Oefenen 2a -> weer en klimaat

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Oefenen voor weer en klimaat

Wat is dit?
In deze Lessonup ga je zelf nog even kort de onderwerpen door van weer en klimaat, hierbij maak je ook de opdrachten om te kijken of je het snapt

Zet de goede kenmerken bij de soort breedtegraad.

Hoge breedte

Lage breedte

Lagere temperatuur

Hogere temperatuur

90 graden

0 graden

Kleinere invalshoek

grotere invalshoek

hoe zat het ook alweer?

het plaatje hiernaast legt hoe invalshoeken werken nog een keer goed uit. 

In de zomer is het land ... dan de zee

1. Kouder
2. Warmer

Geef de formule die je gebruikt om een BW klimaat te berekenen

Zet het juiste kenmerk bij deze klimaattypes

A - klimaat

B - Klimaat

D - klimaat

E - klimaat

In de warmste maand onder de 10 graden

In de koudste maand is het gemiddeld tussen de -3 en 18 graden

De gemiddelde maandelijkse temperatuur is altijd hoger dan 18 graden

In de koudste maand onder de -3 en in de warmste maand boven de 10 graden

Welke afkorting is dit:
'zomer 2x zo droog als de winter'

1. s
2. w
3. f
4. H

Waaraan kan je de temperatuur aflezen in een klimaatgrafiek?

Wat is luchtdruk?

Hoge luchtdruk

Lage luchtdruk

Veel neerslag

Veel zonneschijn

condensatie

verdamping

Lucht stijgt op

00:00

als je luchtdrukken nog lastig vind is het handig om dit filmpje nog even te kijken

luchtsoorten

Maritieme lucht

Continentale lucht

Polaire lucht

tropische lucht

Koude lucht

vochtige lucht

droge lucht

warme lucht

Kijk naar het plaatje,
Waarom zouden wij de winden rond 35 graden 'westenwinden' noemen?

Bekijk bron 1.
Welke tekening geeft de grote windsystemen op aarde juist weer?

1. tekening 1
2. tekening 2
3. tekening 3
4. tekening 4

00:00

Kijk dit filmpje eens als de de wet van Buys Ballot nog lastig vind.