7.3: Opgepakt en dan? BK

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Quiz (11 vragen)
Paragraaf 1 t/m 3

Slide 9 - Diapositive

De politie mag mij fouilleren.
A
Dit mag altijd
B
Dit mag als de politie mij van iets verdenkt
C
Dit mag alleen in speciale gebieden
D
Dit mag in speciale gebieden of op verdenking.

Slide 10 - Quiz

Voor wie is bureau Halt bedoeld?
A
Voor jongeren tussen de 16 en 18 die een strafbaar feit begaan
B
Voor jongeren tussen de 16 en 18 die niet luisteren naar hun ouders.
C
Voor jongeren tussen de 12 en 18 die een strafbaar feit begaan
D
Voor jongeren tussen de 14 en 20 die een strafbaar feit begaan

Slide 11 - Quiz

Wat is het voordeel van Bureau Halt?
A
Je ouders zijn niet betrokken bij het proces
B
Je krijgt geen strafblad
C
Je krijgt geen straf
D
Je kunt eindeloos bij Halt terecht komen als minderjarige

Slide 12 - Quiz

Wie klaagt de verdachte aan?
A
de rechter
B
de verdachte
C
de advocaat
D
de officier van justitie

Slide 13 - Quiz

voor een ..... krijg je een strafblad
A
misdrijf
B
overtreding

Slide 14 - Quiz

Om welke risicofactor gaat het?
Joris moet van zijn beste vriend een pakketje drugs op een afgesproken plek bezorgen.
A
Psychologische of gedragsproblemen
B
Drank en/of drugsgebruik
C
Een slechte opvoeding
D
Groepsdruk

Slide 15 - Quiz

Om welke risicofactor gaat het?
De ouders van Pieter zijn gescheiden en naar Pieter wordt niet meer omgekeken. Hij kan doen en laten wat hij wil. Uit verveling heeft Pieter een handeltje in gestolen spullen.
A
Een slechte opvoeding
B
Drank en/of drugsgebruik
C
Psychologische of gedragsproblemen
D
Schooluitval

Slide 16 - Quiz

Als een verdachte voor de rechter moet komen, wordt de verdachte ...
A
Geseponeerd
B
Geschikt
C
Verdacht
D
Vervolgd

Slide 17 - Quiz

Wat betekent ontoerekeningsvatbaar?
A
Dat je niet snel een psychische ziekte zult krijgen
B
Dat het niet jouw schuld is als je een psychische ziekte krijgt
C
Dat een verdachte door ziekte niet wist wat hij/zij deed tijdens de misdaad
D
Dat jij nooit de rekening hoeft te betalen

Slide 18 - Quiz

Wie bepaalt of een verdachte naar de rechter moet?
A
Bureau Halt.
B
De officier van justitie.
C
De rechter zelf.
D
De politieagent die de verdachte arresteert.

Slide 19 - Quiz

Als je meewerkt met Halt
A
schrijft Halt een proces-verbaal.
B
komt er geen rechtszaak.
C
blijf je altijd een verdachte.
D
krijg je als beloning een strafblad.

Slide 20 - Quiz