Verhoudingen 2

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

Wat gaan we doen vandaag?

Herhaling vorige les 

Vereenvoudigen

Vergelijken

Ik maak pepernoten, alles zit al in de kom.  Per ongeluk heb ik 7 el melk gebruikt.  

Hoeveel el speculaaskruiden moet ik toevoegen zodat het recept klopt?

1. 1,5 el
2. 2 el
3. 3,5 el
4. 4 el

Zelfde situatie.  

Hoeveel gram basterdsuiker heb ik in totaal gebruikt? 

1. 93,75 g
2. 139,75 g
3. 218,75 g
4. 264,75 g

Vereenvoudigen

Net als bij breuken moet je verdelingen zo klein mogelijk invoeren in studiemeter. 

Met een fles van 700 ml siroop kun je 5600 ml ranja maken. 

In welke verdeling meng je de ranja? 

Vereenvoudigen

 Met een fles van 700 ml siroop kun je 5600 ml ranja maken. 

In welke verdeling meng je de ranja? 

Siroop	700 ml
Water
Ranja	5600 ml

Vereenvoudigen

 Met een fles van 700 ml siroop kun je 5600 ml ranja maken. 

In welke verdeling meng je de ranja? 

Siroop	700 ml
Water	5600 - 700 = 4900 ml
Ranja	5600 ml

Vereenvoudigen

 Met een fles van 700 ml siroop kun je 5600 ml ranja maken. 

In welke verdeling meng je de ranja? 

Siroop	700 ml	700 : 100 = 7
Water	4900 ml	49
Ranja	5600 ml	56

Vereenvoudigen

 Met een fles van 700 ml siroop kun je 5600 ml ranja maken. 

In welke verdeling meng je de ranja? 

Siroop	700 ml	7	1
Water	4900 ml	49	7
Ranja	5600 ml	56	8

Op een school zitten 235 jongens en 355 meisjes. Wat is de verhouding meisjes : jongens?
... : ...

Vergelijken

De gebakken pepernoten zijn mislukt. Dus ga ik naar de winkel voor een zak pepernoten. Welke zijn goedkoper?

1 kg voor €1,29 en  500 voor €0,79

Aanpak

Ga de verschillende verhoudingen vergelijken. Doe dit door één eenheid hetzelfde te maken. 

> Wat is de prijs per kilo? 

> Hoeveel gram pepernoten krijg je voor €1,- ?

€	gram
1,29	1000
1,00

€	gram
0,79	500
1,00

Links 

Rechts

€	gram
1,29	1000
1,00	1x1000:1,29 =

€	gram
0,79	500
1,00	1x500:0,79 =

Links 

Rechts

€	gram
1,29	1000
1,00	775

€	gram
0,79	500
1,00	633

Links 

Rechts

Welke piet bezorgt de cadeaus het snelst?

1. 12 huizen in 36 minuten
2. 17 huizen in 40 minuten
3. 124 huizen in 3 uur
4. 137 huizen in 4 uur

Piet C heeft meer huizen per minuut.

Piet C heeft minder tijd nodig per huis. 

Voor volgende les

In studiemeter domein 2: Verhoudingen

Vereenvoudigen 

Vergelijken 

Deeltoets