Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Hfst 4.5 Woorden
Welkom!
Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop)
Log alvast in.
1 / 41
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Cette leçon contient
41 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom!
Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop)
Log alvast in.
Slide 1 - Diapositive
Bespreken toets
Doel:
Waar zitten je valkuilen?
Wat kan je goed?
Waar ga je de volgende keer meer aandacht aan besteden?
Wat ga je anders doen in de les?
Wat heb je de afgelopen periode goed gedaan?
Slide 2 - Diapositive
Wat ga je deze periode beter/anders doen?
Slide 3 - Question ouverte
Waar ga je meer aandacht aan besteden?
Slide 4 - Question ouverte
Doel les: 4.3 Lezen
Ik kan twee nieuwe tekstdoelen herkennen; activeren en amuseren
Activeren: De schrijver wil de lezer iets laten doen. De lezen moet in actie komen. VB reclames
Amuseren: De schrijver wil de lezen vermaken. VB leesboek, mop
Slide 5 - Diapositive
Lesopbouw:
Absentie
Hfst overzicht
Herhaling vorige les
Doel en uitleg deze les
Maken en bespreken opdrachten
Afsluiting
Slide 6 - Diapositive
Hfst overzicht: Vol Spanning
Les 1: Fictie
Les 2: Gedicht
Les 3: Lezen
Les 4: Schrijven en formuleren
Les 5: Woorden
Daarna Toets Thema 4
Les 6: Spreken, kijken en luisteren
Les 7: Grammatica
Les 8: Spelling:
Les 9 Media en onderzoek
Slide 7 - Diapositive
huiswerk bespreken
blz 19
Schrijf mee/kijk na: ook daar controleer ik dit keer op!
Slide 8 - Diapositive
Doel les: 4.3 Lezen
Ik kan twee nieuwe tekstdoelen herkennen; activeren en amuseren
Ik ken het tekstdoel informeren al.
Wat wil de schrijver als hij dit doel heeft?
Slide 9 - Diapositive
Welke 3 tekstdoelen kennen we al?
Slide 10 - Question ouverte
Leg uit wat de bedoeling van de schrijver is met: amuseren?
Slide 11 - Question ouverte
Leg uit wat de bedoeling van de schrijver is met: activeren?
Slide 12 - Question ouverte
Doel les: 4.5 Woorden
Ik kan 25 nieuwe woorden letterlijk omschrijven.
Slide 13 - Diapositive
Doel les: 4.5 Woorden
We gaan zelf flitskaarten maken van blz 37.
Zorg dat je netjes schrijft, want je moet het over een week ook nog kunnen lezen.
Eerst het begrip: daarnaast de uitleg
Slide 14 - Diapositive
Doel les: 4.5 Woorden
Maak opdracht 1 en 2 op blz 36
Ga naar Malmberg 4.5 Woordentrainer. Leer de woorden.
timer
10:00
Slide 15 - Diapositive
Doel les: 4.5 Woorden
Maken opdracht 1, 2 en 4, 5 en 6.
Leg je huiswerk klaar op je tafel. Boek open en je begrippen los op tafel. Dan kan ik meteen kijken hoe of wat.
Slide 16 - Diapositive
Wat betekent:
aangepast
A
omgekeerd, de achterkant eerst
B
tegenhouden, onder controle houden
C
geschikt gemaakt
D
iets waardoor iets anders niet meer mogelijk is
Slide 17 - Quiz
Wat betekent:
de beperking
A
omgekeerd, de achterkant eerst
B
tegenhouden, onder controle houden
C
geschikt gemaakt
D
iets waardoor iets anders niet meer mogelijk is
Slide 18 - Quiz
Wat betekent:
achterstevoren
A
omgekeerd, de achterkant eerst
B
tegenhouden, onder controle houden
C
geschikt gemaakt
D
iets waardoor iets anders niet meer mogelijk is
Slide 19 - Quiz
Wat betekent:
de duursport
A
de beperking, het gebrek
B
sport waarbij je zeker meer dan een half uur actief bent zonder pauze.
C
van links naar rechts, of van rechts naar links
D
de hindernis, iets wat in de weg staat
Slide 20 - Quiz
Wat betekent:
het obstakel
A
de beperking, het gebrek
B
sport waarbij je zeker meer dan een half uur actief bent zonder pauze.
C
van links naar rechts, of van rechts naar links
D
de hindernis, iets wat in de weg staat
Slide 21 - Quiz
Wat betekent:
de handicap
A
de beperking, het gebrek
B
sport waarbij je zeker meer dan een half uur actief bent zonder pauze.
