Les 39 en 40

Welkom (terug) klas 1C
timer
1:45
Log in op LessonUp
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom (terug) klas 1C
timer
1:45
Log in op LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Vandaag 21 dec
Aan de slag met herhaling van alles!

Nieuwe stof: les 39 en 40

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent 'spanning' bij het lezen van een boek?
timer
1:00

Slide 3 - Question ouverte

Kan een romantisch verhaal ook spannend zijn?
timer
1:00

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het onderwerp in:
De nieuwe maaltijdservice zag het aantal bestellingen met 40% groeien.
timer
0:30

Slide 5 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm in:
Je valt met je neus in de boter.
timer
0:30

Slide 6 - Question ouverte

Geef een uiterlijke beschrijving van jouw buurman of -vrouw.

timer
1:00

Slide 7 - Question ouverte

Geef een innerlijke beschrijving van jouw buurman of -vrouw.

timer
1:00

Slide 8 - Question ouverte

Hoe weet je of je de persoonsvorm met een -d of -t schrijft in de verleden tijd?

Slide 9 - Question ouverte

Noteer de juiste persoonsvorm in de verleden tijd:
De bever ... (verschansen) zich in zijn burcht.
timer
0:30

Slide 10 - Question ouverte

Noteer de juiste persoonsvorm in de verleden tijd:
Je ... (vergissen) je al gauw in de spelling van de persoonsvorm.
timer
0:30

Slide 11 - Question ouverte

Noteer de juiste persoonsvorm in de verleden tijd:
De huizen ... (branden) helemaal af.
timer
0:30

Slide 12 - Question ouverte

Geef de 3 + 1 stappen om een recensie te schrijven.
timer
1:00

Slide 13 - Question ouverte

Welkom klas 1C
timer
1:45
Log in op LessonUp

Slide 14 - Diapositive

Noteer de juiste persoonsvorm in de verleden tijd:
Het model ... (verruilen) de catwalk in voor een studie Nederlands.
timer
0:30

Slide 15 - Question ouverte

Noteer de juiste persoonsvorm in de verleden tijd:
Militairen ... (helpen) bij de opruimacties op de Waddeneilanden.
timer
0:30

Slide 16 - Question ouverte

Noteer de juiste persoonsvorm in de verleden tijd:
Tientallen jongeren ... (pakken) hun camera om mee te doen aan de vlogwedstrijd.
timer
0:30

Slide 17 - Question ouverte

Persoonsvorm in de verleden tijd
Je moet weten of het een sterk of zwak werkwoord is.

Bij zwakke werkwoorden blijft de stam hetzelfde. Je schrijft -d of -t door naar de medeklinkers van 't sexy fokschaapje te kijken.
> snoepen > p = ja! > Ik snoepTe.
> regenen > n = nee! > Het regenDe.

Bij sterke werkwoorden verandert de stam. 
Lees > las
fluit > floot

Slide 18 - Diapositive

Voltooid deelwoord vinden?
  • Het voltooid deelwoord is NOOIT de persoonsvorm!
  • Het begint vaak met ge-, be-, ver- of ont-.
  • Het eindigt op -en, -t of -d.

Slide 19 - Diapositive

Geef aan hoe je het voltooid deelwoord moet schrijven.
timer
1:00

Slide 20 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord in:
Eerst hebben ze een ontwerp ... (maken).
timer
0:30

Slide 21 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord in:
Daarna hebben ze met ijsstokjes en karton een model ... (bouwen).
timer
0:30

Slide 22 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord in:
Het model is uitgebreid ... (testen).
timer
0:30

Slide 23 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord in:
Klas 1C heeft voor natuurkunde een raket ... (ontwerpen).
timer
0:30

Slide 24 - Question ouverte

Les 40
Onregelmatige werkwoorden

Slide 25 - Diapositive

Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
Als ik mijn droom ... (vervullen), ... (zullen) ik ontzettend blij zijn.
timer
0:30

Slide 26 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
Ik ... (kunnen) niets beloven, maar ik ... (gunnen) het je wel.
timer
0:30

Slide 27 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
De arts ... (willen) liever niet dat de patiënt te zware dingen ... (tillen).
timer
0:30

Slide 28 - Question ouverte

En nu in de verleden tijd

Slide 29 - Diapositive

Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd:
Hij ... (hebben) geluk dat de pijn langzaam ... (wegebben).
timer
0:30

Slide 30 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd:
Jij ... (mogen) gister eerst de afstandsbediening en daarna ... (krijgen) ik 'm.
timer
0:30

Slide 31 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd:
Je ... (zijn) gek als je zo hard ... (rennen).
timer
0:30

Slide 32 - Question ouverte

Opdrachten maken
Maak de 4 opdrachten van het stencil.

Slide 33 - Diapositive

Welkom (terug) klas 1C
timer
1:45
Log (nog een keer) in op LessonUp

Slide 34 - Diapositive

Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd in:
De dagboeken van Anne Frank ... (mogen) worden gekopieerd voor onderzoek.
timer
0:30

Slide 35 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd in:
Veel bekende Nederlanders ... (willen) hun eigen kledinglijn opzetten.
timer
0:30

Slide 36 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd in:
Starbucks ... (hebben) bijna 500 winkels in één jaar geopend.
timer
0:30

Slide 37 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd in:
Gisteren ... (zullen) ik naar de kapper gaan, maar helaas was die dicht.
timer
0:30

Slide 38 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd in:
De laatste wedstrijden in de eredivisie ... (zijn) erg spannend.
timer
0:30

Slide 39 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd in:
Ajax en PSV ... (kunnen) allebei de titel nog pakken.
timer
0:30

Slide 40 - Question ouverte

Maak een zin in de verleden tijd met het werkwoord 'mogen'.
timer
0:30

Slide 41 - Question ouverte

Maak een zin in de verleden tijd met het werkwoord 'kunnen'.
timer
0:30

Slide 42 - Question ouverte

Ga verder met het stencil.

Klaar? Ga aan de slag met Numo!

Slide 43 - Diapositive