Les 2

Les 2
Welkom
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Les 2
Welkom

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Meer dan lezen §1 opdracht 2 + 3 maken
Spelling §10 herhaling leerjaar 2

Slide 2 - Diapositive

Werkwoorden die we uit het Engels hebben overgenomen, zijn in het Nederlands altijd
A
sterk
B
zwak

Slide 3 - Quiz

’t Ex-kofschip kun je wel / niet gebruiken voor de verleden tijd en het voltooid deelwoord van Engelse werkwoorden in het Nederlands.
A
wel
B
niet

Slide 4 - Quiz

Je kunt de verlengproef wel / niet gebruiken om te bepalen of je bij een voltooid deelwoord -d of -taan het eind moet schrijven.
A
wel
B
niet

Slide 5 - Quiz

Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo kort /lang mogelijk.
A
kort
B
lang

Slide 6 - Quiz

Een samengestelde zin heeft één persoonsvorm / meer dan één persoonsvorm.
A
één persoonsvorm
B
meer dan één persoonsvorm

Slide 7 - Quiz

Voor de werkwoordspelling is het belangrijk / niet belangrijk om te weten of het werkwoord een persoonsvorm of een voltooid deelwoord is.
A
belangrijk
B
niet belangrijk

Slide 8 - Quiz

Een voltooid deelwoord eindigt
soms / nooit op -dt.
A
soms
B
nooit

Slide 9 - Quiz

Om alle persoonsvormen in een samengestelde zin te vinden, kun je het best
de tijdproef / vraagproef gebruiken.
A
tijdproef
B
vraagproef

Slide 10 - Quiz

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden. Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, tenzij uit de zin blijkt dat het verleden tijd moet zijn. Let op: er een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord is ook mogelijk.
Op foto’s op de website
(blurren) de school de gezichten van de leerlingen

Slide 11 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden. Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, tenzij uit de zin blijkt dat het verleden tijd moet zijn. Let op: er een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord is ook mogelijk.
Gisteravond hebben we drie
(downloaden) films gekeken.

Slide 12 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden. Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, tenzij uit de zin blijkt dat het verleden tijd moet zijn. Let op: er een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord is ook mogelijk.
Toen het zomer was,
(scrubben) Amara haar huid met zandkorrels.

Slide 13 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden. Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, tenzij uit de zin blijkt dat het verleden tijd moet zijn. Let op: er een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord is ook mogelijk.
Vorig seizoen
(coachen) Desirées vader en oom ons basketbalteam.

Slide 14 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden. Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, tenzij uit de zin blijkt dat het verleden tijd moet zijn. Let op: er een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord is ook mogelijk.
Julan (uploaden) tegenwoordig elke week een korte kookvideo op YouTube.

Slide 15 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden. Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, tenzij uit de zin blijkt dat het verleden tijd moet zijn. Let op: er een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord is ook mogelijk.
Afgelopen zondag
(posten) Nikki een babyfoto van zichzelf op Instagram.

Slide 16 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden. Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, tenzij uit de zin blijkt dat het verleden tijd moet zijn. Let op: er een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord is ook mogelijk.
Waarom (pushen) jij mij steeds om te gaan sporten,
terwijl je zelf ook bijna nooit (trainen)?

Slide 17 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden. Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, tenzij uit de zin blijkt dat het verleden tijd moet zijn. Let op: er een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord is ook mogelijk.
Volgens mij heeft Justin zijn tanden (bleachen)
en heeft hij zijn ogen (laseren).

Slide 18 - Question ouverte

Aan de slag
Meer dan lezen §1 opdracht 2

timer
25:00

Slide 19 - Diapositive