Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Diapositive
Quiz (11 vragen)
Paragraaf 1 t/m 3
Slide 9 - Diapositive
De politie mag mij fouilleren.
A
Dit mag altijd
B
Dit mag als de politie mij van iets verdenkt
C
Dit mag alleen in speciale gebieden
D
Dit mag in speciale gebieden of op verdenking.
Slide 10 - Quiz
Voor wie is bureau Halt bedoeld?
A
Voor jongeren tussen de 16 en 18 die een strafbaar feit begaan
B
Voor jongeren tussen de 16 en 18 die niet luisteren naar hun ouders.
C
Voor jongeren tussen de 12 en 18 die een strafbaar feit begaan
D
Voor jongeren tussen de 14 en 20 die een strafbaar feit begaan
Slide 11 - Quiz
Wat is het voordeel van Bureau Halt?
A
Je ouders zijn niet betrokken bij het proces
B
Je krijgt geen strafblad
C
Je krijgt geen straf
D
Je kunt eindeloos bij Halt terecht komen als minderjarige
Slide 12 - Quiz
Wie klaagt de verdachte aan?
A
de rechter
B
de verdachte
C
de advocaat
D
de officier van justitie
Slide 13 - Quiz
voor een ..... krijg je een strafblad
A
misdrijf
B
overtreding
Slide 14 - Quiz
Om welke risicofactor gaat het? Joris moet van zijn beste vriend een pakketje drugs op een afgesproken plek bezorgen.
A
Psychologische of gedragsproblemen
B
Drank en/of drugsgebruik
C
Een slechte opvoeding
D
Groepsdruk
Slide 15 - Quiz
Om welke risicofactor gaat het? De ouders van Pieter zijn gescheiden en naar Pieter wordt niet meer omgekeken. Hij kan doen en laten wat hij wil. Uit verveling heeft Pieter een handeltje in gestolen spullen.
A
Een slechte opvoeding
B
Drank en/of drugsgebruik
C
Psychologische of gedragsproblemen
D
Schooluitval
Slide 16 - Quiz
Als een verdachte voor de rechter moet komen, wordt de verdachte ...
A
Geseponeerd
B
Geschikt
C
Verdacht
D
Vervolgd
Slide 17 - Quiz
Wat betekent ontoerekeningsvatbaar?
A
Dat je niet snel een psychische ziekte zult krijgen
B
Dat het niet jouw schuld is als je een psychische ziekte krijgt
C
Dat een verdachte door ziekte niet wist wat hij/zij deed tijdens de misdaad
D
Dat jij nooit de rekening hoeft te betalen
Slide 18 - Quiz
Wie bepaalt of een verdachte naar de rechter moet?