H30 Financiële planning

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

H30 Financiële planning

Leerdoelen

• Je kunt een investeringsbegroting opstellen 
• Je kunt een openingsbalans opstellen 
• Je kunt de balanced scorecard uitleggen, Kritische Succesfactoren (KSF) benoemen en hierbij Kritische prestatie-indicatoren (KPI) bij formuleren

Planning  

• In de les: opgaven 30.1/ 30.2/ 30.3/ 30.7 en 30.8 
• Zelf thuis: opgaven 30.4/ 30.5/ 30.6/ Z 30.1 en E 30.1

In 3 stappen naar beginbalans

1. Investeringsbegroting 

Geeft inzicht in welke investeringen ondernemer bij start onderneming heeft te doen

• Welke activa zijn noodzakelijk om bedrijf te kunnen starten? 
• Welk bedrag aan liquiditeiten is nodig om aanloopkosten te kunnen opvangen of directe uitgaven te kunnen betalen?
• Welk bedrag aan te betalen btw moet voldaan worden over deze eerste investeringen? Dit bedrag kan worden teruggevorderd en wordt opgenomen in investeringsbegroting als vooraftrek btw (werkwijze gelijk aan te vorderen btw) 

Voorbeeld? Zie blz. 124 bovenaan 

Maken: opgave 30.1 A

2. Financieringsbegroting 

Nu je weet welke vermogensbehoefte er is kan de financieringsbegroting opgesteld worden

Wat is de hoogte (en vorm) van het beschikbaar vreemd vermogen?

Vaak wordt nagestreefd dat de financiering aansluit bij de levensduur van de activa. 

• Vaste activa financieren met eigen vermogen of lang vreemd vermogen 
• Alleen vlottende activa en liquiditeiten financieren met kort vreemd vermogen 
  
• Vermogensbehoefte - beschikbaar vreemd vermogen = benodigd eigen vermogen 

Voorbeeld? Zie voorbeeld 30.2 op blz. 124

Maken opgave 30.1 B  

3. Begrote beginbalans

Op basis van de investeringsbegroting  (activazijde) en de financieringsbegroting (passiva-zijde) kan de begrote beginbalans worden opgesteld. 

• Let op: als op een bankrekening een krediet wordt verstrekt en deze niet volledig wordt opgenomen. Het niet-opgenomen deel dient dan als beschikbare liquiditeiten

Voorbeeld? Zie toelichting b in voorbeeld 30.3 op blz. 125

Maken opgave 30.1 B  

Opgave 30.1 - aandachtspunten

• Bedragen in- of exclusief btw gegeven? 
• Hoe verwerk je btw op balans, resultatenbegroting en liquiditeitsbegroting? 
• Let bij eindbalans op afschrijvingen, af te dragen btw en privé-opnames (of stortingen tussentijds) 

Balanced Scorecard

Van doelstelling naar KPI

KSF'en voor luchtvaartmaatschappij

“Twee vliegtuigmaatschappijen hebben als doelstelling voor het

komende jaar het vergroten van hun marktaandeel – het uitvoeren

van meer vluchten.

Beide denken zij na over de manier hoe zij dat kunnen

bewerkstelligen: zij proberen hun succesfactoren te definiëren.

De ene vliegtuigmaatschappij heet Ryanair en de ander KLM.”

Welke succesfactoren zijn voor elk van de maatschappijen kritiek?

Zijn er verschillen te constateren?

KSF'en voor luchtvaartmaatschappij

bron:jmsadvies.com

Vaste activa bestaat onder andere uit:

1. Gebouw en Inventaris
2. Gebouw en Hypothecaire lening
3. Inventaris en Debiteuren
4. Voorraad goederen en Debiteuren

Wat zijn de drie onderdelen van Vaste activa

1. Vast, vlottend en materieel
2. Materieel, immateriële en kort lopend
3. Financieel, immateriële en vlottend
4. Materieel, immateriële en financiële

Hoort een bureaustoel bij vaste activa?

1. Ja
2. Nee

Vlottende activa

1. Blijven best zo lang mogelijk in de onderneming
2. Blijven minder dan één jaar in de onderneming
3. blijven langer dan één jaar in de onderneming
4. zijn direct realiseerbaar

Een voorbeeld van vlottende activa is

1. inventaris
2. crediteuren
3. debiteuren
4. vrachtauto

Vlottende activa

1. Gaan langer dan 1 jaar mee
2. Gaan korter dan 1 jaar mee
3. Gaan niet mee
4. Gaan wel mee

Welke balansmutaties vinden er plaats?
Betaling per bank aan crediteuren €14.000.

1. Kas -€14.000 Crediteuren +€14.000
2. Kas -€14.000 Crediteuren -€14.000
3. Bank -€14.000 Crediteuren -€14.000
4. Bank -€14.000 Crediteuren +€14.000

Welke balansmutaties vinden er plaats?
Per kas gekocht goederen €1.400.

1. Voorraad -€1.400 Kas -€1.400
2. Voorraad +€1.400 Kas -€1.400
3. Voorraad -€1.400 Crediteuren -€1.400
4. Voorraad -€1.400 Crediteuren +€1.400

Welke balansmutaties vinden er plaats?
Ontvangen per bank van debiteuren €6.400.

1. Debiteuren -€6.400 Kas -€6.400
2. Debiteuren +€6.400 Bank +€6.400
3. Debiteuren -€6.400 Bank +€6.400
4. Debiteuren +€6.400 Kas -€6.400

Welke balansmutaties vinden er plaats?
Er wordt 2200 euro afgeschreven op de inventaris .

1. Kosten -€2.200 Kas +€2.200
2. Kas -€2.200 Kosten +€2.200
3. Kas -€2.200 Vreemd vermogen +€2.200
4. Inventaris -€2.200 Eigen vermogen -€2.200

Een investeringsbegroting geeft aan;

1. Hoe groot de vermogensaanwending van een onderneming is
2. Hoe groot de vermogensbehoefte van een onderneming is
3. Welke gebouwen een onderneming moet aanschaffen
4. Welke vaste en liquide activa een onderneming moet aanschaffen

OPVALLEND

INSCHRIJVINGEN DRIEHOEKSGESPREKKEN?

BONUSPUNTEN VOOR BECO al begonnen?