C
van links naar rechts, of van rechts naar links
D
de hindernis, iets wat in de weg staat
Slide 22 - Quiz
Wat betekent:
de opluchting
A
wat iedereen meteen begrijpt
B
wanneer je niet meer bezorgd hoeft te zijn
C
van boven naar beneden, loodrecht
D
het goede antwoord staat er niet bij
Slide 23 - Quiz
Wat betekent:
de vallei
A
wat iedereen meteen begrijpt
B
wanneer je niet meer bezorgd hoeft te zijn
C
van boven naar beneden, loodrecht
D
het goede antwoord staat er niet bij
Slide 24 - Quiz
Wat betekent:
verticaal
A
wat iedereen meteen begrijpt
B
wanneer je niet meer bezorgd hoeft te zijn
C
van boven naar beneden, loodrecht
D
het goede antwoord staat er niet bij
Slide 25 - Quiz
Wat betekent:
bedwingen
Slide 26 - Question ouverte
Wat betekent:
vanzelfsprekend
Slide 27 - Question ouverte
Doel les: 4.5 Woorden
We gaan zelf flitskaarten maken van blz 39
Zorg dat je netjes schrijft, want je moet het over een week ook nog kunnen lezen.
Eerst het begrip: daarnaast de uitleg
Slide 28 - Diapositive
Doel les: 4.5 Woorden
Maak opdracht 8, 9, 10, 11, 12, 13, 15
timer
10:00
Slide 29 - Diapositive
Wat betekent:
ervan uitgaan
A
denken dat het zo is, aannemen
B
plotseling en kort aan iets denken
C
sport waarbij je je in minder dan 5 min heel erg inspant
D
het goede antwoord staat er niet bij
Slide 30 - Quiz
Wat betekent:
In elkaar krimpen
A
je ergens voor aanmelden
B
kleiner worden
C
zonder te bewegen
D
het goede antwoord staat er niet bij
Slide 31 - Quiz
Wat betekent:
inschrijven
A
je ergens voor aanmelden
B
kleiner worden
C
zonder te bewegen
D
het goede antwoord staat er niet bij
Slide 32 - Quiz
Wat betekent:
het silhouet
A
je ergens voor aanmelden
B
kleiner worden
C
zonder te bewegen
D
het goede antwoord staat er niet bij
Slide 33 - Quiz
Wat betekent:
vastberaden
A
niet later dan of de buitenkant
B
zonder te aarzelen
C
hoelang je iets kan volhouden
D
het goede antwoord staat er niet bij
Slide 34 - Quiz
Wat betekent:
het uithoudingsvermogen
A
niet later dan of de buitenkant
B
zonder te aarzelen
C
hoelang je iets kan volhouden
D
het goede antwoord staat er niet bij
Slide 35 - Quiz
Wat betekent:
roerloos
Slide 36 - Question ouverte
Doel les: 4.5 Woorden
Maak opdracht 11 - 15
Huiswerk: flitskaarten afmaken en opdracht 1- 15
timer
10:00
Slide 37 - Diapositive
Wat betekent:
explosieve sport
A
denken dat het zo is, aannemen
B
plotseling en kort aan iets denken
C
sport waarbij je je in minder dan 5 min heel erg inspant
D
het goede antwoord staat er niet bij
Slide 38 - Quiz
Wat betekent:
gedempt
A
denken dat het zo is, aannemen
B
plotseling en kort aan iets denken
C
sport waarbij je je in minder dan 5 min heel erg inspant
D
het goede antwoord staat er niet bij
Slide 39 - Quiz
Doel les: 4.5 Woorden
Ik kan 25 nieuwe woorden letterlijk omschrijven.
Belangrijk in je toets:
- Letterlijk opschrijven wat er in de betekenis staat.
- Verzin geen eigen uitleg.
Slide 40 - Diapositive
Bedankt voor jullie aandacht!
Slide 41 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
4.5 woorden les 1-2-3
Mars 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Hfst 4.3 Lezen
Février 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Hfst 4.2 Gedicht
Février 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
2425 Tekstdoelen en tekstsoorten
Février 2020
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Lezen - H4.3 - les 1
Mai 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Hfst 3 Vol spanning 3.3 Lezen Vervolg 2
Janvier 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Hfst 3 Vol spanning 3.3 Lezen Vervolg
Janvier 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Seven Days tekstdoelen
Septembre 2022
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1