17-3-21 bijwoord en voorzetsel

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Is 'prachtig' in deze zin
een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord?
Julia kan prachtig zingen.

Uitleg

prachtig zegt iets over het werkwoord zingen 

1. bijvoeglijk naamwoord
2. bijwoord

Is 'prachtig' in deze zin een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord?
Julia heeft een prachtige stem

Uitleg

Prachtig zegt iets over 'stem'. Stem is een zelfstandig naamwoord

1. bijvoeglijk naamwoord
2. bijwoord

Het weer was erg slecht vandaag.

Uitleg

'Erg' zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord namelijk 'slecht'

1. erg is een bijwoord
2. erg is geen bijwoord

Ik wens je een heel fijne vakantie.

1. fijne is een bijwoord
2. fijne is geen bijwoord

Dat is een moeilijke opdracht.
Moeilijke?

1. Bijvoeglijk naamwoord
2. Bijwoord

Waar of niet waar?

Als een bijwoordelijke bepaling uit één woord bestaat, is dit als woordsoort een bijwoord.

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar?

Een bijwoord kan iets zeggen over een ander bijwoord.

1. waar
2. niet waar

Benoem de bijwoorden in deze zin.

Daar moet zeker de receptie van het bungalowpark liggen.

1. daar
2. daar, zeker
3. zeker

Benoem de bijwoorden in de zin.

Waarover ging de vergadering met het voltallige bestuur gisteren?

1. waarover
2. waarover, gisteren
3. waarover, voltallige, gisteren
4. waarover, vergadering, gisteren

Benoem de bijwoorden in de zin.

Waar kunnen de leerlingen van het Nicolaaslyceum uit Amsterdam de lesboeken nu verstopt hebben?

1. waar, nu
2. nu, uit Arnhem
3. waar, uit Arnhem
4. waar, nu, uit Arnhem