Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
2.
Zegt iets over een ander woord dan het zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld een:
- Werkwoord - Zij loopt hard
- Ander bijwoord- Zij loopt erg hard
- Bijvoeglijk naamwoord - Zij heeft een erg mooie auto