvorm uit de hoofdzin

Slide 6 - Diapositive

A.c.I.
Ulixes deam intrare videt.
Odysseus ziet de godin binnenkomen.
Ulixes narrat amicos ad Troiam navigare.
Odysseus vertelt dat de vrienden naar Troje varen.
Canis gaudet dominum crustulum dare.
  De hond is blij dat de baas een koekje geeft.

Slide 7 - Diapositive

Magister dicit discipulos carmen cantare.

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo