Week 8

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Week 8

§3 Mening, argument en conclusie

Ga op je nieuwe plek zitten en pak de volgende spullen:

Boek Nieuw Nederlands 

Schrift

Pen

Leerdoel:

Je leert deze les meningen, argumenten en conclusies herkennen in de tekst.

Pak je schrift en je pen. 

Bekijk het nieuwsfragment en schrijf de mening op van de bewoners van het dorp. En de mening van de burgemeester. 

Mening

- Een mening of standpunt is een uitspraak over wat iemand ergens van vindt of hoe iemand ergens over denkt. 

- Met een mening of standpunt kun je het eens of oneens zijn.

- Aan deze signaalwoorden herken je een mening: ik vind, volgens mij, naar mijn mening, ik denk.

Bijvoorbeeld: Maaike vindt dat werken achter de kassa erg leuk is.

Argument

- Een uitleg bij je mening noem je een argument. Met een argument geef je een of meer redenen aan waarom je een bepaalde mening hebt.

- Argumenten herken je aan signaalwoorden zoals: want, omdat, namelijk, immers, aangezien.

Bijvoorbeeld: Ik vind het fijn als de schooldag kort is (mening), want dan houd je meer tijd over om zelf leuke dingen in te plannen. (argument)

Conclusie

- Na de meningen en alle argumenten trekt de schrijver aan het eind van een tekst vaak een conclusie. Een conclusie is een soort eindoordeel na alle informatie bij het standpunt.

- Je herkent een conclusie aan signaalwoorden als: dus, concluderend, dat betekent.

Bijvoorbeeld: Je kunt het best na het mbo ook nog hbo doen, want dat vergroot je kans op een leuke baan die bij je past. Dat betekent dat je het beste nog even door kunt gaan met leren.

Opdracht 1 

Bladzijde 18 

Zelfstandig werken 

bladzijde  19 t/m 22 

Opdracht 1 tm 3 

§3 Mening, argument en conclusie

VERVOLG

Ga op je nieuwe plek zitten :)

Leerdoel:

Je leert deze les meningen, argumenten en conclusies herkennen in de tekst.

Vandaag

- huiswerk nakijken 

- opdracht 4 samen

- samenwerkingsopdracht 

 De schipbreuk

- huiswerk 

Antwoorden opdracht 2 

arbeidsmarkt : de vraag naar en het aanbod van arbeidskrachten

beroepsonderwijs:   onderwijs voor een beroep met theorie én praktijk

branche:     bedrijfstak of (economische) sector

kampt met:   heeft problemen met

pleit:   geeft argumenten voor zijn mening

schreeuwend tekort:     een groot gebrek hebbend aan

sector:    werk met bepaalde goederen of diensten

vergrijzing:     de hoeveelheid ouderen in de totale bevolking neemt toe

Antwoorden opdracht 3

1)  imagoproblemen mbo

2)  B Er is een tekort aan praktisch personeel in Nederland.

3)  B Er zijn steeds meer oudere mensen die stoppen met werken.

      D Veel jongeren willen zo hoog mogelijk opgeleid zijn.

4)  deelt de mening

5) Volgens hem aldus

6) De techniek wordt namelijk gezien als vies, zwaar en onderbetaald, en dat is absoluut niet waar, aldus Terpstra.

7)  Annelien Bredenoord

 gebruiken

Antwoorden opdracht 3

8) Nee, Annelien Bredenoord wil praktisch en theoretisch gebruiken en de regering wil de termen praktisch opgeleid (mbo), theoretisch opgeleid (hbo) en wetenschappelijk opgeleid (wo)

9) 7

10)  Nee, alleen van het plan van Tekin dat in alinea 7 staat.

11)  aangezien

12) Ze zijn erg belangrijk voor de samenleving.

13) 4

14)  Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ja, want ze zijn in beide teksten enthousiast over mbo-opleidingen.

15)  Nee, er komt geen mbo’er aan het woord.

Opdracht 4 

Bladzijde 21 

Samenwerkingsopdracht 

   DE SCHIPBREUK 

Huiswerk 

Bladzijde 22

Opdracht 5, 6 en 7 

HUISWERK