H2 Herhaling

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Wat is een staatssecretaris?

1. Maakt de wetten
2. Helpt de ministers
3. Presenteert de miljoenennota

Wat is een fractie?

1. Regering
2. Middelen
3. Leden
4. Vertegenwoordigers van een partij in het parlement

Algemeen Kiesrecht

1. 1901
2. 1919
3. 1917
4. 1921

Een staatssecretaris is

1. een minister
2. een onderminister

De Eerste Kamer is anders dan de Tweede Kamer. De Eerste Kamer mag...

1. Nieuwe wetten ondertekenen.
2. Een wetsvoorstel in zijn geheel goed- of afkeuren.
3. Amendementen indienen als ze een wetsvoorstel willen verbeteren.
4. Zelf wetten maken.

Wat is een wethouder?

1. Een persoon die lid is van de regering.
2. Een persoon die de gemeente bestuurd.
3. Een persoon met veel geld.
4. Een persoon die veel verstand heeft van iets.

De tweede kamer.
Door wie worden de mensen in de tweede kamer gekozen?

1. Kinderen
2. Alle mensen boven de 18 jaar
3. De koning
4. Leerkrachten

Bij een referendum:

1. kiest de bevolking vertegenwoordigers in een bestuur
2. stemt de bevolking over een belangrijk politiek onderwerp
3. stemmen volksvertegenwoordigers over politieke zaken.
4. Wordt er alleen gestemd voor het algemeen belang

Communisten zijn...

1. Democratisch
2. Russen
3. Tegen het voeren van oorlog
4. Voor volledige gelijkheid in bezit en inkomen

Tweede Kamer

1. Eerste Kamer.
2. landelijke volksvertegenwoordiging, gekozen door de Nederlandse kiesgerechtigden.
3. Europese Tweede Kamer, met minder macht.
4. Dagelijks bestuur van de EU.

Een 'minister van' is verantwoordelijk voor wat het ministerie doet

1. Waar
2. Niet Waar

De Eerste Kamer?

1. 50 leden
2. 75 leden
3. 100 leden
4. 150 leden

Wat is een liberaal?

1. Iemand die vooral gelijkheid wil.
2. Iemand die in de politiek streeft naar meer vrijheid.
3. De eerste minister.
4. Iemand met macht.

Wie zijn het dagelijks bestuur van Nederland

1. Kabinet
2. Ministers
3. Troonrede
4. Staatssecretaris

Wat zijn Oppositiepartijen

1. Alle partijen die in de regering zitten
2. Alle partijen die niet genoeg zetels hebben`
3. Alle partijen die niet in de regering zitten
4. Alle partijen die rechts zijn

De sociale kwestie is:

1. Er is armoede, mensen hebben weinig geld
2. Armoede moet opgelost worden door geld geven
3. De slechte werk-woon omstandigheden van de arbeiders.
4. Meer dan de helft van de bevolking woont in de steden

Wat zijn confessionelen?

1. Politieke partijen met een godsdienst
2. Rijke burgers met invloed
3. Liberalen die meer vrijheid willen
4. Leden van de Eerste Kamer

Wat is algemeen kiesrecht?

1. Kiesrecht voor rijkeren.
2. Kiesrecht voor mannen.
3. Kiesrecht voor mannen en vrouwen
4. Kiesrecht voor kinderen.

Hoe heet het ministerie van de minister-president?

1. Het ministerie van de president
2. Het belangrijkste ministerie
3. Het Ministerie
4. Het ministerie van algemene zaken

Socialisten

1. zijn voor een constitutionele monarchie
2. identificeerden zich met de Jacobijnen
3. zijn voorstander van het samenspel tussen geloof en politiek
4. vonden in de Russische Marx hun grote denker

Willem II was conservatief. Conservatief betekent:

1. alles willen veranderen
2. zo min mogelijk willen veranderen

De Gemeenteraad

1. Vraagt om raad aan B&W (Burgemeester en Wethouders)
2. Controleert B&W (Burgemeester en Wethouders)
3. Vragen om raad aan de Gemeente
4. Geen mening

Feministen zijn ....

1. Mannen die opkomen voor hun rechten
2. Mensen die opkomen voor hun rechten
3. Mensen die opkomen voor rechten van mannen
4. Mensen die opkomen voor rechten van vrouwen

Discriminatie

1. Ja
2. Nee

Emancipatie is

1. strijden voor gelijke rechten
2. strijden voor democratisering
3. strijden voor vrouwen
4. strijden voor mannen

De burgemeester is

1. voorzitter van de gemeenteraad
2. voorzitter van het college van B&W
3. Hoofd van de politie en brandweer
4. benoemd voor een periode van 6 jaar

Wie is ons staatshoofd?

1. Mark Rutte
2. Willem Alexander
3. Maxima
4. Beatrix