Nederlands 8 februari

Nederlands vandaag
  • Mevrouw Bakker komt meelopen > groep 2 stelt zich voor. 
  • Eerst SO Engels > derde uur info + les over theaterstuk.
  • Nederlands in twee groepen zoals altijd.
  • Game of the classroom > extra opletten op taalgebruik >🤬 kost je een leven!
  • Extra challenge voor Marouan vandaag > 🤐🤫🤓 (stil tijdens uitleg, zachtjes praten en focus op de les) Gelukt? 3 extra punten!
  • Marouan checkt laptops, Talha brengt ze naar OC.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Nederlands vandaag
  • Mevrouw Bakker komt meelopen > groep 2 stelt zich voor. 
  • Eerst SO Engels > derde uur info + les over theaterstuk.
  • Nederlands in twee groepen zoals altijd.
  • Game of the classroom > extra opletten op taalgebruik >🤬 kost je een leven!
  • Extra challenge voor Marouan vandaag > 🤐🤫🤓 (stil tijdens uitleg, zachtjes praten en focus op de les) Gelukt? 3 extra punten!
  • Marouan checkt laptops, Talha brengt ze naar OC.

Slide 1 - Diapositive

Jezelf voorstellen
  • Mevrouw Bakker stelt zich voor.
  • Jullie stellen je aan haar voor: je vertelt hoe je heet, hoe oud je bent, waar je woont en je vertelt iets grappigs/bijzonders/unieks over jezelf > wat past écht bij jou?
  • Denk aan de spreekregels: duidelijk praten, niet te snel, maak oogcontact, actieve houding. 

Slide 2 - Diapositive

Schriftelijke overhoring
  • Er staan zo 5 Engelse en 5 Nederlandse woorden.
  • Die vertaal je naar het Nederlands en naar het Engels.
  • Je schrijft dit op je blaadje of in je schrift.
  • Klaar? leg je werk op de hoek van de tafel en je pakt je boek of laptop
Everbody be quiet please!

Slide 3 - Diapositive

Vertaal naar Nederlands
  1. wildlife reserve
  2. campsite
  3. history
  4. squirrel
  5. glacier
Vertaal naar Engels
  1. glijbaan
  2. attractie
  3. oosten
  4. hert
  5. klimaat

Slide 4 - Diapositive

Groep 1 boek
Jafar 
Samar 
Bram
Tom
Sofie K 
Fayancio 

Bij Numo minimaal  25 minuten gewerkt! Anders tijd inhalen 

Groep 2 NUMO
 Ronja
Sofie B
Talha
Joppe
Justin
Marouan

Inlog NUMO = voornaam.achternaam
ww = Klas2C
Werken aan:  woordenschat

Slide 5 - Diapositive

figuurlijk taalgebruik
Weet je nog? Letterlijk en figuurlijk....
Bedenk twee voorbeelden.




En de vergelijking? Wat was dat ook alweer?

Slide 6 - Diapositive

De vergelijking
Een eigenschap (van iets of iemand) wordt vergeleken met iets anders.
Bijvoorbeeld: 
  1. Ze werd zo rood als een tomaat.
  2. Hij is zo sterk als een beer.
Vaak herken je een vergelijking aan het woordje als > net zo als
Maar sommige vergelijkingen zijn zonder als > lijkbleek, muisstil, vuurrood, kaarsrecht, ijskoud,  een boom van een kerel. 
Lees mee op bladzijde 25 > maak opdracht 5 & 6, straks samen nakijken.

Slide 7 - Diapositive

domeinweek maandag
Voorstelling "Alles goed"
Ik ga voorlezen waar het over gaat.
Daarna gaan jullie in de twee groepen in gesprek
Vervolgens gaan we "stellingen" bespreken.
We gaan niet discussiëren (elkaar overtuigen) maar we gaan een dialoog (elkaar begrijpen) voeren.

Leerdoel: naar elkaar luisteren, mening vormen en samenvatten

Slide 8 - Diapositive

In gesprek
Spelregels: 
  1. we luisteren naar elkaar.
  2. Iedereen komt aan de beurt.
  3. Iedereen doet mee.
  4. We verdelen de taken eerlijk.
  5. We hebben respect voor elkaars mening.

Slide 9 - Diapositive

Mentaal welzijn?
Mentaal <> fysiek

Een dipje of depressief?

Slide 10 - Diapositive

Feiten en cijfers
1 op de 5 leerlingen in een klas worstelt met depressieve gevoelens.
1 op de 10 jongeren doet aan zelfbeschadiging.
Meisjes zijn vaker depressief dan jongens.

Slide 11 - Diapositive

Dialoog
  • Elke groep krijgt een stelling > deze bespreek je in je eigen groep.
  • Bij elke stelling een nieuwe woordvoerder > de woordvoerder vertelt wat de stelling is en wat de mening van de groep is. 

Slide 12 - Diapositive

Dip
Je voelt je een beetje down/triest, je zit niet goed in je vel.
Je voelt je na een paar dagen weer wat beter.
Mensen of leuke dingen kunnen je weer opvrolijken.

Depressie
Je voelt je heel slecht. Je hebt nare gedachtes en sombere gevoelens die heel lang duren.
Je voelt verder weinig emotie, alles is zwaar, moeilijk, stom, blegh.
Je hebt geen plezier meer in je leven, niets is leuk en je hebt geen energie meer. 
je bent het liefst alleen en je sluit je af.

Slide 13 - Diapositive