Startrekenen 1F H9 verhoudingen en breuken les 4

Startrekenen 1F
Hoofdstuk 9

Les 4: breuken en verhoudingen vergelijken
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Startrekenen 1F
Hoofdstuk 9

Les 4: breuken en verhoudingen vergelijken

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van deze les:

 - kun jij een verhouding opschrijven als een breuk

- kun jij uitrekenen en uitleggen welke verhouding/ breuk groter is.

Slide 2 - Diapositive

Een verhouding als breuk

Slide 3 - Diapositive

Dus....
3 van de 5 auto's kan ik ook schrijven als           3
                                                                                               --
                                                                                               5

2 van de 9 leerlingen kan ik ook schrijven als    2
                                                                                                --
                                                                                                 9

Slide 4 - Diapositive

Het lijkt dus een beetje op elkaar
Een breuk schrijf je altijd onder elkaar.
Dat doe je in een verhoudingstabel ook




In de som kun je daarna lezen hoe je de tabel af moet maken. 
auto
3
totaal
5
leerlingen
2
totaal
9

Slide 5 - Diapositive

Breuken en verhoudingen vergelijken
Je kunt verhoudingen en breuken met elkaar vergelijken.

Zo kun je zien wie het meeste heeft, waar de meeste mensen naartoe gaan of welk snoepje het meest gekocht wordt in de kantine.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Het belangrijkste
Om te vergelijken met de noemer hetzelfde zijn.

Dus niet:                                                             maar wel:




2
4
5
7
2
4
5
5

Slide 10 - Diapositive

Een voorbeeld
1 / 3 van de leerlingen heeft samsung telefoon.

4 van de 6 leerlingen heeft een I phone.

Welke telefoon hebben de meeste leerlingen?

Slide 11 - Diapositive

Stap 1
We schrijven de verhouding als breuk en zetten ze naast elkaar.
Samsung---I phone

                                         
1
4
3
6
De noemers zijn niet hetzelfde. Daar gaan we iets aan doen.
Het makkelijkst --> vergroten: dus van de 3 een zes maken.

Slide 12 - Diapositive

Stap 2
De noemers dus hetzelfde maken.





3 x 2 = 6. Wat ik onder doe, doe ik boven ook. Dus 1 x 2.
1
4
3
6
Vergroten (x-som)
Wat moet ik doen om van de 3 een 6 te maken?


Slide 13 - Diapositive

Stap 3
Schrijf de tabel opnieuw op. Zo dus:
1
4
3
6
2
4
6
6
Nu kan ik vergelijken. 
De meeste leerlingen hebben een I phone.

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeldsom
3 / 4 van de mensen houd van aardbei ijs.
2 / 8 van de mensen houd van chocolade ijs.

Van welk soort ijs houden de meeste mensen?
chocolade
2
mensen
8
Aardbei 
3
mensen
4

Slide 15 - Diapositive

Stappenplan
1. Schrijf de verhouding als breuk (onder elkaar) in een tabel
2. Maak de noemers gelijk (met x en :)
3. kijk welke teller het grootst is.
4. schrijf het antwoord op.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Maken
Blz 202 en 203: opdracht 26 en 27

Nakijken.

Daarna: 


 

Slide 18 - Diapositive

Volgende week
Toets op papier van hoofdstuk 9

Slide 19 - Diapositive