Verpleegtechnisch handelen 4 les 4 Zuurstof toedienen
Verpleegtechnisch handelen 4
Les 4 Zuurstof toedienen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3
Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Verpleegtechnisch handelen 4
Les 4 Zuurstof toedienen
Slide 1 - Diapositive
Lesinhoud
Planning
Lesdoelen
Terugblik vorige les
Toedienen van zuurstof
Berekenen zuurstofcilinder
Werken aan deelopdrachten
Slide 2 - Diapositive
Planning
Slide 3 - Diapositive
Lesdoelen
De student kan uitleggen wat indicaties en contra- indicaties zijn van zuurstoftoediening.
De student kan uitleggen welke observatiepunten en aandachtspunten er zijn bij het toedienen van zuurstof
De student kan beredeneren welke complicaties er kunnen ontstaan bij zuurstoftoediening en hoe je moet handelen.
Slide 4 - Diapositive
Wat is het doel van zuurstof toedienen
Slide 5 - Question ouverte
Toedienen van zuurstof
Het doel van zuurstoftoediening is het corrigeren van hypoxemie (het verhogen van de zuurstofconcentratie in het bloed)
De toegediende zuurstof geeft een hogere concentratie ingeademde zuurstof aan de lucht, waardoor de zuurstofsaturatie verbetert.
Slide 6 - Diapositive
Hoe meet je zuurstof in het bloed
Zuurstofsaturatie
Het zuurstof bindt zich aan de hemoglobine in de rode bloedcellen
Slide 7 - Diapositive
Benoem enkele verschijnselen bij zuurstofgebrek
Slide 8 - Question ouverte
Verschijnselen zuurstoftekort (hypoxie)
Kortademigheid in rust en bij lichte inspanning
Gebruik maken van hulp ademhalingsspieren
Sufheid
Vergeetachtigheid
Verwardheid
Gevoel van zwakte en krachteloosheid
Blauwe huiskleur vooral van de vingers, nagels en lippen
Hoge pols- en ademhalingsfrequentie
Hoge bloeddruk
Angst
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Benoem indicaties om zuurstof te geven
Slide 11 - Question ouverte
Indicaties
Hypoxie (zuurstoftekort)
problemen met het hart of de longen;
bloedarmoede;
postoperatief of bij tijdelijke sedatie;
Acute situaties
Slide 12 - Diapositive
Contra- indicaties
verwondingen in de neus en/of keelholte;
verwondingen in het aangezicht;
schedelen/of hersentrauma;
vroeggeboorte
COPD
Slide 13 - Diapositive
Benoem enkele aandachtspunten bij het toedienen van O2.
Slide 14 - Question ouverte
Zuurstof toedienen is een voorbehouden en risicovolle handeling
Opdracht van arts nodig
Hoeveelheid O2 per minuut afspreken met de arts
Toediening via neusbril, neuskatheter of zuurstofmasker
Alert zijn bij COPD cliënten
Brandgevaar
Controleer altijd de inhoud van zuurstof cilinder
Slide 15 - Diapositive
Complicaties
Ademdepressie
Weglekken van zuurstof
Drogen van de neus
Drukplekken door neusbril
Slide 16 - Diapositive
Hoe kan je iemand zuurstof toedienen?
Slide 17 - Question ouverte
Zuurstofbronnen
Voor zuurstoftherapie kunnen verschillende zuurstofbronnen worden gebruikt:
een zuurstofcilinder met samengeperste zuurstof, een concentrator die zuurstof uit gewone lucht haalt en vloeibare zuurstof.
Slide 18 - Diapositive
Zuurstofcilinder
In de zuurstofcilinder bevindt zich zuurstof onder hoge druk.
Een cilinder met een inhoud van 10 liter weegt 20 kilogram, en bevat als hij vol is ongeveer 2000 liter gaszuurstof.
Slide 19 - Diapositive
Concentrator
De concentrator is een apparaat dat geen zuurstof bevat, maar de zuurstof uit de lucht haalt.
´
Dit apparaat moet altijd aangesloten zijn op het elektriciteitsnet.
Slide 20 - Diapositive
Vloeibare zuurstof
Door zuurstof af te koelen tot –183 ºC wordt hij vloeibaar.
Ook in het ziekenhuis wordt gebruikgemaakt van vloeibare zuurstof.
Voor de toediening is alleen een flowmeter met speciale aansluiting nodig.
Slide 21 - Diapositive
Hulpstukken
Hulpstukken bij zuurstoftoevoer
een zuurstoftoedieningssysteem
een drukregelaar of flowmeter
een luchtbevochtiger > 5 L (Aquapak)
een manometer (drukmeter)
Slide 22 - Diapositive
Toedieningsystemen
Er zijn verschillende systemen om zuurstof toe te dienen:
zuurstofbril
Neuskatheter
het zuurstofmasker
Tracheacanule
Slide 23 - Diapositive
Neusbril/ zuurstofbril:
Toediening tot 6 liter
Slide 24 - Diapositive
Neuskatheter:
Toediening tot 6 liter
Slide 25 - Diapositive
Zuurstof masker
Toediening groter dan 5 liter
Slide 26 - Diapositive
Berekenen de resthoeveelheid in de zuurstofcilinder
1. Reken uit hoeveel liter zuurstof in de cilinder zit. Bekijk de druk in de manometer. De stand van de manometer in bar x het volume van de cilinder in liters = de hoeveelheid zuurstof in liters in de cilinder.
2. Bereken hoelang de cliënt met de cilinder toe kan:
a. Deel de hoeveelheid zuurstof in de cilinder door de hoeveelheid liters per minuut die de cliënt toegediend krijgt. Dit geeft het aantal minuten.
b. Deel het aantal minuten door 60. Dit geeft het aantal uren dat zuurstof uit de cilinder toegediend kan worden.
Slide 27 - Diapositive
Berekenen de resthoeveelheid in de zuurstofcilinder
Mevrouw Jansen is kortademig tgv longontsteking. De arts schrijft zuurstof voor. Mevrouw Jansen krijgt 2 liter per minuut.
De inhoud van de cilinder is 10 liter en de manometer staat afgesteld op 110 bar.
Vraag:
Welke hoeveelheid zuurstof zit er in de cilinder?
Hoe lang kun je met de cilinder doen voordat de zuurstof op is?
Slide 28 - Diapositive
Pas je kennis toe
Mevrouw Alting krijgt zuurstoftherapie, 3 liter per minuut. Ze is af en toe erg onrustig en vindt het toedieningssysteem niet prettig zitten. De zuurstoftherapie helpt wel: de benauwdheidsklachten nemen af.
Vragen
Welk toedieningssysteem is aan te raden bij mevrouw Alting? Maak een keuze uit neuskatheter, zuurstofbril of zuurstofmasker. Motiveer waarom je deze keuze maakt.
Moet je gebruikmaken van een bevochtigingssysteem (Aquapack) of hoeft dat niet? Motiveer je antwoord.
Slide 29 - Diapositive
Lesdoelen
De student kan uitleggen wat indicaties en contra- indicaties zijn van zuurstoftoediening.
De student kan uitleggen welke observatiepunten en aandachtspunten er zijn bij het toedienen van zuurstof
De student kan beredeneren welke complicaties er kunnen ontstaan bij zuurstoftoediening en hoe je moet handelen.