Cursus 1 §3 mening, argument en conclusie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

• Herhaling vorige les
• Kennen kunnen
  
• Mening, argument en conclusie
  
• Zelfstandig werken
• Afsluiting

Wat is een oorzaak-gevolg-verband?

1. Er gebeurt iets waar je geen invloed op hebt.
2. Je kiest voor een bepaald gevolg.
3. Voordat je iets krijgt, moet je eerst ergens aan voldoen.
4. Je hebt iets ergs meegemaakt.

Welk signaalwoord past in de zin:
.... er verkiezingen komen, presenteren de partijen zich aan de kiezers.

1. Nadat
2. Voordat
3. Eerst
4. Want

Welk verband herken je in de laatste zin van alinea 3?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. chronologisch
4. toelichtend

Soms geeft de docent op vrijdag huiswerk voor maandag, waardoor mijn weekendplannen in het water vallen.

1. Redengevend
2. Concluderend
3. Oorzaak-gevolg
4. Toelichtend

De docent is vandaag ziek. De les gaat dus niet door.

1. Redengevend
2. Concluderend
3. Oorzaak-gevolg
4. Toelichtend

• Mening
• Argument
• Conclusie

• Meningen, argumenten, en conclusies herkennen in teksten.
• Zelf argumenten schrijven voor in een sollicitatiebrief. 

Filmpje met uitleg 

(2,5 minuut)

Luister goed mee!

Mening

Een mening of standpunt is een uitspraak over wat iemand ergens van vindt of hoe iemand ergens over denkt. 

Met een mening of standpunt kun je het eens of oneens zijn.

 

Aan deze signaalwoorden herken je een mening: ik vind, volgens mij, naar mijn mening, ik denk.

Bijvoorbeeld: Maaike vindt dat werken achter de kassa erg leuk is.

Argument

Een uitleg bij je mening noem je een argument. Met een argument geef je een of meer redenen aan waarom je een bepaalde mening hebt.

Argumenten herken je aan signaalwoorden zoals: want, omdat, namelijk, immers, aangezien.

Bijvoorbeeld: Ik vind het fijn als de schooldag kort is (mening), want dan houd je meer tijd over om zelf leuke dingen in te plannen. (argument)

Conclusie

Na de meningen en alle argumenten trekt de schrijver aan het eind van een tekst vaak een conclusie. Een conclusie is een soort eindoordeel na alle informatie bij het standpunt.

Je herkent een conclusie aan signaalwoorden als: dus, concluderend, dat betekent.

Bijvoorbeeld: Je kunt het best na het mbo ook nog hbo doen, want dat vergroot je kans op een leuke baan die bij je past. Dat betekent dat je het beste nog even door kunt gaan met leren.

Wat heb je geleerd?

Mening	Ik vind...., volgens mij......
Argument	want....., omdat ...........
Conclusie	Dus....., al met al

Ik vind de Gamma een slechte winkel.

1. argument
2. mening
3. conclusie

, omdat hun gereedschap zomaar kapot gaat.

1. argument
2. mening
3. conclusie

Dus omdat ze daar geen kwaliteit leveren, ga ik er niet meer naar toe.

1. argument
2. mening
3. conclusie

Sollicitatie-

formulier

• Wat: Maak opdracht 1 en 2 blz. 18 en 19
• Hoe: individueel
• Hulp: lesboek, mevrouw de Vries
• Tijd: 15 min
• Uitkomst: bespreken/nakijken
• Klaar?: Vul het sollicitatieformulier van de AH netjes in

Waarom heb je argumenten nodig
als je gaat solliciteren?

• Herhaling vorige les
• Kennen kunnen
  
• Gezamenlijk opdracht 4 maken
• Mening, argument en conclusie --> opdrachten maken
  
• Zelfstandig werken
• Afsluiting

Ik vind de Gamma een slechte winkel.

1. argument
2. mening
3. conclusie

, omdat hun gereedschap zomaar kapot gaat.

1. argument
2. mening
3. conclusie

Dus omdat ze daar geen kwaliteit leveren, ga ik er niet meer naar toe.

1. argument
2. mening
3. conclusie

• Mening
• Argument
• Conclusie

• Meningen, argumenten, en conclusies herkennen in teksten.
• Zelf argumenten schrijven voor in een sollicitatiebrief. 

Pak je schrift en je pen. 

Bekijk het nieuwsfragment en schrijf de mening op van de bewoners van het dorp. En de mening van de burgemeester. 

Fragment RTL nieuws

Opdracht 4 maken

+

Bespreken

• Wat: Maak opdracht 3, 6 en 7 blz. 20 t/m 23
• Hoe: individueel
• Hulp: lesboek, mevrouw de Vries
• Tijd: 15 min
• Uitkomst: bespreken/nakijken
• Klaar?: Maak opdracht 5. Haal daarna het blad met stellingen op en schrijf je eigen argumenten daarbij op. 

Een mening of standpunt is:

Wat iemand ergens van vindt....

1. ..en het is controleerbaar.
2. ..en het is niet controleerbaar.
3. ..en je kunt het er mee eens of oneens zijn
4. ..en je bent het er mee eens

Wat is een argument of reden?

1. Een uitleg waarmee je een feit verdedigt
2. Een uitleg waarmee je een mening verdedigt
3. Een uitleg waarmee je een reden verdedigt
4. Iets wat je moet controleren

In welke zin staat een argument dat herkenbaar is aan een signaalwoord

1. Ik heb geen zin in het feest; ik ben moe
2. Omdat ik moe ben heb ik geen zin om weg te gaan
3. Ik ben moe
4. Ik ben immers moe.

STELLING 1

De straf voor pestende kinderen moet worden bepaald door leerlingen uit een andere klas.

Ik vind ......, omdat ......

STELLING 2

De verkoop van fastfood moet worden verboden.

Ik vind ......, omdat ......

STELLING 3

Er moet een uniform voor leraren komen.

Ik vind ......, omdat ......