Stijlfouten

Stijlfouten
herhalen & oefenen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Stijlfouten
herhalen & oefenen

Slide 1 - Diapositive

Wat is een pleonasme?
A
Herhaling met verschillende woordsoorten
B
Herhaling met hetzelfde woordsoort
C
Twee woorden/woordengroepen die verkeerd gecombineerd worden
D
Twee zinnen die verkeerd gecombineerd worden

Slide 2 - Quiz

Wat is een contaminatie?
A
Herhaling van woordgroepen
B
Twee woorden of uitdrukkingen foutief vermengd
C
Onderwerp en persoonsvorm komen niet overeen
D
Bijzin zonder onwerp

Slide 3 - Quiz

Wat is een foutief beknopte bijzin?
A
Onderwerp en persoonsvorm komen niet overeen
B
Herhaling van onderwerp
C
Bijzin is verkeerd samengetrokken
D
Onderwerp hoofdzin komt niet overeen met bijzin

Slide 4 - Quiz

Wat is een tautologie?
A
Herhaling
B
Herhaling van twee verschillende woordsoorten
C
Herhaling van hetzelfde woordsoort
D
Herhaling van onderwerp

Slide 5 - Quiz

Wat is een foutieve samentrekking?
A
Bijzin komt niet overeen met hoofdzin
B
Woorden met verschillende functies worden weggelaten
C
Hoofdzin en bijzin mogen nooit samengetrokken worden
D
Samentrekking van twee hoofdzinnen

Slide 6 - Quiz

Wat is een congruentiefout?
A
Herhaling van twee verschillende woordsoorten
B
Bijzin is foutief geplaatst
C
Onderwerp en verwijswoorden wijken af
D
Getal onderwerp en persoonsvorm komen niet overeen

Slide 7 - Quiz

Wat is de stijlfout in de volgende zinnen?

Slide 8 - Diapositive

De herder hield een kudde en van ieder schaap.
A
incongruentie
B
foutieve bijzin
C
foutieve samentrekking
D
contaminatie

Slide 9 - Quiz

Jullie hebben je hond goed afgetraind.
A
pleonasme
B
contaminatie
C
incongruentie
D
tautologie

Slide 10 - Quiz

Volgens Van Gaal geeft de media een foute weergave van de gebeurtenis.
A
contaminatie
B
incongruentie
C
foute bijzin
D
pleonasme

Slide 11 - Quiz

Vorige week heeft hij zijn werk weer hervat.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
incongruentie
D
tautologie

Slide 12 - Quiz

De boeken kunnen we morgen ophalen en zullen we na de vakantie weer terugsturen.
A
foute inversie
B
incongruentie
C
symmetriefout
D
contaminatie

Slide 13 - Quiz

Een kudde schapen dwarsboomden hem de weg.
A
contaminatie
B
foute bijzin
C
incongruentie
D
foute samentrekking

Slide 14 - Quiz

Ik besloot een terrasje in de zon te nemen en even uitrusten.
A
foute bijzin
B
incongruentie
C
foute samentrekking
D
symmetriefout

Slide 15 - Quiz

De computer is stuk en naar een reparateur gebracht.
A
incongruentie
B
foute inversie
C
foute bijzin
D
foute samentrekking

Slide 16 - Quiz

De koekjes waren knapperig en de cake zacht.
A
foute bijzin
B
foute samentrekking
C
incongruentie
D
contaminatie

Slide 17 - Quiz

vechtende tweelingen
De persoonlijk voornaamwoorden zij/hen/hun worden vaak door elkaar gebruikt. Dat is niet juist. 
Wat dan wel?

Slide 18 - Diapositive

Oefenen
maak opdracht 17 t/m 19 uit de reader

Slide 19 - Diapositive

Foutieve inversie =
Verkeerd gebruik van inversie in nevenschikkende zinnen en bijzinnen

Voorbeeld: het regende de hele middag en hebben we dus niks te doen

Verbetering: het regende de hele middag en we hebben dus niks te doen. Of: Het regende de hele middag en dus hebben we niks te doen.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo