Stijlfouten en stijlfiguren

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vijf vormen van dubbelop, herhaling

Slide 2 - Diapositive

Over spelen met taal
En over taalfouten en hoe je ze kunt vermijden

Pak de lijst stijlfouten p. 82-83 erbij
Pak de lijst stijlfiguren 158-159 erbij

Slide 3 - Diapositive

1) De coach besloot om na de nederlaag het team opnieuw te herschikken.

A
tautologie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
contaminatie

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

2) Waarschijnlijk wordt deze president vermoedelijk niet herkozen bij de volgende verkiezingen.​
A
tautologie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
contaminatie

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive


3) Nadat Jan Jansen was aangesteld als voorzitter, escaleerden de zaken uit de hand.

A
tautologie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
contaminatie

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive


4) Het hek voorkwam dat de kinderen niet van de trap konden vallen.

A
tautologie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
contaminatie

Slide 10 - Quiz

5) Over het gedrag van die jongen heb ik niet veel goeds over gehoord.

  • Over het gedrag van die jongen heb ik niet veel goeds over gehoord.
Verbetering: 
  • Over het gedrag van die jongen heb ik niet veel goeds gehoord. 
Naam?
  • Onjuiste herhaling

Slide 11 - Diapositive

Vier stijlfiguren, herhaling
Zie p. 158 en 159

Slide 12 - Diapositive


1) Dat heb je niet onaardig gedaan. (tegen een jongen die een 10 had voor zijn toets)


A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 13 - Quiz


2) Ik verveel me dood.


A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 14 - Quiz


3) Mijn oom bezit een stulpje in Monte Carlo.



A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 15 - Quiz


4) We hebben onze hond in moeten laten slapen.




A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 16 - Quiz

Drie zinsbouwfouten, herhaling

Slide 17 - Diapositive


1 Ik ben gisteren zonder jas naar huis gefietst en nu hartstikke ziek.



A
onjuiste inversie
B
onjuiste beknopte bijzin
C
foutieve samentrekking

Slide 18 - Quiz

Foutieve samentrekking: wat gaat hier fout? 
  • Ik ben gisteren zonder jas naar huis gefietst en nu hartstikke ziek. 
  • Eerste deel van de zin: ben = hww (ben gefietst) 
  • Tweede deel van de zin: ben = kww (nd = hartstikke ziek)
  • Verbetering: Ik ben gisteren zonder jas naar huis gefietst en ben nu hartstikke ziek. 

Slide 19 - Diapositive


2) Het regende de hele middag en hebben we dus niets kunnen doen.


A
onjuiste inversie
B
onjuiste beknopte bijzin
C
foutieve samentrekking

Slide 20 - Quiz

Onjuiste inversie, wat gaat er fout?
  • Het regende de hele middag en hebben we dus niets kunnen doen.
  • Het regende de hele middag en we hebben dus niets kunnen doen.
  • Het regende de hele middag en dus hebben we niets kunnen doen.

Slide 21 - Diapositive


3) Schreeuwend van de pijn, werd haar enkel steeds dikker.




A
onjuiste inversie
B
onjuiste beknopte bijzin
C
foutieve samentrekking

Slide 22 - Quiz

Vragen?
  • Stel je vragen!

Slide 23 - Diapositive

Nog meer stijlfiguren (herhaling)

Slide 24 - Diapositive


Voor jou een vraag, voor mij een weet.

Slide 25 - Question ouverte

Uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen

Slide 26 - Question ouverte

Koning, keizer, advocaat: als hij maar het huis uitgaat
A
litotes
B
paradox
C
parodie
D
anticlimax

Slide 27 - Quiz

De nieuwjaarsduik was wat frisjes
A
cynisme
B
ironie
C
understatement
D
eufemisme

Slide 28 - Quiz

Waarom is dit grappig?
De man is rijk en stinkt

Slide 29 - Question ouverte