Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Ontwikkelingspsychologie
- Les 5
- H9 (9.6, 9.7, 9.8)
Slide 1 - Diapositive
Stelling:
"Al het gedrag is aangeleerd"
Slide 2 - Diapositive
Het kind vertoont langdurig extreem probleemgedrag dat niet meer past bij zijn ontwikkelingsfase
A
Gedragsstoornis
B
Gedragsprobleem
C
Leerprobleem
D
Leerstoornis
Slide 3 - Quiz
We kennen verschillende soorten gedragsproblemen namelijk...
A
Concreet en ervaren probleemgedrag
B
Internaliserend en externaliserend probleemgedrag
C
Aangeboren en aangeleerd probleemgedrag
D
Nature- en nurture gedrag
Slide 4 - Quiz
Jasmijn is thuis al weken niet te genieten. Ze kijkt niet om naar haar huiswerk, heeft een grote mond naar haar ouders, wil alleen maar met vriendinnen afspreken. De ouders zitten met de handen in de haren en weten niet meer wat ze aan moeten met Jasmijn. Waarvan is in bovenstaand voorbeeld met name sprake?
A
Leerstoornis
B
Maatschappelijk probleem
C
Gedragsproblemen
D
Opvoedingsproblemen
Slide 5 - Quiz
Probleemgedrag kan te maken hebben met verschillende invloeden. Van buitenaf en van binnenuit. We hebben het hier over..
A
De psychoanalyse
B
De leertheorie
C
Nature-nurture vraag
D
Internaliserende- en externaliserende omstandigheden
Slide 6 - Quiz
Vorige keer
Maatschappelijke veranderingen
Opvoedproblemen
Psychoanalyse
Slide 7 - Diapositive
Waar heeft dit mee te maken?
Gedrag is...
Slide 8 - Diapositive
Fixatie
- Het niet volledig ontwikkelen van één van de fasen.
- Het kind blijft hangen in een fase, dit uit zich in het gedrag (veel van hetgeen doen waar hij/zij in is blijven hangen).
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
9.6 Leertheorie
- gaat er van uit dat alle gedrag, is aangeleerd. Ervaring is leermeester.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
9.6 Leertheorie
Klassieke conditionering
- Pavlov (psycholoog)
- Behaviorisme
- (aan)leren reageren op een bepaalde manier
- hond en bel
Slide 13 - Diapositive
9.6 Leertheorie
Operante conditionering
- Skinner (psycholoog)
- Reactie op de gevolgen van het gedrag
- Doe je het goed? Dan krijg je een koekje, doe je het niet goed. Dan krijg je straf. Gedrag vindt vaker plaats.
Slide 14 - Diapositive
9.6 Leertheorie
Sociale leertheorie
- Bandura (psycholoog)
- Leren van observeren (modeling)
- Voorbeeld zien en zelf na doen
Slide 15 - Diapositive
Een kind bevredigt in een situatie zijn behoeften te veel of juist te weinig en het blijft hangen in deze specifieke fase. Hoe noemde Freud deze toestand?
A
De fallische fase
B
Modeling
C
Fixatie
D
Latentie
Slide 16 - Quiz
Dominic heeft een hekel aan rekenen. Iedereen is aan het werk, maar Dominic lukt het niet. Dit ondank ze er eigenlijk best goed in is. De juf maakt een afspraak met haar: 'We hebben twintig minuten voor deze sommen. Als je deze bladzijde nu snel afmaakt, mag je de overgebleven tijd op de computer een spelletje doen.' Binnen tien minuten heeft Dominic haar sommen af en zet ze blij de computer aan. Van welke leertheorie maakt Dominic haar juf hierboven met name gebruik?
A
Sociale leertheorie
B
Operante conditionering
C
Klassieke conditionering
D
Interactiemodel
Slide 17 - Quiz
Leren door observeren.. wordt ook wel... genoemd
A
Fixatie
B
Sociale leertheorie
C
Maatschappelijk probleem
D
Modeling
Slide 18 - Quiz
9.7 Interactiemodel
Slide 19 - Diapositive
Waar denk je aan bij het interactiemodel?
Slide 20 - Carte mentale
Slide 21 - Diapositive
9.7 Interactiemodel
De mens en zijn omgeving beïnvloeden elkaar.
Zoekt de oorzaak en oplossing in een klein kringetje: de relatie tussen een volwassene en het kind.
Gedragsproblemen ontstaan als het kind en de omgeving niet goed op elkaar zijn afgestemd.
Schoolsituatie:
Het gedrag van het kind en zijn omgeving (thuissituatie, leerkracht, klasgenoten)
Slide 22 - Diapositive
9.8 Ecologisch model
Slide 23 - Diapositive
9.8 Ecologisch model
Het ecologisch model
Urie Bronfenbrenner
Een verandering op het ene
kan invloed hebben op het andere.
Slide 24 - Diapositive
9.8 Ecologisch model
Microniveau: Ouders, gezin, school, buurt
Mesoniveau: De relaties tussen bovengenoemde.
Exoniveau: Kind maakt niet direct deel hiervan uit, maar het heeft wel invloed op het kind (werk ouders, schoolbeleid).
Macroniveau: Invloeden uit cultuur en subcultuur (Godsdienst, wetgeving, etc.)
Chrononiveau: Ontwikkeling in de tijd (overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs)
Slide 25 - Diapositive
Maak per paragraaf van thema 9 een toetsvraag (met 4 antwoordmogelijkheden A, B, C, D)